Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
Uitspraak: 23 september 2004
Parketnummer: 17/081068-04
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI Overijssel, HvB Zwolle, te Zwolle.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 9 september 2004.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen.
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
PARTIËLE NIETIGHEID VAN DE DAGVAARDING
De rechtbank is van oordeel dat de in de één na laatste alinea van zowel het onder 1. als het onder 2. telastegelegde genoemde (grote) hoeveelheid foto's in (een zestal) ordners en/of (een tweetal) enveloppen onvoldoende feitelijk zijn omschreven. De rechtbank acht deze onderdelen van de dagvaarding dan ook nietig.
Uit de bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid in welke van de twee telastegelegde periodes verdachte de in die telastelegging gespecificeerde foto's en films heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd. Daarnaast volgt niet uit de bewijsmiddelen dat verdachte al deze foto's en films of een specifiek deel daarvan reeds voor 1 oktober 2002 in voorraad heeft gehad. Consequentie van één en ander is dat verdachte van het onder 1. telastegelegde geheel moet worden vrijgesproken terwijl van het onder 2. telastegelegde alleen bewijsbaar is dat verdachte de genoemde foto's en films in die periode in zijn bezit heeft gehad.
De rechtbank acht het onder 2. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 2 juni 2004, te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, meermalen een afbeelding en een gegevensdrager, telkens bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, te weten:
- een harde schijf van een computer, bevattende diverse mappen, met daarin een grote hoeveelheid foto's en een hoeveelheid digitale filmpjes, waaronder [omschrijving afbeeldingen]
- een hoeveelheid (zelf gebrande) cd's/cd-roms, bevattende een grote hoeveelheid foto's en films, waaronder [omschrijving afbeeldingen]
in bezit heeft gehad, zulks terwijl hij van het plegen van deze misdrijven een gewoonte heeft gemaakt.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezene levert op het misdrijf :
2. Een gewoonte maken van het plegen van het misdrijf: een gegevensdrager, bevattende
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in
bezit hebben.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, het voorlichtingsrapport en de psychiatrische en psychologische rapportage;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telastegelegde tot 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht;
- het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het bezit van een grote hoeveelheid kinderpornografie. Het betreft hier een ernstig feit.
Het is algemeen bekend dat om dergelijke afbeeldingen te kunnen vervaardigen kinderen over de hele wereld misbruikt worden, waarbij kinderen veelal ernstige en onherstelbare trauma's oplopen. Kinderen dienen beschermd te worden tegen dit ernstige misbruik. Een ieder die treedt in het circuit van de kinderpornografie is medeschuldig aan de instandhouding daarvan en derhalve ook moreel medeschuldig aan misbruik van kinderen. Verdachte was zich daar ook goed van bewust maar hij stelde desalniettemin zijn eigen lustbeleving voorop.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte een gevangenisstraf dient te worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat een gedeelte daarvan voorwaardelijk zal zijn met een bijzondere voorwaarde. De rechtbank acht het in het belang van de maatschappij dat verdachte begeleid en behandeld zal worden teneinde te voorkomen dat hij verder bijdraagt aan het maken van nog meer slachtoffers. Voorts acht de rechtbank een werkstraf op zijn plaats.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
Verklaart de dagvaarding ten aanzien van de op één na laatste alinea van zowel het onder 1. als het onder 2. telastegelegde partiëel nietig.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 127 dagen niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
- zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland te Leeuwarden;
- ervoor zorgt dat hij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor deze reclasseringsinstelling;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling, ook indien dit het volgen van een daderbehandeling zou inhouden.
Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan de duur van de aan verdachte onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, te weten heden, 23 september 2004 en beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte.
Een werkstraf, bestaande uit het verrichten van 240 uren onbetaalde arbeid.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen computer en telefoon.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. G.A.M. Peper en mr. G.C. Koelman, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 september 2004.