ECLI:NL:RBLEE:2006:AV8565
Rechtbank Leeuwarden
- Raadkamer
- G. Bracht
- M.R. de Vries
- M. Severein
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering gevangenhouding en onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte na verdenking poging tot zware mishandeling
In deze beschikking van de Rechtbank Leeuwarden, gedateerd 29 maart 2006, werd de vordering van de officier van justitie tot gevangenhouding van de verdachte behandeld. De verdachte, die op dat moment verbleef in de P.I. Noord - HvB De Blokhuispoort te Leeuwarden, was eerder op 16 maart 2006 door de rechter-commissaris in bewaring gesteld. De verdenking tegen de verdachte betrof een poging tot zware mishandeling, een delict dat valt onder artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank overwoog dat de verdachte in de afgelopen vijf jaar onherroepelijk was veroordeeld voor opzetheling, maar dat deze veroordeling niet direct verband hield met de actuele verdenking van een agressief delict. De rechtbank concludeerde dat er geen ernstige redenen waren om aan te nemen dat de verdachte opnieuw een misdrijf zou begaan dat onder artikel 67a, tweede lid, aanhef en onder 3 van het Wetboek van Strafvordering valt. Gezien het ontbreken van andere gronden voor voortzetting van de voorlopige hechtenis, besloot de rechtbank de vordering tot gevangenhouding af te wijzen. De beschikking eindigde met de beslissing om de verdachte onmiddellijk in vrijheid te stellen, wat op 29 maart 2006 werd vastgesteld door de rechters en de griffier.