ECLI:NL:RBLEE:2005:AU8651

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
20 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/080247-04 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van kinderpornografie en seksuele gedragingen

Op 20 december 2005 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van seksuele gedragingen en het bezit van kinderpornografie. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat, was aanwezig tijdens de zitting op 6 december 2005. De telastelegging werd gewijzigd op schriftelijke vordering van de officier van justitie, waarbij de inhoud van de telastelegging als bijlage aan het vonnis werd gehecht. De verdediging voerde aan dat de dagvaarding nietig moest worden verklaard vanwege een te algemene omschrijving van de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde echter dat er voldoende bewijs in het dossier aanwezig was om de beschuldigingen te onderbouwen.

De rechtbank heeft vervolgens de vrijspraak uitgesproken voor zowel de seksuele gedragingen als het bezit van kinderpornografie. De rechtbank concludeerde dat het bewijs voor de seksuele gedragingen enkel gebaseerd was op de verklaringen van het slachtoffer, zonder ondersteunend bewijs. De enige andere getuige, de moeder van het slachtoffer, had slechts waargenomen dat haar zoon overstuur was, wat niet voldoende bewijs opleverde voor de beschuldigingen.

Met betrekking tot het bezit van kinderpornografie oordeelde de rechtbank dat de verdachte had verklaard dat de gegevensdragers met de gewiste afbeeldingen afkomstig waren van zijn voormalige werkgever en dat er geen bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het bezit van dergelijke afbeeldingen. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de onder 1 telastegelegde feiten. De uitspraak van de rechtbank luidde dat de dagvaarding geldig was en dat de verdachte van alle telastegelegde feiten werd vrijgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 20 december 2005
Parketnummer: 17/080247-04
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 6 december 2005.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Anker, advocaat te Leeuwarden.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Op schriftelijke vordering van de officier van justitie ter terechtzitting is de telastelegging met betrekking tot feit 2 gewijzigd, zoals in die vordering staat omschreven. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van die vordering is aan dit vonnis gehecht. De inhoud daarvan moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
VERWEER
Bij pleidooi heeft de raadsman betoogd dat de dagvaarding voor wat betreft het onder 2 telastegelegde nietig moet worden verklaard, nu in deze telastelegging ten onrechte is volstaan met een zeer algemene omschrijving van de afbeeldingen, films en filmfragmenten die verdachte in voorraad zou hebben gehad, zonder nadere concretisering, waardoor voor verdachte onvoldoende duidelijk is wat hem exact wordt verweten. De rechtbank volgt dit betoog niet. In het dossier bevinden zich uitgebreide beschrijvingen van de afbeeldingen, films en filmfragmenten die door de politie op de inbeslaggenomen gegevensdragers zijn aangetroffen. Gelet hierop is duidelijk welke gedragingen aan verdachte verweten worden en kon in de telastelegging met een algemene omschrijving worden volstaan.
VRIJSPRAAK
De rechtbank is van oordeel dat verdachte van zowel het onder 1. primair, subsidiair en meer subsidiair telastegelegde als van het onder 2. telastegelegde dient te worden vrijgesproken. De rechtbank heeft daartoe het volgende in overweging genomen.
Het bewijs voor de seksuele gedragingen die de kern vormen van de onder 1. telastegelegde delicten kan slechts worden gevonden in de verklaringen die het slachtoffer bij de politie heeft afgelegd. Andere bewijsmiddelen die deze verklaringen kunnen ondersteunen zijn er niet. Verdachte heeft het telastegelegde ontkend, terwijl de moeder van het slachtoffer, die als enige andere getuige in de woning aanwezig was, alleen heeft waargenomen dat haar zoon op de bewuste avond op een zeker moment erg overstuur bij haar kwam. Daarin kan, anders dan door de officier van justitie is betoogd, evenwel nog niet het bewijs voor de verweten seksuele gedragingen worden gevonden. Het voorgaande betekent dat het wettig bewijs voor het onder 1. telastegelegde ontbreekt, zodat daarvoor vrijspraak dient te volgen.
Met betrekking tot het onder 2. telastegelegde overweegt de rechtbank dat uit het dossier blijkt dat in de woning van verdachte gegevensdragers zijn aangetroffen die (gewiste) afbeeldingen bevatten van seksuele gedragingen waarbij personen waren betrokken die kennelijk de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat zijn voormalige werkgever dergelijke gegevensdragers beschikbaar had voor zijn werknemers, dat meerdere werknemers van de betreffende gegevensdragers gebruik konden maken en dat hij deze op een zeker moment mee naar huis heeft genomen. Deze verklaring wordt niet weerlegd door enig bewijsmiddel in het dossier. Integendeel, het dossier geeft blijk van een aantal feiten en omstandigheden die een bevestiging van de lezing van verdachte vormen, zoals het feit dat het gaat om gewiste bestanden, die, voor zover in het onderzoek kon worden nagegaan, gemiddeld vijf jaar voor de aanhouding van verdachte laatstelijk zijn geopend en de omstandigheid dat op de computer van verdachte zelf kennelijk geen sporen in wat voor vorm dan ook van kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen. De rechtbank heeft op grond van de wettige bewijsmiddelen dan ook niet de overtuiging kunnen bekomen dat verdachte zich aan het onder 2. telastegelegde schuldig heeft gemaakt, zodat ook voor dit feit vrijspraak dient te volgen.
BENADEELDE PARTIJ
Namens [naam] heeft de wettelijke vertegenwoordiger zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door [naam] geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 telastegelegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard, nu verdachte van het onder 1 telastegelegde is vrijgesproken.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Verklaart de dagvaarding geldig.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair en onder 2 is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte ieder de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. H.R. Bax en mr. J. van Bruggen, rechters, bijgestaan door mr. E.M. Troost, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 december 2005.
Mr. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.