ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ2139
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Converteerbaarheid van niet rechtsgeldige opzegging van kredietovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 15 november 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen de coöperatie U.A. Coöperatieve Rabobank Heerenveen en een gedaagde, wonende te Drachten. De zaak betreft de opzegging van een kredietovereenkomst door de Rabobank. De rechtbank heeft vastgesteld dat op grond van artikel 3:42 van het Burgerlijk Wetboek een niet rechtsgeldige opzegging van een kredietovereenkomst kan worden geconverteerd in een geldige opzegging, wat betekent dat de overeenkomst kan worden beëindigd met een redelijke opzegtermijn. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de Rabobank mogelijk aansprakelijk kan worden gehouden voor schade die de kredietnemer heeft geleden als gevolg van de opzegging, dit niet betekent dat het openstaande debetsaldo niet opeisbaar is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kredietovereenkomst als definitief beëindigd moet worden beschouwd, waardoor het nog openstaande debetsaldo door de gedaagde aan de Rabobank moet worden voldaan. De rechtbank heeft de gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 10.556,93. De Rabobank had gevorderd dat de gedaagde een bedrag van EUR 157.850,07 zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft deze vordering toegewezen, met uitzondering van de vordering tot betaling van beslagkosten, die als onvoldoende onderbouwd werd afgewezen.