a. [eiser] woont in Franeker aan de [adres]. Franeker behoort tot de gemeente Franekeradeel. Medio 1999 is de Gemeente overgegaan tot herinrichting van de wijk waarin [eiser] woont, [naam wijk] genaamd. In het kader van deze herinrichting is de uit 1945 stammende betonnen riolering, die op een aantal plaatsen lekkage vertoonde en poreus was, vervangen door een nieuwe riolering. Een groot deel van de riolering kreeg een ruimere diameter dan de vorige riolering. Ook is (na daartoe verkregen vergunning van het betreffende Waterschap) een tweetal sloten in het kader van het bouwrijp maken van het voormalige Frisia-terrein in 1998 gedempt. Daarbij is een drainageleiding aangelegd. De rioleringswerkzaamheden zijn vooraf gegaan door onderzoek en advisering. In dat kader zijn het “Gemeentelijk Rioleringsplan 1996” en het “Optimalisatie basisrioleringsplan bemalingsgebied West te Franeker” opgesteld. Laatstbedoeld rapport is in opdracht van de Gemeente (in januari 1999) opgesteld door Witteveen en Bos raadgevend ingenieurs B.V. (hierna: Witteveen en Bos). Witteveen en Bos heeft tevens het rapport “Verkennend bodemonderzoek herinrichting wijk [naam wijk] te Franeker” uitgebracht. De vervanging van het rioolstelsel is uitgevoerd op de wijze die door Witteveen en Bos was voorgesteld.
b. Bij brief van 27 december 1999 heeft [eiser] de Gemeente meegedeeld dat hij sinds de vervanging van de riolering last heeft van water onder de vloer en dat hij als gevolg daarvan schade lijdt, voor welke schade [eiser] de Gemeente aansprakelijk heeft gesteld. De verzekeraar van de Gemeente heeft daarop onderzoek laten doen door GAB Robins Takkenberg B.V. (hierna: GAB). GAB vermeldt in haar 17 februari 2000 gedateerde rapport dat de grondwaterstand hoogstwaarschijnlijk (er zijn geen objectieve gegevens beschikbaar) als gevolg van de vervanging van de riolering gestegen is.
c. Nadat meerdere bewoners van de wijk [naam wijk] zich bij de Gemeente meldden met dezelfde klachten als die van [eiser], heeft de Gemeente medio 2001 opdracht gegeven aan Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. (hierna: Oranjewoud) een onderzoek uit te voeren naar de wateroverlast. Oranjewoud heeft in februari 2002 haar rapport uitgebracht. In het hoofdstuk “Conclusies” wordt onder meer het navolgende gesteld:
“De ondergrond in de wijk bestaat uit slecht waterdoorlatende kleigrond” en “Ondanks dat dit onderzoek niet primair tot doel had de oorzaak van de wateroverlast te achterhalen, kan aangenomen worden dat het oude rioolstelsel niet goed afsloot en dus grondwater afvoerde. Hierdoor fungeerde het oude rioolstelsel tevens in meer of mindere mate als drainage. Daarnaast kan het dempen van twee sloten, gelegen tussen het voormalige Frisia terrein en de wijk, plaatselijk hogere grondwaterstanden hebben veroorzaakt. De hier aangebrachte cunetdrainage bij het bouwrijp maken van het terrein heeft de ontwateringsfunctie van de voormalige sloten gedeeltelijk gecompenseerd. Ten gevolge van de hogere ligging van de drain is de ontwateringsbasis hoger komen te liggen.
Verder is aan de zuidzijde van de wijk bij de haven in 2000/2001 door de watersportvereniging Franeker een houten damwand geplaatst. Door deze damwand wordt de grondwaterafvoer naar het aangrenzende oppervlaktewater gestagneerd. Ten slotte dient te worden opgemerkt dat in natte perioden op de woonpercelen plaatselijk schijnspiegels aanwezig zijn ten gevolge van verdichte grondlagen ondiep in het bodemprofiel. Dit veroorzaakt plaatselijk ook wateroverlast.” en “Voor grondwaterstanden in bebouwd gebied wordt vaak aangehouden dat deze op minimaal 20 cm beneden de bodem van de kruipruimte behoort te blijven.”
d. In de loop van 2003 heeft de Gemeente het in het rapport van Oranjewoud voorgestelde drainagesysteem in het weglichaam gerealiseerd. Tevens is de bewoners de mogelijkheid geboden om op eigen kosten een huisaansluiting te realiseren, hetgeen inhield dat vanuit de drainagesysteem in het weglichaam een uitlegger naar het betreffende perceel zou worden aangebracht. Een aantal bewoners, waaronder [eiser], heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
e. GAB heeft op 29 oktober 2002 een nader rapport uitgebracht. Daarin is onder “Oorzaak” onder meer vermeld: “Ons inziens wordt de stijging van het grondwater, waardoor de vochtoverlast in de kruipruimte van de woning van tegenpartij ontstaat, primair veroorzaakt door het opheffen van de drainerende werking van de oude riolering. Bijkomende oorzaken zijn het dempen van de sloot langs de Frisia waardoor de afvoercapaciteit van het water uit de geroerde laag geringer is en de waterdichte damwand langs de haven van de Watersportvereniging Franeker. De laatste twee genoemde oorzaken zijn indirecte oorzaken die de eerste oorzaak versterken”.
f. In de correspondentie tussen partijen heeft de Gemeente betwist dat zij aansprakelijk is voor de door [eiser] gestelde schade.