ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ0640
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verwaarlozing van vee en benadeling van de gezondheid van dieren door onvoldoende verzorging en slechte leefomstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 23 oktober 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan de verwaarlozing van vee. De verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en wonende te [adres], werd beschuldigd van het opzettelijk veroorzaken van pijn en letsel bij meerdere runderen en schapen, en het onthouden van de nodige verzorging aan deze dieren. De feiten vonden plaats in de gemeente Boarnsterhim op verschillende data in 2005 en 2006. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zijn verantwoordelijkheid als houder van dieren ernstig had verwaarloosd. De runderen vertoonden ernstige ziekteverschijnselen, zoals chronische klauwproblemen en diarree, en kregen geen tijdige behandeling. Bovendien waren de leefomstandigheden van de dieren onacceptabel: de stal was vervuild met mest, de dieren stonden in hun eigen uitwerpselen, en er was sprake van overbevolking in de stal. De rechtbank nam in haar overwegingen de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte mee. De officier van justitie had een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar geëist, met een proeftijd van twee jaar en een geldboete. De rechtbank besloot tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zijn veestapel binnen drie maanden moest terugbrengen tot 120 runderen. De proeftijd werd vastgesteld op drie jaar, met toezicht van de reclassering. De rechtbank legde geen voorwaardelijke geldboete op, omdat de hoogte van de gevorderde bewaringskosten door de verdachte werd betwist. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en sprak hem vrij van het overige telastegelegde.