ECLI:NL:RBLEE:2005:BA1616
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichte ziekenfondsverzekering voor zelfstandigen na beëindiging onderneming
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Noord, die op 6 januari 2005 een beslissing nam op het bezwaar van eiser tegen een aanslag premie Ziekenfondswet die op 7 juli 2004 was opgelegd voor het jaar 2002. Eiser, die zijn onderneming in Makkumer aardewerk had gestaakt per 1 december 2001, betwistte de rechtmatigheid van de aanslag, stellende dat hij niet meer in aanmerking kwam voor de verplichte ziekenfondsverzekering. De rechtbank heeft op 1 juli 2005 de zaak behandeld, waarbij eiser niet ter zitting verscheen, maar wel schriftelijk was uitgenodigd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in 2001 een positieve verklaring voor de ziekenfondsverzekering had ontvangen en dat deze ook voor 2002 was verstrekt. De kern van het geschil was of de aanslag terecht was opgelegd, gezien het feit dat eiser zijn onderneming had beëindigd. De rechtbank oordeelde dat eiser voldeed aan de voorwaarden voor de verplichte ziekenfondsverzekering, zoals vastgelegd in de Ziekenfondswet en de Aanwijzingsregeling verzekerden Ziekenfondswet. Eiser had geen bezwaar aangetekend tegen de positieve verklaring die hem was verstrekt.
Verweerder stelde dat de aanslag terecht was opgelegd en weerlegde de argumenten van eiser, waaronder een beroep op het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om aan de uitleg van verweerder te twijfelen en dat het beroep van eiser op het gelijkheidsbeginsel faalde. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf partijen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak werd op 18 juli 2005 openbaar gemaakt, met mr. J.W. Keuning als rechter en mr. J. de Jong als griffier.