ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ1565
Rechtbank Leeuwarden
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing loonvordering in kort geding wegens arbeidsongeschiktheid en toepassing van artikel 7:629 lid 10 BW
In deze zaak heeft eiser, [eiser], de besloten vennootschap Noord Nederlandse Reinigingsdienst B.V. (NNRD) gedagvaard in kort geding, met als doel een voorlopige voorziening te verkrijgen voor de betaling van zijn loon. Eiser was sinds september 2003 arbeidsongeschikt door cara-problemen, maar werd per 15 maart 2004 weer volledig arbeidsgeschikt verklaard. Echter, na een korte periode van werkhervatting meldde hij zich opnieuw ziek. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor onderzoek door een arbeidsdeskundige, die concludeerde dat er geen passende functies voor eiser binnen NNRD beschikbaar waren.
Eiser stelde dat hij recht had op loonbetaling tot 5 april 2006, ondanks zijn hernieuwde arbeidsongeschiktheid binnen vier weken na zijn werkhervatting. Hij beriep zich op de uitzonderingssituatie van artikel 7:629 lid 10 BW, dat de samenstelling van perioden van arbeidsongeschiktheid regelt. De kantonrechter oordeelde echter dat deze uitzonderingssituatie niet van toepassing was, omdat de hernieuwde arbeidsongeschiktheid niet voortvloeide uit dezelfde oorzaak als de eerdere ziekte.
De kantonrechter heeft de vordering van eiser afgewezen, waarbij hij oordeelde dat de perioden van arbeidsongeschiktheid van eiser samengeteld moesten worden, wat leidde tot de conclusie dat hij sinds september 2003 arbeidsongeschikt was. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak werd gedaan op 24 oktober 2006 door mr. J.C.G. Leijten, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.