ECLI:NL:RBLEE:2006:AY8675
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid na verkeersongeval tussen motorrijder en fietser
In deze zaak, die voor de Rechtbank Leeuwarden is behandeld, betreft het een verkeersongeval tussen een motorrijder en een fietser. De fietser heeft geen bewijs geleverd dat zij haar hand heeft uitgestoken voordat zij linksaf sloeg, wat resulteert in een 50% aansprakelijkheid voor de schade van de motorrijder. De rechtbank heeft kennisgenomen van eerdere tussenvonnissen en heeft geoordeeld dat de fietser aansprakelijk is voor de helft van de schade die de motorrijder heeft geleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de motorrijder recht heeft op een schadevergoeding van € 3.915,50, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de fietser aansprakelijk is voor 50% van de schade die de motorrijder heeft geleden en nog zal lijden door het ongeval.
De rechtbank heeft ook de vordering van de motorrijder voor schade aan zijn motorfiets, helm en kleding beoordeeld. De gedaagden hebben de hoogte van de schade betwist, maar de rechtbank heeft de bevindingen van een contra-expertise-rapport als juist aangenomen. De rechtbank heeft de schade aan de motorfiets vastgesteld op € 7.500,00, waarvan de helft door de fietser moet worden vergoed. De overige schadeposten zijn niet betwist, waardoor deze ook voor vergoeding in aanmerking komen.
In reconventie heeft de rechtbank een bedrag van € 8.309,60 toegewezen aan de gedaagden, waarbij de motorrijder als grotendeels in het ongelijk gestelde partij is veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.