Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
Uitspraak: 2 maart 2006
Parketnummer: 17/781253-05 VEV
Ter terechtzitting gevoegd parketnummer 17/753347-05
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de ter terechtzitting gevoegde zaken van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres verdachte],
thans gedetineerd in P.I. Noord HvB De Blokhuispoort te Leeuwarden.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W. Boonstra, advocaat te Leeuwarden.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 16 februari 2006.
Aan dit vonnis zijn door de griffier gewaarmerkte fotokopieën van de dagvaardingen gehecht, waaruit de inhoud van de telasteleggingen geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telasteleggingen voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
De verdachte moet van het onder 1. primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair telastegelegde worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet bewezen acht.
De rechtbank overweegt hiertoe het volgende. Op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte en mede-verdachte [naam medeverdachte] het slachtoffer 12 tabletten Oxazepam en 10 tabletten Temazepam hebben toegediend. Dat verdachte en [naam medeverdachte] het slachtoffer ook medicinale alcohol en/of bleekwater hebben toegediend acht de rechtbank niet bewezen. Uit de rapportages van het NFI d.d. 15 november 2005 en 15 februari 2006 kan voorts niet worden afgeleid dat de aanmerkelijke kans bestaat dat toediening van 12 tabletten Oxazepam en 10 tabletten Temazepam bij een persoon de dood doet intreden of dat aan hem zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht. Op grond van het vorenstaande dient verdachte te worden vrijgesproken van het hem in de zaak met parketnummer 17/781253-05 onder 1. primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair telastegelegde.
De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 17/781253-05 onder 2. primair en 3. primair telastegelegde en het in de zaak met parketnummer 17/753347-05 onder 1. en 2. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
in de zaak met parketnummer 17/781253-05:
2. primair
hij op of omstreeks 24 oktober 2005, te Dokkum, (in elk geval) in de gemeente Dongeradeel,
tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, immers heeft verdachte en/of zijn mededader met dat opzet, die [slachtoffer 1] gedrogeerd (zodat ze onwel werd en buiten bewustzijn raakte) en (vervolgens) die [slachtoffer 1] bij of aan de armen/polsen vastgepakt en de armen/polsen van die [slachtoffer 1] met tape/plakband gekneveld en vervolgens de voeten van die [slachtoffer 1] met tape/plakband aan een tafel(poot) vastgebonden en (een prop) papier in de mond van die [slachtoffer 1] gedrukt/geduwd en (vervolgens) een panty en tape/plakband over/op de mond van die [slachtoffer 1] gebonden/geplakt, althans de mond van die [slachtoffer 1] bedekt en die [slachtoffer 1] een mes voorgehouden en getoond, waardoor die [slachtoffer 1] gedurende lange, althans enige tijd fysiek niet in staat was en werd belet/belemmerd zich vrijelijk te bewegen en te gaan en staan waar zij wilde;
3. primair
hij op 24 oktober 2005, te Dokkum, in de gemeente Dongeradeel, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk beledigend [slachtoffer 1], in dier tegenwoordigheid door feitelijkheden aangedaan, met dat opzet tezamen met die mededader, (na die [slachtoffer 1] gedrogeerd en vastgebonden te hebben en aldus buiten medeweten en zonder toestemming van die [slachtoffer 1]) het (schouderlange) haar van die [slachtoffer 1] hebben afgeknipt en (vervolgens) met een tondeuse het hoofd van die [slachtoffer 1] kaal, althans het haar van die [slachtoffer 1] zeer kort, hebben geschoren;
en in de zaak met parketnummer 17/753347-05:
1.
hij op 29 augustus 2004, te Dokkum, in de gemeente Dongeradeel, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnaie en een GSM, toebehorende aan [slachtoffer2].
2.
hij in de periode van 23 december 2004 tot 31 december 2004, te Lauwersoog, in de gemeente De Marne, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een witte personenauto van het merk Volkswagen type Golf, toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en een valse sleutel.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezene levert op:
in de zaak met parketnummer 17/781253-05 de misdrijven:
2. primair Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.
3. primair Medeplegen van eenvoudige belediging.
en in de zaak met parketnummer 17/753347-05 de misdrijven:
2. Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels en braak.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren
komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, de rapportage van Reclassering Nederland, de psychiatrische en de psychologische rapportage;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telkens
primair telastegelegde tot 36 maanden gevangenisstraf waarvan 6 voorwaardelijk met een
proeftijd van 3 jaar;
- het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte twee diefstallen heeft gepleegd en voorts dat hij, samen met zijn toenmalige vriendin, iemand van de vrijheid heeft beroofd en heeft beledigd. De omstandigheden waaronder deze laatste twee feiten zijn gepleegd zijn verschrikkelijk. Het slachtoffer werd naar een woning gelokt, gedrogeerd middels een grote hoeveelheid pillen en vastgebonden. Tevens werd er een prop in haar mond geduwd, waarna de mond werd afgedekt. Vervolgens is haar schouderlange haar afgeknipt en is zij kaalgeschoren, onder bedreiging van een mes. Verdachte heeft met zijn daden in zeer ernstige mate inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer, alsmede heeft hij op onaanvaardbare wijze haar recht op vrijheid aangetast.
Verdachte is eerder met justitie in aanraking gekomen, zijn strafblad telt vijftien pagina's. Blijkens de over hem uitgebrachte rapportages is er bij verdachte sprake van een midden recidive risico (de categorieën zijn laag, midden, hoog). Geadviseerd wordt niet af te wijken van de gebruikelijke strafmaat, omdat verdachte niet open staat voor hulpverlening.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat bovengenoemde daden een gevangenisstraf van aanzienlijke duur rechtvaardigen. De rechtbank zal van deze gevangenisstraf een deel voorwaardelijk opleggen om hem te stimuleren geen strafbare feiten meer te plegen. Overigens zal de op te leggen straf lager uitvallen dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank het eerste feit op dagvaarding 781253-05 niet bewezen acht.
De rechtbank zal het inbeslaggenomen knipmes verbeurd verklaren nu het aan verdachte toebehoort en het in de zaak met parketnummer 17/753347-05 onder 1. bewezenverklaarde feit met behulp hiervan is begaan.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a (oud), 14b(oud), 14c, 33, 33a, 47, 57, 266, 282, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 17/781253-05 onder 1. primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 17/781253-05 onder 2. primair en 3. primair en het in de zaak met parketnummer 17/753347-05 onder 1. en 2. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot acht maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd het inbeslaggenomen knipmes.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. C. Koelman en mr. Y. Huizing, rechters, bijgestaan door mr. J.D. Nijenhuis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 maart 2006.
Mr. Y. Huizing is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.