ECLI:NL:RBLEE:2005:AU1901

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
1 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
05/1386
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunning voor autocross en de beoordeling van overlast in het kader van de APV

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 1 september 2005 een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een vergunning voor het organiseren van een autocross. De vergunning was verleend door de burgemeester van de gemeente Heerenveen op 2 augustus 2005, op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Verzoekster, die in de directe omgeving van het crossterrein woont, had bezwaar gemaakt tegen de vergunning, met als argument dat het evenement zou leiden tot onevenredige overlast en dat er strijdigheid met het bestemmingsplan zou zijn.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak overwogen dat voor het treffen van een voorlopige voorziening in beginsel aanleiding bestaat indien het bezwaar of beroepschrift gegrond zal worden verklaard. Echter, in dit geval was de voorzieningenrechter van oordeel dat de door verzoekster gestelde overlast niet dusdanig was dat de vergunning niet verleend had kunnen worden. De voorzieningenrechter heeft daarbij in aanmerking genomen dat het evenement slechts één dag per jaar plaatsvindt en dat er voorschriften aan de vergunning zijn verbonden ter beperking van de overlast, mede naar aanleiding van klachten over een eerdere autocross in 2004.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat de strijdigheid met het bestemmingsplan niet als weigeringsgrond in de APV is genoemd. Hierdoor was de burgemeester niet verplicht om rekening te houden met het bestemmingsplan bij het verlenen van de vergunning. Gelet op deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling. De voorzieningenrechter heeft meegedeeld dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep openstaat, waarna de zitting werd gesloten.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
Proces-verbaal mondelinge uitspraak ex artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nr.: 05/1386
Inzake het geding tussen
[A], wonende te [B], verzoekster,
en
de burgemeester van de gemeente Heerenveen, verweerder,
gemachtigde: mr. G.H.D. van der Veer, medewerker bij verweerders gemeente.
1. Aanduiding van het besluit waarop het verzoek betrekking heeft
Het besluit van verweerder van 2 augustus 2005, inhoudende het verlenen van een vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen (APV) voor het organiseren van een autocross op zondag 4 september 2005 op een weiland aan de Buitenweg te Oudehorne.
2. Datum van de zitting
Het verzoek is behandeld ter zitting van 1 september 2005. Verzoekster is tezamen met haar echtgenoot verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door voornoemde gemachtigde.
3. De voorzieningenrechter sluit de behandeling en doet onmiddellijk mondeling uitspraak
a. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek af.
b. De gronden van de beslissing
Voor het treffen van een voorlopige voorziening, zoals is gevraagd door verzoekster, is in beginsel aanleiding indien de voorzieningenrechter van oordeel is dat een tegen een besluit ingediend bezwaar- of beroepschrift gegrond zal worden verklaard. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de hoofdzaak.
Gelet op het feit dat verzoekster in de directe omgeving van het crossterrein woont en op de te verwachten geluidsoverlast is verzoekster belanghebbende bij het bestreden besluit.
In art. 2.2.2. van de APV zijn de gronden genoemd op grond waarvan een evenementenvergunning kan worden geweigerd. De vergunning kan onder meer worden geweigerd in het belang van het voorkomen of beperken van overlast. Ter behartiging van dit belang zijn aan de vergunning voorschriften verbonden ter beperking van overlast, waarbij, naar aanleiding van een klacht over de in 2004 gehouden autocross, rekening is gehouden met de omwonenden. Mede nu sprake is van een evenement dat slechts op één dag per jaar plaats vindt, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de door verzoekster gestelde overlast niet dusdanig is dat de vergunning om die reden in redelijkheid niet verleend had kunnen worden.
De door verzoekster gestelde strijdigheid met het bestemmingsplan wordt in art. 2.2.2. APV niet genoemd als weigeringgrond. Verweerder heeft bij het verlenen van deze vergunning dan ook geen rekening hoeven houden met de bepalingen van het bestemmingsplan.
Het door verzoekster ingediende bezwaarschrift zal naar verwachting ongegrond worden verklaard. Om die reden ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
Er is geen aanleiding voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling.
De voorzieningenrechter deelt mede dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep open staat.
De zitting wordt gesloten.
Waarvan proces-verbaal.
w.g. M.A. Jansen , griffier
w.g. A.J. Rietveld, voorzieningenrechter
Afschrift verzonden op: