ECLI:NL:RBLEE:2005:AU5551
Rechtbank Leeuwarden
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Auteursrechtelijke geschil over de exploitatie van een fietscafé en de trapbar
In deze zaak heeft de vennootschap onder firma HET FIETSCAFÉ, vertegenwoordigd door haar vennoten, een kort geding aangespannen tegen [E], de exploitant van de trapbar. De VOF vorderde onder andere dat [E] zou worden verboden de trapbar te exploiteren, omdat dit inbreuk zou maken op hun auteursrecht. De VOF heeft het fietscafé in 1997 ontwikkeld en verhuurt dit sindsdien. [E] heeft, geïnspireerd door het fietscafé, een eigen variant, de trapbar, ontwikkeld en in de verhuur gebracht. De VOF stelde dat de trapbar inbreuk maakt op hun auteursrecht, omdat de totaalindruk van beide voertuigen vrijwel gelijk is, ondanks enkele visuele verschillen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het ontwerp van het fietscafé een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en dat het auteursrecht op het fietscafé rust. De rechter oordeelde dat [E] met de trapbar een nabootsing heeft gemaakt die niet als een nieuw, oorspronkelijk werk kan worden aangemerkt. De rechter heeft [E] geboden om de exploitatie van de trapbar te staken en zich in de toekomst te onthouden van inbreuk op het auteursrecht van de VOF. Tevens is [E] verplicht om binnen vier weken na betekening van het vonnis opgave te doen van alle verhuurtransacties met betrekking tot de trapbar.
De rechter heeft een dwangsom verbonden aan de geboden, met een maximum van € 100.000,00, en heeft [E] veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 3 november 2005 door mr. U. van Houten, voorzieningenrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad. De termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak is vastgesteld op drie maanden na de uitspraak.