ECLI:NL:RBLEE:2005:AU7449
Rechtbank Leeuwarden
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Bijstandsverlening voor minderjarige kinderen van ouders zonder recht op bijstand
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 28 november 2005, gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot bijstandsverlening aan minderjarige kinderen van ouders die geen recht hebben op bijstand. De verzoekers, [A] en [B], vertegenwoordigd door hun moeder en advocaat mr. G.J.P.M. Grijmans, hebben een verzoek ingediend tegen het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Zuidwest-Fryslân, dat hen bijstandsverlening op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) heeft geweigerd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een acute noodsituatie, waarbij de verzoekers en hun ouders afhankelijk zijn van steun van derden, die niet langer kan worden geboden. Dit heeft geleid tot een overmachtsituatie waarin de verzoekers zich bevinden.
De voorzieningenrechter overweegt dat, gezien de omstandigheden, het verzoek om bijstandsverlening moet worden toegewezen. De rechter oordeelt dat artikel 16 lid 2 van de WWB buiten toepassing moet blijven, omdat dit in strijd is met artikel 2 lid 1 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, dat discriminatie op basis van de status van de ouders verbiedt. De voorzieningenrechter benadrukt dat er geen onderscheid gemaakt mag worden tussen verzoekers en minderjarigen met de Nederlandse nationaliteit.
De uitspraak houdt in dat de ouders van de verzoekers met ingang van 31 augustus 2005 recht hebben op bijstand ter hoogte van het verschil tussen het normbedrag voor een alleenstaande ouder en dat voor een alleenstaande, tot twee weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. De verweerder is bovendien veroordeeld tot uitbetaling van de uitkering binnen een week en tot vergoeding van het betaalde griffierecht van € 37,- aan de verzoekers. Tevens is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers, die op € 644,- zijn vastgesteld. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.