ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ0215

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
10 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
189682 / CV EXPL 06-1218
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in een geschil over de RenteRetour Vliegwiel-overeenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Leeuwarden werd behandeld, stond de vraag centraal of de RenteRetour Vliegwiel-overeenkomst tussen eiser [x] en gedaagde Aegon Financiële Diensten B.V. gekwalificeerd kan worden als een huurkoopovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst niet als huurkoop kan worden aangemerkt, omdat de participaties in het Aegon Optimum Wereld aandelenfonds niet aan de belegger worden geleverd. De participaties blijven eigendom van de Stichting Aegon Beleggingsgiro, en de belegger heeft slechts een vordering op deze stichting. Dit betekent dat de belegger geen eigenaar wordt van de participaties, maar enkel recht heeft op een geldsom bij verkoop van de participaties aan het einde van de looptijd van de overeenkomst.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst niet voldoet aan de vereisten van huurkoop, omdat de eigendom van de participaties niet overgaat op de belegger. De kantonrechter heeft de zaak daarom onbevoegd verklaard en bepaald dat de civiele sector van de rechtbank de vordering van Aegon moet behandelen. De zaak werd verwezen naar de rolzitting van 8 november 2006 voor verdere behandeling.

De uitspraak benadrukt het belang van de precieze formulering van overeenkomsten en de juridische kwalificatie van de betrokken rechten. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de RenteRetour Vliegwiel-overeenkomst niet kan worden gekwalificeerd als huurkoop, wat belangrijke implicaties heeft voor de rechten en verplichtingen van de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 189682/ CV EXPL 06-1218 (behorend bij 179772/ CV EXPL 05-5191)
vonnis van de kantonrechter d.d. 10 oktober 2006
inzake
[x],
wonende te [woonplaats],
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het onbevoegdheidsincident,
verweerder in het vrijwaringsincident,
gemachtigde: mr. G. van Dijk,
tegen
de besloten vennootschap Aegon Financiële Diensten B.V.,
hierna te noemen: Aegon,
wonende te Leeuwarden,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het onbevoegdheidsincident,
eiseres in het vrijwaringsincident,
gemachtigden: mr. D.M.A. Gerdes en mr. M. Löwenberg.
Procesverloop
1. Bij incidenteel vonnis van 9 mei 2006 is de zaak verwezen naar de rolzitting van 6 juni 2006 voor conclusie van repliek in het onbevoegdheidsincident aan de zijde van Aegon.
Aegon heeft gerepliceerd en [x] heeft, onder overlegging van producties, gedupliceerd in het onbevoegdheidsincident.
Vervolgens is wederom vonnis bepaald in de incidenten.
Motivering
2. In geschil is de vraag of de tussen partijen gesloten RenteRetour Vliegwiel-overeenkomst (hierna tevens te noemen de overeenkomst) gekwalificeerd kan worden als een huurkoopovereenkomst.
De overeenkomst bepaalt onder meer:
"1. Cliënt neemt van Aegon in lease, gelijk deze aan cliënt in lease verstrekt, de hierna te noemen participaties (zie omschrijving in artikel 1 van de bijzondere voorwaarden) in het Aegon Optimum Wereld aandelenfonds. (…)
(…)
6. Zodra cliënt al datgene aan Aegon heeft betaald wat hij haar krachtens deze RenteRetour Vliegwiel-overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Rente Retour Vliegwiel verschuldigd is of zal worden, wordt cliënt van rechtswege eigenaar van de deelnamerechten.
