ECLI:NL:RBLEE:2005:AT6429

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
23 mei 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
05/686
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring van vervangend rijbewijs wegens verstrekken onjuiste gegevens bij de aanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Leeuwarden op 23 mei 2005 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, [A], had een vervangend rijbewijs aangevraagd, omdat zijn oude rijbewijs vermist was geraakt. De burgemeester van Lemsterland, als verweerder, had echter op 26 april 2005 besloten om dit vervangend rijbewijs ongeldig te verklaren, omdat verzoeker onjuiste gegevens had verstrekt bij de aanvraag. Tijdens de zitting is vastgesteld dat verzoeker zijn oude rijbewijs niet daadwerkelijk had verloren, maar dit in onderpand had gegeven aan een bedrijf in Bant. Dit leidde tot de conclusie dat de aanvraag voor het vervangend rijbewijs niet had mogen worden goedgekeurd, indien de juiste informatie bekend was geweest.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding was om het verzoek tot voorlopige voorziening toe te wijzen. De wet, in dit geval de Wegenverkeerswet 1994, schrijft voor dat een rijbewijs ongeldig verklaard moet worden als het is afgegeven op basis van onjuiste gegevens. Verzoeker had aangevoerd dat hij zijn rijbewijs dringend nodig had voor zijn werk, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit geen reden was om van de wettelijke verplichting af te wijken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en meegedeeld dat er geen hoger beroep mogelijk is tegen deze uitspraak.

De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van correcte informatie bij de aanvraag van een rijbewijs en de strikte toepassing van de wet door de autoriteiten. De voorzieningenrechter heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken en de zitting werd gesloten met een proces-verbaal van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
Proces-verbaal mondelinge uitspraak ex artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nr.: 05/686
Inzake het geding tussen
[A], wonende te [B], verzoeker,
en
de burgemeester van Lemsterland, verweerder,
gemachtigde: R.E. Dommerholt, werkzaam bij verweerders gemeente.
1. Aanduiding van het besluit waarop het verzoek betrekking heeft
Het besluit van verweerder van 26 april 2005, inhoudende de ongeldigverklaring van het op 10 maart 2005 aan verzoeker verstrekte vervangend rijbewijs.
2. Datum van de zitting
Het verzoek is behandeld ter zitting van 23 mei 2005. Verzoeker is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door voornoemde gemachtigde, vergezeld door R. Rorije, werkzaam op de afdeling Burgerzaken van verweerders gemeente.
3. De voorzieningenrechter sluit de behandeling en doet onmiddellijk mondeling uitspraak
a. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek af.
b. De gronden van de beslissing
Voor het treffen van een voorlopige voorziening, zoals is gevraagd door verzoeker, is in beginsel aanleiding indien de voorzieningenrechter van oordeel is dat een tegen een besluit ingediend bezwaarschrift gegrond zal worden verklaard. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de hoofdzaak.
Ingevolge art. 124 lid 1 aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994 wordt een rijbewijs ongeldig verklaard voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, indien het rijbewijs is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste gegevens en het niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest.
De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoeker bij zijn aanvraag van een vervangend rijbewijs heeft aangegeven dat zijn oude rijbewijs vermist is geraakt, doordat het bij de jachthaven te Woudsend in het water is gevallen. Gebleken is echter dat verzoeker zijn oude rijbewijs in onderpand heeft afgegeven aan een bedrijf in Bant. Daarmee staat vast dat verzoeker onjuiste gegevens heeft verschaft bij de aanvraag van zijn vervangend rijbewijs. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende aannemelijk geworden dat het vervangend rijbewijs niet zou zijn afgegeven, indien verweerder van de onjuistheid van die gegevens op de hoogte zou zijn geweest.
Verweerder heeft gelet op het vorenstaande terecht besloten tot ongeldigverklaring van verzoekers rijbewijs.
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij de gebeurtenissen uit het verleden betreurt en dat hij zijn rijbewijs dringend nodig heeft voor zijn werk. Dit zijn echter geen redenen op grond waarvan verweerder de ongeldigverklaring achterwege had kunnen laten. De wet schrijft dwingend voor dat verweerder in een geval als het onderhavige tot ongeldigverklaring van het rijbewijs moet overgaan. Er is geen ruimte voor verweerder om een belangenafweging te maken en aldus rekening te houden met verzoekers belang bij behoud van zijn rijbewijs.
De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard zal worden. Er is dan ook geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
Er is geen aanleiding voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling.
De voorzieningenrechter deelt mede dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep open staat.
De zitting wordt gesloten.
Waarvan proces-verbaal.
w.g. P.R.M. Poiesz , griffier
w.g. C.M. Telman, voorzieningenrechter
Afschrift verzonden op: 24 mei 2005