ECLI:NL:RBLEE:2006:AV6118
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W. Keuning
- K. van der Leij
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 7 maart 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigden, en de inspecteur van de Belastingdienst/Noord. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting, opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 30 juni 2002, ter hoogte van € 40.167,--, met daarbij een beschikking heffingsrente van € 3.790,-- en een boete van € 20.083,--. De inspecteur verklaarde het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk, omdat zij haar bezwaar niet tijdig had gemotiveerd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op meerdere momenten de gelegenheid heeft gekregen om haar bezwaar te motiveren, maar hier niet op tijd op heeft gereageerd. De rechtbank oordeelde dat het ingediende bezwaarschrift geen begin van een motivering bevatte en dat de termijn voor het indienen van een motivering als fatale termijn moet worden beschouwd. Eiseres heeft pas na het verstrijken van deze termijn haar bezwaar gemotiveerd, wat volgens de rechtbank niet tijdig was.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een tijdige motivering verhinderden. Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de beslissing van de inspecteur om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren bevestigd. Eiseres kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.