5.3.2. De kantonrechter is van oordeel dat deze laatste vraag bevestigend dient te worden beantwoord en dat de overeenkomst voldoet aan de wettelijke definitie van huurkoop in art.7A:1576h juncto 1576 BW.
De overeenkomst betreft, naar de kantonrechter begrijpt, lease van aandelen in verzameldepots als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer (Wge). Dergelijke aandelen zijn vermogensrechten in de zin van artikel 3:6 BW. Uit de artikelen 7:47 en 7A:1576 lid 5 BW volgt dat huurkoop betrekking kan hebben op vermogensrechten. Het verweer van Dexia dat de overeenkomst geen huurkoopovereenkomst is omdat deze geen lease van zaken, maar van vermogensrechten betreft, wordt derhalve verworpen.
Anders dan Dexia betoogt, voldoet de overeenkomst aan de essentialia van de huurkoopovereenkomst, althans heeft de overeenkomst dezelfde strekking, zodat zij - op de voet van artikel 7A:1576h leden 2 en 3 BW - als huurkoop dient te worden aangemerkt.
Dexia heeft zich verbonden de aandelen in eigendom over te dragen onder de opschortende voorwaarde van algehele betaling van de prijs.
Dit blijkt in de eerste plaats uit artikel 5 van de overeenkomst: "Zodra lessee al datgene aan Legio-Lease heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd is of zal worden, is lessee automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden geworden.".
Ook in artikel 11 van de Bijzondere Voorwaarden is expliciet opgenomen dat uitgangspunt is dat de lessee de eigendom van de waarden wordt overgedragen nadat lessee heeft voldaan aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst. Dat lessee er de voorkeur aan kan geven dat de aandelen kunnen worden verkocht, doet aan het voorgaande niet af.
Voor de vraag of er al dan niet sprake is van een huurkoopovereenkomst is, anders dan Dexia meent, de tekst van de overeenkomst doorslaggevend, niet de (vermeende) strekking daarvan. Dit zou immers betekenen dat de aard van de overeenkomst afhankelijk zou zijn de (oorspronkelijke) bedoeling van de individuele cliënt bij het aangaan van de overeenkomst.
Door voldoening aan al zijn verplichtingen uit de overeenkomst wordt [x], zoals volgt uit artikel 5 van de overeenkomst van rechtswege eigenaar van de aandelen. Daarmee verkrijgt hij de voor verkoop (en levering) nodige beschikkingsbevoegdheid.
Dexia heeft zich verder verbonden de aandelen op een zodanig tijdstip aan gedaagde af te leveren dat daarna (nog) twee of meer termijnen verschijnen.
Onder aflevering dient, zoals blijkt uit artikel 7A:1576l lid 1 BW, te worden verstaan: verschaffing van de macht over het vermogensrecht. Dit betekent voor aandelen als de onderhavige: verschaffing van het genot daarvan, zoals is bepaald in artikel 7A:1576m lid 1 BW.
Dat Dexia zich heeft verbonden aan gedaagde het genot van de aandelen te verschaffen, blijkt uit de eerste volzin van artikel 3 van de Bijzondere Voorwaarden, die bepaalt dat alle baten van de aandelen gedaagde toekomen, en uit de tweede volzin van artikel 3 van de Bijzondere Voorwaarden, die bepaalt dat Dexia de dividendbaten zo spoedig mogelijk na betaalbaarstelling daarvan aan gedaagde zal doen toekomen. Een en ander stemt overeen met het bepaalde in artikel 7A:1576n leden 1 en 2 BW. Gesteld noch gebleken is dat Dexia tot de onvoorwaardelijke eigendomsoverdracht op enigerlei wijze het genot van de aandelen heeft behouden.
Het tijdstip van aflevering is, naar moet worden aangenomen, het tijdstip van de hiervoor bedoelde eigendomsoverdracht onder opschortende voorwaarde.
Gedaagde ten slotte heeft zich verbonden de prijs te betalen in termijnen, waarvan (nog) twee of meer verschijnen nadat de aandelen aan hem zijn afgeleverd. Dit blijkt uit artikel 3 van de overeenkomst:
"3. De leasesom bedraagt:
a. Het totaal van 60 gelijke maandtermijnen van zegge: ƒ 150,99
...
De eerste maandtermijn dient te worden voldaan op of omstreeks de 1e van de maand volgend op de aankoopdag van de waarden en daarna telkens op of omstreeks de 1e dag van de daaropvolgende maand.
b. Een bedrag van ƒ 100,-; ..., op of omstreeks de 59e maand.
c. Aan het einde van de overeenkomst het restant van: zegge ƒ 12.935,30.
...
Dit restant wordt in principe verrekend met de verkoopopbrengst van de waarden.".
Ook indien, zoals Dexia aanvoert, de 60 maandtermijnen rente betreffen, dienen deze termijnen te worden aangemerkt als termijnen van de koopprijs als bedoeld in artikel 7A:1576 lid 1 BW. Het gaat om de prijs van de lening die gedaagde is aangegaan om de aandelen te kunnen kopen, en daarmee, althans in economisch opzicht, om een onderdeel van de prijs van de aandelen. Het verweer van Dexia dat het bedrag van
ƒ 100,-- op het geheel van de koopprijs van ondergeschikt belang is en zo weinig betekenend dat de effectenlease-overeenkomst daarmee niet het afbetalingskarakter krijgt dat door artikel 7A: 1576 BW wordt verondersteld, laat zich niet verenigen met de tekst aan de voet van de door haar als productie bij de dagvaarding in het geding gebrachte eindafrekening ("De hoofdsom is het bedrag waarvoor de aandelen voor uw contract zijn aangekocht. In verband met artikel 1576 van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek deelt Legio deze hoofdsom in tweeën: in een "restant hoofdsom" en een "eerste aflossingstermijn" van € 45,38") en wordt daarom verworpen.