7. Aan het einde van de looptijd heeft cliënt de keuze om de deelnemingsrechten te verkopen of aan te houden op een geblokkeerde beleggingsrekening bij Aegon Bank N.V. op naam van cliënt. Indien cliënt kiest om de deelnemingsrechten direct te verkopen, ontvangt cliënt een bonus in contanten van 5% van de totale betaalde rente uit hoofde van deze overeenkomst. Indien cliënt kiest voor het aanhouden van de deelnemingsrechten op een geblokkeerde beleggingsrekening bij Aegon Bank N.V. op zijn naam kan hij een hogere bonus opbouwen. De hoogte van de bonus is afhankelijk van het moment van verkoop van (een deel van) de deelnemingsrechten. Achtereenvolgens bedraagt de bonus bij verkoop 5%, 12,5%, 25%, 45%, 70% van de totaal betaalde rente uit hoofde van het leasecontract gedurende respectievelijk de 1e, 2e, 3e, 4e en 5e periode van 12 maanden. Na 5 perioden van 12 maanden ontvangt cliënt een bonus van 100% van de totale betaalde rente uit hoofde van deze overeenkomst. Indien cliënt een deel van de participaties verkoopt geldt deze regeling onverkort.
(…)"
De toepasselijke Bijzondere Voorwaarden RenteRetour Vliegwiel luiden onder meer:
"1. Het deelnemingsrecht dat de cliënt onder deze overeenkomst in lease neemt betreft de in een aantal participaties uitgedrukte vordering die Aegon heeft op de Stichting Aegon Beleggingsgiro (de Stichting). De participaties zullen door de Stichting worden gehouden.
2. Aegon blijft eigenaresse van de deelnemingsrechten totdat haar cliënt haar al datgene heeft betaald wat hij haar krachtens de RenteRetour Vliegwiel-overeenkomst verschuldigd is. Aegon draagt het risico van het verloren gaan van deze vordering totdat deze eigendom van cliënt zijn geworden. Koersrisico's komen echter voor rekening van cliënt.
3. Alle baten en waardeveranderingen van de deelnemingsrechten komen cliënt toe. De fondsen keren stockdividend uit. Aegon zal deze participaties kosteloos verkopen en de opbrengst zo spoedig mogelijk aan de cliënt doen toekomen, zulks eventueel onder aftrek van wettelijke verplichte inhoudingen.
4. Het beleggingsrisico, waaronder begrepen het risico van een waardedaling van de aangekochte participaties, waaraan het deelnemingsrecht is gekoppeld, alsmede het uitblijven van opbrengsten daarvan, is voor rekening van cliënt. Met Aegon RenteRetour Vliegwiel wordt belegd met geleend geld in Aegon Optimum Fondsen. De cliënt loopt kans zijn inleg te verliezen.
(…)
10. Cliënt zal niet om de uitlevering van de deelnemingsrechten vragen en stemt er mee in dat de deelnemingsrechten op naam van Aegon geadministreerd blijven totdat Aegon verplicht is tot rechtstreekse levering van de deelnemingsrechten aan cliënt.
11. Aan het eind van de RenteRetour Vliegwielovereenkomst, nadat cliënt aan al zijn verplichtingen uit de RenteRetour Vliegwiel heeft voldaan, zal Aegon de deelnemingsrechten leveren aan cliënt op een Aegon Beleggingsrekening via Aegon Bank N.V., tenzij cliënt alsdan schriftelijk meedeelt de voorkeur te geven aan de verkoop van de participaties. De verkoopopbrengst zal in dat geval door Aegon aan cliënt worden uitbetaald. De verkoop vindt plaats op de eerste handelsdag na opdracht daartoe.
(…)".
3. Aegon heeft gesteld dat de overeenkomst waar het in het onderhavige geval om gaat, het RenteRetour Vliegwiel, niet kan gelden als huurkoop.
Er worden participaties aangeschaft in het AEGON Optimum Wereld Aandelenfonds, een subfonds van het AEGON Paraplufonds. Deze participaties blijven steeds op naam staan en in bezit van Stichting Aegon Beleggingsgiro, ook na afloop van de looptijd. De participaties worden nooit (af)geleverd aan de belegger. Het deelnemingsrecht is een vordering van Aegon op Stichting Aegon Beleggersgiro tot betaling van een geldsom, namelijk tot uitbetaling van eventuele opbrengsten van de participaties. Aegon heeft hierbij verwezen naar artikel 1 van de Bijzondere Voorwaarden. De belegger wordt noch tijdens noch na afloop van de looptijd eigenaar van de aangekochte participaties, zodat noch aan het vereiste van aflevering noch aan het vereiste van eigendomsoverdracht is voldaan.
