ECLI:NL:RBLEE:2006:AX9644
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- U. van Houten
- M.A. Jansen
- Rechtspraak.nl
Ontbreken van op de zaak betrekking hebbende stukken in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door J.R. Beukema van de Juricon Adviesgroep, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) betreffende de toepassing van het Rijkswachtgeldbesluit 1959. Eiser betoogde dat het besluit op het bezwaarschrift niet kon standhouden, omdat het Uwv ten onrechte de uitkering uit het Goodwill fonds als inkomen had aangemerkt en geen rekening had gehouden met de termijn tussen het bekend worden van de gegevens en de terugvordering.
De rechtbank heeft verweerder bij brief van 11 april 2006 verzocht om binnen vier weken de op de zaak betrekking hebbende stukken in te zenden en het verweerschrift in te dienen. Verweerder heeft hieraan geen gehoor gegeven, wat de rechtbank noopte om op basis van artikel 8:31 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de gevolgtrekking te maken die haar geraden voorkwam. De rechtbank concludeerde dat verweerder de gronden van eiser niet had bestreden, waardoor het beroep van eiser kennelijk gegrond was.
De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten en uitspraak gedaan met toepassing van artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen vier weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 37,- en de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 322,-, die door het Uwv moeten worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2006, met mr. M.A. Jansen als griffier.