ECLI:NL:RBLEE:2005:AU4361

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
14 oktober 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
05/1743
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening en schorsing van ontruimingsbesluit in bestuursrechtelijke context

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 14 oktober 2005, hebben verzoekers [A] en [B] een voorlopige voorziening aangevraagd tegen een besluit van de burgemeester van Opsterland. Dit besluit, dat op 13 oktober 2005 aan verzoekers was medegedeeld, hield in dat zij per 14 oktober 2005 om 13.00 uur het pand aan de [adres] te [C] moesten ontruimen. Daarnaast was er een samenscholingsverbod opgelegd in de omgeving van het pand, en was bepaald dat onbevoegden het pand niet mochten betreden.

Verzoekers hebben bezwaar aangetekend tegen dit besluit en hebben zich tot de voorzieningenrechter gewend om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft de ingediende stukken bestudeerd en was niet overtuigd van de juistheid van het standpunt van de burgemeester, die stelde dat er ernstige vrees was voor verstoring van de openbare orde. Zonder nadere onderbouwing leek de ontruiming op dat moment niet gerechtvaardigd.

Gelet op de omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om bij wijze van ordemaatregel de ontruiming te schorsen totdat er een definitieve uitspraak zou worden gedaan over het verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het bestreden besluit, voor zover het de ontruiming betreft, geschorst wordt tot het moment van uitspraak op het verzoek van verzoekers.

De uitspraak werd gedaan door mr. C.M. Telman, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. M.A. Jansen als griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
Uitspraak ex artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nr.: 05/1743
Inzake het geding tussen
[A] en [B], wonende te [C], verzoekers,
gemachtigde: mr. M. Schuckink Kool, advocaat te Den Haag,
en
de burgemeester van Opsterland, verweerder.
Motivering
Bij brief van 13 oktober 2005 heeft verweerder verzoekers mededeling gedaan van zijn besluit betreffende de toepassing van art. 172 lid 3 Gemeentewet, inhoudende -kort gezegd- dat op 14 oktober 2005 om 13.00 uur verzoekers het pand aan de [adres] te [C] ontruimd moeten hebben, waarna het pand ontoegankelijk gemaakt zal worden. Voorts is besloten tot een samenscholingsverbod in de omgeving van het hiervoor bedoelde pand en is bepaald dat onbevoegden het pand niet mogen betreden.
Verzoekers hebben bij verweerder een bezwaarschrift ingediend. Op 14 oktober 2005 hebben zij zich tevens tot de voorzieningenrechter gewend met het verzoek om ten aanzien van het bestreden besluit een voorlopige voorziening te treffen.
Naar aanleiding van het verzoek om voorlopige voorziening heeft de griffier van de rechtbank onderzocht of verweerder bereid is om de beslissing van de voorzieningenrechter af te wachten, hetgeen niet het geval blijkt te zijn. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de door verweerder ingezonden stukken bestudeerd en is op grond van de inhoud daarvan niet op voorhand overtuigd van de juistheid van het standpunt van verweerder, inhoudende dat sprake is van ernstige vrees voor het ontstaan van verstoring van de openbare orde. Zonder een nadere onderbouwing door verweerder lijkt ontruiming op dit moment dan ook niet gerechtvaardigd.
Onder de hiervoor geschetste omstandigheden komt het de voorzieningenrechter aangewezen voor om bij wijze van ordemaatregel een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat het bestreden besluit voor zover het gaat om de aangezegde ontruiming wordt geschorst totdat zij uitspraak heeft gedaan inzake het verzoek om voorlopige voorziening.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
- treft de voorlopige voorziening dat het bestreden besluit van 13 oktober 2005, voor zover daarbij is bepaald dat verzoekers het pand per 14 oktober 2005 om 13.00 uur ontruimd moeten hebben, wordt geschorst tot het tijdstip, waarop de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening van [A] en [B].
Aldus gegeven door mr. C.M. Telman, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2005, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Jansen als griffier.
w.g. M.A. Jansen
w.g. C.M. Telman
Tegen deze uitspraak kan geen rechtsmiddel worden aangewend.
Verzonden per fax op: 14 oktober 2005