De belegger kan alleen aanspraak maken op een geldsom en niet op de aangekochte participaties. Aegon heeft daarbij onder meer verwezen naar artikel 7 van het RenteRetour Vliegwiel. Een belegger kan in feite alleen kiezen of hij na 15 jaar direct verkoopt of later. Wanneer de belegger later wil verkopen dan moet er een beleggingsrekening bij Aegon Bank N.V. worden aangehouden. Ook in dat geval blijven de participaties steeds op naam van Aegon Beleggingsgiro staan. Kiest de belegger voor deze optie dan bouwt hij in een periode van vijf jaar bonusrechten op. Ook na afloop van de looptijd wordt de belegger dus geen eigenaar van participaties. Hij kan nog steeds alleen een geldsom uitgekeerd krijgen wegens de verkoop van de participaties en een eventuele bonus. Er is geen werkelijk object van huurkoop waarvan de huurkoper de eigendom kan verkrijgen. De belegger kan slechts verzoeken om verkoop van de participaties. Hij kan zijn deelnemingsrecht ook niet aan een derde verkopen omdat het volgens de overeenkomst wordt aangehouden op een geblokkeerde rekening.
4. [x] betwist dat hij nooit eigenaar zal worden van de participaties. Hij verwijst daartoe naar de brochure over het Aegon RenteRetour Vliegwiel.
[x] wijst er voorts op dat het gaat om het leasen van deelnamerechten. De deelnamerechten betreffen rechten op een evenredig deel van het vermogen van het onderhavige fonds. Deze deelnamerechten kunnen in eigendom overgaan. Gedurende de looptijd worden de participaties van Aegon door de Stichting Aegon Beleggingsgiro gehouden voor rekening en risico van Aegon, na afloop van de looptijd worden de participaties van [x] door de Stichting Aegon Beleggingsgiro gehouden voor rekening en risico van [x].
[x] wordt na afloop van de overeenkomst participant in het fonds en verkrijgt het recht op een evenredig deel van het vermogen van het Aegon Optimum Wereld aandelenfonds of verkrijgt een vorderingsrecht terzake jegens de Stichting Aegon Beleggingsgiro. Het gaat in elk geval om een vermogensrecht dat vrijelijk kan worden overgedragen en object van een huurkoopovereenkomst kan zijn.
Dat de deelnamerechten overdraagbaar zijn blijkt uit artikel 6 van de overeenkomst en uit de artikelen 10 en 11 van de Bijzondere Voorwaarden. Dat er sprake is van aflevering, waaronder moet worden verstaan de verschaffing van het genot over het vermogensrecht, blijkt volgens [x] uit de artikelen 3 en 4 van de Bijzondere Voorwaarden: [x] draagt het beleggingsrisico en is rechthebbende van alle baten en waardeveranderingen. Het eigendomsvoorbehoud blijkt uit artikel 6 van de overeenkomst en artikel 2 van de Bijzondere Voorwaarden.
De beoordeling
5.1. Het betoog van [x] dat de participaties het object van de participatieslease-overeenkomst zijn en dat hij aan het einde van de overeenkomst gerechtigd zou worden tot de participaties, zal als ongegrond worden gepasseerd. De brochure maakt hier wel melding van, doch doorslaggevend is hetgeen in de overeenkomst en de toepasselijke Bijzondere Voorwaarden staat vermeld. Daaruit blijkt dat niet de participaties zelf het koopobject vormen, maar de vordering van Aegon op de Stichting Aegon Beleggersgiro, waarvan de omvang wordt bepaald door de participaties.
Ook de stelling van [x] dat hij recht heeft op een evenredig deel van het vermogen van het fonds, zal om die reden worden verworpen. Niet Aegon danwel - na afloop van de overeenkomst - [x] is gerechtigd in het fonds, doch de Stichting Aegon Beleggersgiro. Aegon c.q. [x] heeft slechts een vordering op de Stichting.
