ECLI:NL:RBLEE:2005:AU0442
Rechtbank Leeuwarden
- Voorlopige voorziening
- C.M. Telman
- B.M. van der Doef
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke vrijstelling van het bestemmingsplan voor het Veenhoopfestival
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 27 juli 2005 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de tijdelijke vrijstelling van het bestemmingsplan "Buitengebied" voor de organisatie van het Veenhoopfestival. Verzoeker, handelend onder de naam "De Veenhoop Watersport en Recreatie", heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland, dat op 21 juli 2004 tijdelijke vrijstelling verleende voor de organisatie van het festival. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker als belanghebbende kan worden aangemerkt, aangezien hij pal naast het festivalterrein woont en werkt. Dit geeft hem het recht om bezwaren aan te voeren, waaronder milieubezwaren.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de stichting, die stelde dat de activiteiten onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan vallen, niet kunnen beoordelen omdat zij niet bekend is met de overgangsbepalingen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er gebreken kleven aan het besluit van de gemeente. Ten eerste is onterecht vrijstelling verleend voor een jaarlijks terugkerende activiteit, wat niet in overeenstemming is met de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Ten tweede heeft de gemeente onvoldoende rekening gehouden met milieubelangen, gezien de nabijheid van een beschermd natuurgebied. Ten derde is niet onderzocht of andere vergunningen of ontheffingen nodig zijn voor het festival.
Ondanks deze gebreken heeft de voorzieningenrechter besloten om het bestreden besluit niet te schorsen, omdat dit grote financiële gevolgen voor de stichting zou hebben. De stichting had al aanzienlijke kosten gemaakt en contracten gesloten in de veronderstelling dat het festival door kon gaan. De belangen van verzoeker zijn minder groot geacht dan die van de stichting, en er was twijfel over het causaal verband tussen het festival en de door verzoeker gestelde negatieve gevolgen voor zijn camping. De voorzieningenrechter heeft de gemeente veroordeeld in de proceskosten van verzoeker en verklaard dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep openstaat.