Rechtbank Leeuwarden
Sector civiel recht
afdeling handelsrecht
Korte Gedingen
Uitspraak: 20 februari 2006
Kort-geding-nummer: 74596 / KG ZA 06-45
van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Leeuwarden, in het kort geding van:
de stichting
STICHTING [erflater],
gevestigd te Leeuwarden,
eiseres,
hierna te noemen: Stichting [erflater],
procureur: mr. H.A. van Beilen,
1. [gedaagde 1],
wonende te [woonplaats] aan het [adres],
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] aan het [adres],
3. [gedaagde 3],
verblijvende te [woonplaats] aan het [adres],
4. [gedaagde 4],
wonende te [woonplaats] aan het [adres]
5. [gedaagde 5],
verblijvende te [woonplaats] aan het [adres],
6. de overige personen die zonder recht of titel verblijven in de onroerende zaken (of gedeelte daarvan) aan het [adres] te [woonplaats],
verblijvende te [woonplaats],
gedaagden,
hierna tezamen te noemen: de krakers,
die niet in rechte zijn verschenen.
Stichting [erflater] heeft de krakers in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare zitting van 16 februari 2006.
Stichting [erflater] heeft toen op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd dat de voorzieningenrechter bij vonnis, zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. de krakers veroordeelt om -binnen 72 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis- de panden aan het [adres] leeg en ontruimd aan Stichting [erflater] ter vrije beschikking te stellen;
2. Stichting [erflater] machtigt om -indien de krakers met (tijdige) ontruiming in gebreke blijven- zelf tot ontruiming over te gaan, zonodig met behulp van de sterke arm van justitie en politie;
3. bepaalt dat het in deze te wijzen vonnis, tot een jaar na de dag waarop het vonnis wordt uitgesproken dan wel wordt bekrachtigd, of, indien de voorzieningenrechter een termijn bepaalt als bedoeld in artikel 557a lid 1 Rv, tot een jaar na de dag waarop die datum verstrijkt, ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich daar bevindt of binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet;
4. de krakers veroordeelt in de kosten van het geding en de kosten vallende op de tenuitvoerlegging van het in deze te wijzen vonnis, waaronder de kosten van ontruiming.
Stichting [erflater] heeft producties in het geding gebracht.
De krakers zijn, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet verschenen. Tegen de krakers is vervolgens verstek verleend.
Ter terechtzitting heeft Stichting [erflater] haar standpunt nader doen toelichten door haar raadsman, waarbij deze mede aan de hand van pleitnotities het woord heeft gevoerd. Hierna is vonnis gevraagd. De voorzieningenrechter doet heden uitspraak op basis van de stukken van het geding, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
In dit kort geding gelden onder meer de navolgende feiten als vaststaand.
1.1 Wijlen de heer [erflater] is eigenaar geweest van de onroerende zaken aan het [adres] te [woonplaats]. Deze panden werden door hem gebruikt als kantoorruimte, zowel voor eigen gebruik als voor verhuur.
1.2 [erflater] is op 4 februari 1993 overleden. In zijn testament heeft [erflater] zijn gehele nalatenschap -waaronder de onderhavige panden- nagelaten aan Stichting [erflater]. Na het overlijden van [erflater] heeft het vele jaren geduurd voordat er duidelijkheid is gekomen omtrent de nalatenschap van [erflater]. Zo is pas in 1999 de verklaring van erfrecht opgesteld waarna in 2000 Stichting [erflater] is opgericht. Op grond van de erfstelling van [erflater] heeft Stichting [erflater] zich ten doel gesteld de bevordering van het leefklimaat in de stad Leeuwarden ten behoeve van ouderen.
1.3 Omstreeks mei 2002 hebben meerdere personen de panden [adres] zonder toestemming van Stichting [erflater] in gebruik genomen.
1.4 Stichting [erflater] heeft na haar oprichting diverse mogelijkheden onderzocht om de panden aan het [adres] te gaan exploiteren als serviceflat. In eerste instantie is geprobeerd om samen met de overige eigenaren van de panden aan het [adres] te komen tot een gezamenlijke ontwikkeling en verbouwing, al dan niet in samenwerking met een projectontwikkelaar. Onder meer is onderzocht of via een combinatie met de eigenaren van de belendende panden [adres] [nummers] tot één nieuw te bouwen complex zou kunnen worden gekomen. Medio 2005 heeft Stichting [erflater] echter vastgesteld dat een gezamenlijke verbouwing van de panden aan het [adres] niet tot de mogelijkheden behoort, zodat zij heeft besloten om zelfstandig de verbouwing en exploitatie van de panden [adres] ter hand te nemen. Uit de opbrengst van de exploitatie kan Stichting [erflater] haar statutaire goede doelen ondersteunen.
1.5 Stichting [erflater] heeft vervolgens aan Architektenburo irs. [architect] b.i (hierna te noemen: [architect]). te Leeuwarden opdracht gegeven om verbouwingsplannen te maken. Inmiddels zijn de eerste bouwschetsen en verbouwingsplannen gereed. De verbouwingsplannen komen hierop neer dat het casco van de (historische) panden behouden zal blijven en er ruimte wordt gemaakt voor een kantoor op de benedenverdieping met daarboven twee woningen. Na het leegkomen van de panden zullen nutsbedrijven worden verzocht om de nutsvoorzieningen af te koppelen en te zorgen voor een bouwaansluiting, waarna de aannemer zal beginnen met opruimen en het slopen van het niet-structurele binnenwerk en de achterbouw van beide panden.
1.6 Voorts heeft [architect] een plan van aanpak opgesteld, dat zij op 21 oktober 2005 met de gemeente Leeuwarden heeft besproken. De gemeente Leeuwarden heeft bij brief van 23 november 2005 laten weten dat het plan om de panden [adres] te verbouwen en achterstallig onderhoud te verrichten positief is ontvangen. In diezelfde brief heeft de gemeente Leeuwarden aangegeven dat de toekomstige planologische regeling geen belemmering vormt voor de bouwplannen.
1.7 Op 4 januari 2006 is de sloopvergunning aangevraagd bij de Gemeente Leeuwarden, welke op 18 januari 2006 deze vergunning heeft afgegeven.
1.8 [architect] heeft een technische omschrijving van het werk gemaakt om via aanbesteding een aannemer te kunnen selecteren. De aanbestedingsbrieven zijn reeds verzonden aan een viertal aannemers.
1.9 Stichting [erflater] streeft ernaar om de bouwwerkzaamheden aan de panden uiterlijk medio juli 2006 gereed te hebben.
Het geschil en de beoordeling daarvan
2. Stichting [erflater] vordert ontruiming van de panden aan het [adres]. De krakers maken volgens haar zonder recht of titel gebruik van deze panden, waarmee zij inbreuk maken op het eigendomsrecht van Stichting [erflater], hetgeen onrechtmatig is. Stichting [erflater] heeft een spoedeisend belang bij ontruiming van de twee panden. Van deze panden zijn geen tekeningen aanwezig. Voor de verdere uitwerking van de bouwplannen is het dan ook wenselijk -en voor de bouwaanvraag zelfs noodzakelijk- dat er bouwtekeningen worden gemaakt. Zolang het pand niet ontruimd is, is het voor de architect onmogelijk om het pand op te nemen en op te meten. Voorts heeft Stichting [erflater], gelet op haar ver ontwikkelde en uitgewerkte verbouwingsplannen, een gerechtvaardigd belang om op korte termijn duidelijkheid te hebben over de ontruimingsdatum. Het belang van Stichting [erflater] bij een spoedige ontruiming van de panden geldt te meer nu de panden de afgelopen jaren ernstig zijn verwaarloosd door de krakers.
3. Vast staat dat de krakers de panden aan het [adres] te [woonplaats] zonder recht of titel bewonen. Aldus maken de krakers inbreuk op het eigendomsrecht van Stichting [erflater], hetgeen als onrechtmatig moet worden beschouwd. Reeds om die reden dienen de krakers de panden te ontruimen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende aannemelijk geworden dat Stichting [erflater] een spoedeisend belang heeft bij ontruiming van de panden, namelijk om verder te kunnen gaan met de ontwikkeling van de bouwplannen. De vordering van Stichting [erflater] tot ontruiming van de panden komt de voorzieningenrechter ook voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen.
4. De rechter kan op grond van artikel 557a lid 1 Rv aan de krakers een termijn gunnen om vervangende woonruimte te vinden, door de tenuitvoerlegging van het vonnis gedurende een bepaalde tijd op te schorten. Ingevolge artikel lid 2 van dit artikel dient de rechter informatie in te winnen bij het College van B & W van de gemeente waarin de onroerende zaak zich bevindt omtrent het al dan niet bepalen van een termijn op grond van lid 1. Zolang daaromtrent niet is beslist kan het bevel tot ontruiming niet ten uitvoer worden gelegd. Dit is slechts anders als dit onverenigbaar is met het belang van degene op wiens vordering het bevel tot ontruiming wordt gedaan. De voorzieningenrechter is in het onderhavige geval van oordeel dat het inwinnen van inlichtingen bij het College van B & W van de gemeente Leeuwarden niet verenigbaar is met het zwaarwegende belang van Stichting [erflater] bij een spoedige ontruiming van de panden, als hiervoor onder rechtsoverweging 3 geschetst. De voorzieningenrechter zal dan ook niet overgaan tot het inwinnen van inlichtingen bij het College van B & W.
5. De voorzieningenrechter acht evenwel termen aanwezig om te bepalen dat dit vonnis binnen een termijn van twee weken na betekening daarvan niet ten uitvoer kan worden gelegd jegens de krakers, teneinde laatstgenoemden in staat te stellen om vervangende woonruimte te vinden.
6. De gevorderde mogelijkheid om het vonnis bij herkraak ten uitvoer te leggen komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en is dan ook toewijsbaar, met dien verstande dat zij tot 9 maanden na afloop van de in de vorige rechtsoverweging bedoelde termijn zal worden beperkt, aangezien Stichting [erflater], indien zij de panden na het verstrijken van deze negen maanden nog steeds ongebruikt laat, geacht moet worden geen spoedeisend belang bij haar ontruimingsvordering te hebben gehad.
7. Van een sommatie aan de krakers om de panden te ontruimen, dan wel van enig vooroverleg met hen omtrent de ontruiming, is niet gebleken, zodat moet worden geoordeeld dat er sprake is van rauwelijks dagvaarden. Om die reden zullen de proceskosten worden gecompenseerd, als hierna te melden.
De voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding op het verleende verstek:
veroordeelt de krakers om de panden aan het [adres] te [woonplaats] leeg en ontruimd aan Stichting [erflater] ter vrije beschikking te stellen;
machtigt Stichting [erflater] om indien de krakers hiermee in gebreke blijven zelf tot ontruiming over te gaan, zonodig met behulp van de sterke arm van justitie en politie;
bepaalt dat het bevel tot ontruiming niet ten uitvoer kan worden gelegd binnen een termijn van veertien dagen na betekening van dit vonnis;
bepaalt dat dit ontruimingsvonnis binnen negen maanden na afloop van
de hiervoor bedoelde termijn ook kan worden ten uitvoer gelegd tegen een ieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Biesma, voorzieningenrechter, en in aanwezigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 februari 2006.