5.2. De lease-overeenkomst heeft derhalve betrekking op de vordering die Aegon heeft op de Stichting Aegon Beleggersgiro. Anders dan Aegon kennelijk meent, kan huurkoop ook betrekking hebben op vermogensrechten, zoals in casu de vordering van Aegon op de Stichting Aegon Beleggersgiro. Het feit dat de belegger de aandelen of participaties nimmer in eigendom verkrijgt, is derhalve niet van doorslaggevend betekenis voor de vraag of er sprake kan zijn van huurkoop. Ook Aegon heeft die participaties niet in eigendom. De lease betreft niet de aandelen of participaties, doch het vorderingsrecht.
5.3. Essentie van huurkoop is dat het verkochte niet door enkele aflevering in eigendom overgaat, maar pas door vervulling van de opschortende voorwaarde van algehele betaling.
Naar het oordeel van de kantonrechter is van zo'n eigendomsovergang in casu geen sprake. Hoewel artikel 6 van de overeenkomst melding maakt van het feit dat de cliënt, zodra hij al datgene aan Aegon heeft betaald wat hij haar krachtens de overeenkomst verschuldigd is of zal worden, van rechtswege eigenaar wordt van de deelnamerechten, blijkt uit artikel 7 van de overeenkomst en artikel 11 van de Bijzondere Voorwaarden dat hiervan geen sprake kan zijn. Aan het einde van de overeenkomst "levert" Aegon de deelnemingsrechten aan de cliënt. Daartoe is nodig dat er een geblokkeerde beleggingsrekening bij Aegon Bank N.V. is of wordt geopend op naam van cliënt. De cliënt krijgt echter niet het vrije beschikkingsrecht over het vorderingsrecht van Aegon op de Stichting Aegon Beleggersgiro terzake van zijn participaties. Immers er is slechts een keuze tussen twee mogelijkheden na afloop van het contract: verkopen of storten op die geblokkeerde rekening. Aldus vindt geen overdracht van deze vorderingsrechten plaats op de wijze die afdeling 2 van titel 4 van boek 3 BW voorschrijft. De belegger wordt van dit vorderingsrecht geen eigenaar, in die zin dat hij dit vorderingsrecht aan derden kan overdragen. In artikel 7 van de overeenkomst wordt weliswaar gesproken van de mogelijkheid om dit deelnemingsrecht te verkopen, doch uit artikel 11 van de Bijzondere Voorwaarden volgt dat het hier niet gaat om de verkoop van het deelnemingsrecht door de belegger, doch om het te gelde maken van dit recht door verkoop van de participaties door de Stichting Aegon Beleggersgiro.
5.4. De kantonrechter is derhalve met Aegon van oordeel dat er bij de RenteRetour Vliegwiel-overeenkomst geen sprake is van huurkoop.
Dit betekent dat de kantonrechter zich onbevoegd zal verklaren van de vordering van Aegon kennis te nemen. Ook de subsidiaire incidentele vordering om EPB Verzekeringen B.V., gevestigd aan de Westzijde 50-52 te 1506 EG Zaandam in vrijwaring te mogen oproepen, zal derhalve door de sector handel, afdeling civiel, beoordeeld moeten worden.
Beslissing
De kantonrechter:
in het onbevoegdheidsincident en in de hoofdzaak:
verstaat dat de zaak behandeld dient te worden door de sector civiel, afdeling handel, van de rechtbank te Leeuwarden;
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van woensdag 8 november 2006 te 10.00 uur van de sector civiel, afdeling handel;
wijst partijen er op dat zij aldaar en alsdan procureur dienen te stellen, hetgeen betekent dat partijen voor wat betreft het vervolg van de procedure niet meer zelf, maar slechts door tussenkomst van een procureur proceshandelingen kunnen verrichten;
Aldus gewezen door mr. T.K. Hoogslag, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 oktober 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 41