ECLI:NL:RBLEE:2005:AZ9183
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op kamerverhuur aan prostituees en de kwalificatie van werkzaamheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 14 november 2005 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij eiser, een kamerverhuurder aan prostituees, in beroep ging tegen een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. De inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een verzamelinkomen van € 535.937, welke na bezwaar was verminderd tot € 12.498. Eiser betwistte de aanslag en stelde dat de opbrengsten uit de kamerverhuur moesten worden gekwalificeerd als normaal vermogensbeheer, wat zou betekenen dat deze in box 3 van de inkomstenbelasting zouden vallen. De inspecteur daarentegen stelde dat de huuropbrengsten moesten worden aangemerkt als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in box 1.
Tijdens de zitting op 21 oktober 2005 werd vastgesteld dat eiser, geboren op 31 juli 1941, gehuwd was en in totaal 11 kamers verhuurde aan prostituees. Eiser had een exploitatievergunning voor het exploiteren van seksinrichtingen en voerde verschillende werkzaamheden uit, zoals het dagelijks ophalen van huur en het onderhouden van contact met de huurders. De rechtbank beoordeelde of de werkzaamheden van eiser als 'werkzaamheden' in de zin van artikel 3.90 van de Wet inkomstenbelasting 2001 konden worden gekwalificeerd.
De rechtbank concludeerde dat de door eiser verrichte werkzaamheden niet onder normaal vermogensbeheer vielen, maar als 'werkzaamheden' moesten worden aangemerkt. Dit leidde tot de conclusie dat de opbrengsten uit de kamerverhuur belastbaar waren in box 1. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees op de mogelijkheid voor partijen om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.