ECLI:NL:RBLEE:2004:AS3713

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
1 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
60148 HA ZA 03-663
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over huurkoopovereenkomst WinstVerDriedubbelaar

In deze zaak, die op 1 december 2004 door de Rechtbank Leeuwarden is behandeld, staat de bevoegdheid van de civiele sector van de rechtbank ter discussie in een geschil dat mogelijk betrekking heeft op een huurkoopovereenkomst, bekend als de WinstVerDriedubbelaar. De eiser, Dexia Bank Nederland N.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in reconventie ook een vordering heeft ingediend. De rechtbank heeft beide partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de bevoegdheid van de rechtbank, aangezien uit landelijke jurisprudentie blijkt dat geschillen voortvloeiend uit dergelijke overeenkomsten tot de absolute bevoegdheid van de kantonrechter behoren.

De procedure is gestart met een dagvaarding op 4 augustus 2003, en er zijn verschillende processtukken gewisseld tussen de partijen. Dexia vordert een bedrag van 11.376,65 euro van de gedaagde, vermeerderd met rente, terwijl de gedaagde in reconventie een bedrag van 5.700,60 euro van Dexia vordert. Beide partijen hebben verweer gevoerd tegen elkaars vorderingen.

De rechtbank heeft besloten om de zaak aan te houden en te verwijzen naar de rolzitting van 29 december 2004, zodat partijen zich kunnen uitlaten over de bevoegdheid van de rechtbank of die van de kantonrechter. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.E. Biesma en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector civiel recht
afdeling handelsrecht
Uitspraak: 1 december 2004
Zaak-/Rolnummer: 60148 HAZA 03-663
VONNIS
van de enkelvoudige handelskamer in de zaak van:
de naamloze vennootschap Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie, verder te noemen Dexia,
procureur: mr. R.A. Schütz,
advocaat: mr. H. Post te Helmond,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
procureur: mr. A.H. Lanting
advocaat: mr. W.A. Tonckens te Amsterdam.
PROCESGANG
De zaak is bij dagvaarding van 4 augustus 2003 aanhangig gemaakt. In de procedure zijn de volgende processtukken gewisseld:
* conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van de zijde van [gedaagde];
* conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, tevens akte houdende voorwaardelijke wijziging van eis in conventie, van de zijde van Dexia;
* conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie, tevens antwoordakte inzake de voorwaardelijke wijziging van eis in conventie van de zijde van [gedaagde];
* akte voorwaardelijke wijziging van eis in reconventie van de zijde van [gedaagde];
* conclusie van dupliek in reconventie van de zijde van Dexia;
* akte uitlating producties van de zijde van [gedaagde].
Partijen hebben producties overgelegd. Ten slotte is door partijen vonnis gevraagd.
RECHTSOVERWEGINGEN
1. De vordering
De vordering van Dexia strekt er toe dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt om aan haar, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen een bedrag van 11.376,65 euro, vermeerderd met de contractuele rente ad 0,96% per maand, althans de wettelijke rente, over 9.516,19 euro vanaf 7 juni 2003 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
[gedaagde] heeft tegen de vordering verweer gevoerd met conclusie tot niet-ontvankelijk verklaring, althans ontzegging van de eis, en tot veroordeling van Dexia in de kosten van het geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
In reconventie heeft [gedaagde] gevorderd dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Dexia veroordeelt om aan hem tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van 5.700,60 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf de data waarop de door hem betaalde maandtermijnen zijn voldaan, althans vanaf 19 november 2003 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Dexia in de kosten van de procedure.
Dexia heeft tegen deze vordering verweer gevoerd met conclusie tot niet-ontvankelijk verklaring, en verwijzing van [gedaagde] in de kosten van het geding.
Beoordeling van het geschil
1. Zowel de vordering in conventie als die in reconventie vindt grondslag in een tussen partijen gesloten overeenkomst, onder de naam Winstverdriedubbelaar. Deze overeenkomst lijkt, voorshands, betrekking te hebben op een vorm van huurkoop.
Inmiddels is uit landelijke jurisprudentie gebleken en in ressortelijke afspraken vastgelegd dat de beoordeling van geschillen, voortvloeiend uit dergelijke overeenkomsten, tot de absolute bevoegdheid van de kantonrechter behoort. De rechtbank is dan ook voornemens de zaak, in de stand waarin zij zich bevindt, te verwijzen naar de sector kanton. Dit echter niet na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld zich hieromtrent uit te laten. De zaak zal hiertoe worden verwezen naar de rol van 29 december 2004.
2. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
BESLISSING
De rechtbank
verwijst de zaak naar de rolzitting van 29 december 2004, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich bij akte uit te laten over de bevoegdheid van deze rechtbank, dan wel die van de kantonrechter;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Biesma en in het openbaar uitgesproken door de rolrechter op 1 december 2004.
fn 342