ECLI:NL:RBLEE:2006:AY8856
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsovereenkomst tussen een fotograaf en De Telegraaf
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 22 september 2006, stond de vraag centraal of er een arbeidsovereenkomst bestond tussen de eiser, een fotograaf, en de gedaagde, de besloten vennootschap Uitgeversmaatschappij De Telegraaf BV. De eiser, vertegenwoordigd door mr. N.E. van Uitert, stelde dat hij recht had op achterstallig salaris en doorbetaling daarvan op basis van een arbeidsovereenkomst. De Telegraaf, vertegenwoordigd door mr. A.C. Siemons, betwistte dit en stelde dat er geen gezagsverhouding bestond tussen hen.
Tijdens de procedure werd er een comparitie gehouden op 10 juli 2006, waaruit bleek dat de kantonrechter de eerdere overwegingen in een tussenvonnis van 10 maart 2006 overnam. De kantonrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor een gezagsverhouding, wat cruciaal is voor de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter verwees naar een eerdere uitspraak van 10 januari 2006, waarin dezelfde vraag aan de orde was.
De kantonrechter overwoog dat de eiser geen vakantietoeslag ontving en bij ziekte geen loon door De Telegraaf, maar ziekengeld van het UWV. Ook werd opgemerkt dat de vergoedingen die de eiser ontving niet als loon, maar als tegemoetkoming in kosten moesten worden beschouwd. De eiser had zelf zorg te dragen voor zijn fotoapparatuur en het auteursrecht op de door hem gemaakte foto's lag niet bij De Telegraaf, wat ook een indicatie was dat er geen arbeidsovereenkomst bestond.
Uiteindelijk oordeelde de kantonrechter dat er geen arbeidsovereenkomst was tussen de eiser en De Telegraaf, en wees de vorderingen van de eiser af. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die tot dat moment waren begroot op € 600,--. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor de proceskosten.