ECLI:NL:RBLEE:2006:AY8856

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
22 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
189261 / CV EXPL 06-1084
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de arbeidsovereenkomst tussen een fotograaf en De Telegraaf

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 22 september 2006, stond de vraag centraal of er een arbeidsovereenkomst bestond tussen de eiser, een fotograaf, en de gedaagde, de besloten vennootschap Uitgeversmaatschappij De Telegraaf BV. De eiser, vertegenwoordigd door mr. N.E. van Uitert, stelde dat hij recht had op achterstallig salaris en doorbetaling daarvan op basis van een arbeidsovereenkomst. De Telegraaf, vertegenwoordigd door mr. A.C. Siemons, betwistte dit en stelde dat er geen gezagsverhouding bestond tussen hen.

Tijdens de procedure werd er een comparitie gehouden op 10 juli 2006, waaruit bleek dat de kantonrechter de eerdere overwegingen in een tussenvonnis van 10 maart 2006 overnam. De kantonrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor een gezagsverhouding, wat cruciaal is voor de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter verwees naar een eerdere uitspraak van 10 januari 2006, waarin dezelfde vraag aan de orde was.

De kantonrechter overwoog dat de eiser geen vakantietoeslag ontving en bij ziekte geen loon door De Telegraaf, maar ziekengeld van het UWV. Ook werd opgemerkt dat de vergoedingen die de eiser ontving niet als loon, maar als tegemoetkoming in kosten moesten worden beschouwd. De eiser had zelf zorg te dragen voor zijn fotoapparatuur en het auteursrecht op de door hem gemaakte foto's lag niet bij De Telegraaf, wat ook een indicatie was dat er geen arbeidsovereenkomst bestond.

Uiteindelijk oordeelde de kantonrechter dat er geen arbeidsovereenkomst was tussen de eiser en De Telegraaf, en wees de vorderingen van de eiser af. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die tot dat moment waren begroot op € 600,--. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 189261 \ CV EXPL 06-1084
vonnis van de kantonrechter d.d. 22 september 2006
inzake
[eiser],
hierna te noemen: [eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
gemachtigde: mr. N.E. van Uitert,
tegen
de besloten vennootschap Uitgeversmaatschappij De Telegraaf BV,
hierna te noemen: De Telegraaf,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.C. Siemons.
Procesverloop
1. Ingevolge het tussenvonnis van 10 maart 2006 is er op 10 juli 2006 een comparitie gehouden. Daarvan zijn aantekeningen gemaakt door de griffier. Vervolgens heeft [eiser] een akte (waarbij producties zijn over gelegd) en De Telegraaf een antwoordakte genomen. Hierna is wederom vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
De verdere beoordeling van het geschil
2. Overgenomen wordt hetgeen werd overwogen en beslist in het tussenvonnis. De kantonrechter dient in dit geschil de vraag te beantwoorden of tussen [eiser] en De Telegraaf een arbeidsovereenkomst bestaat, op basis waarvan [eiser] aanspraak kan maken op achterstallig salaris en doorbetaling daarvan. Overwogen wordt dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de uitspraak van de kantonrechter van 10 januari 2006 in een door [eiser] tegen De Telegraaf aanhangig gemaakt kort geding (185229\ CV EXPL 05-6968), waarin dezelfde vraag centraal stond als in de onderhavige procedure. De kantonrechter kan zich geheel vinden in de overwegingen van deze beslissing, zodat deze overwegingen hier als herhaald en ingelast beschouwd moeten worden.
3. In de onderhavige zaak heeft [eiser] op dezelfde gronden als in de vorenbedoelde kort geding procedure betoogd dat de relatie tussen [eiser] en De Telegraaf als een arbeidsovereenkomst gekwalificeerd moet worden. Cruciaal voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst is de vraag of er sprake is van een gezagsverhouding tussen De Telegraaf en [eiser]. Naar het oordeel van de kantonrechter is in de relatie tussen partijen onvoldoende gebleken van ondergeschiktheid, zodat niet kan worden geoordeeld dat de overeenkomst van partijen kan worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. De navolgende punten spelen bij deze overweging een rol.
3.1. [eiser] genoot geen vakantietoeslag. Bij ziekte ontving [eiser] geen (loon)doorbetaling van De Telegraaf , doch ziekengeld van het UWV op grond van de vangnetbepaling van de Ziektewet. Voorts overweegt de kantonrechter dat hem aannemelijk voorkomt de stelling van De Telegraaf dat in de dagbladwereld verslaggevers en fotografen een vaste (basis)vergoeding ontvangen, zodat zij ook een beloning ontvangen voor hun beschikbaarheid en voor inspanningen die niet direct tot verslaglegging leiden. De maandelijkse door De Telegraaf aan [eiser] uitbetaalde vergoedingen dienen dan ook niet te worden beschouwd als loon, doch als tegemoetkoming in de kosten.
3.2. Dat [eiser] verplicht was om gehoor te geven aan de opdrachten van De Telegraaf, zoals door [eiser] betoogd, is de kantonrechter onvoldoende gebleken. Dit geldt te meer nu De Telegraaf onbetwist heeft gesteld dat indien [eiser] fotomateriaal waartoe hij opdracht kreeg niet aanleverde, zij op andere wijze het gewenste fotomateriaal verwierf. Dat [eiser] naar eigen zeggen wel altijd gehoor heeft gegeven aan de oproepen van De Telegraaf maakt dit oordeel niet anders.
3.3. Gebleken is dat [eiser] zelf zorg diende te dragen voor zijn eigen fotoapparatuur, in tegenstelling tot de vaste fotografen van De Telegraaf, die een camera ter beschikking krijgen gesteld.
3.4. Evenmin is gebleken dat het auteursrecht op de door [eiser] gemaakte foto's bij De Telegraaf is komen te liggen. Zo heeft De Telegraaf onbetwist gesteld dat indien zij een reeds geplaatste foto van [eiser] nogmaals wilde gebruiken, zij daarvoor een plaatsingsvergoeding aan [eiser] betaalde. Kenmerkend voor een arbeidsovereenkomst is dat het auteursrecht van gemaakt werk in beginsel toekomt aan de werkgever. Daarvan is in onderhavige zaak geen sprake.
4. Nu de kantonrechter van oordeel is dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen [eiser] en De Telegraaf, zullen de vorderingen worden afgewezen.
5. [eiser] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
Beslissing
De kantonrechter:
wijst de vordering van [eiser] af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van De Telegraaf begroot op € 600,-- wegens salaris;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, voor zover het de hiervoor bedoelde veroordeling in de proceskosten betreft.
Aldus gewezen door mr. R. Giltay, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 151