ECLI:NL:RBLEE:2004:AR2918

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
3 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/1377 WRO
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning voor windmolen met gewijzigde ashoogte en type turbine

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 3 september 2004 uitspraak gedaan in een geschil over een bouwvergunning voor een windturbine. Eiseres, de vereniging It Fryske Gea, had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel, dat een vergunning had verleend voor de oprichting van een windturbine met een ashoogte van 35 meter. Dit besluit volgde op een eerdere weigering van een vergunning voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter. De rechtbank moest beoordelen of het gewijzigde bouwplan als een nieuwe aanvraag had moeten worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat dit inderdaad het geval was, omdat niet alleen de ashoogte was verlaagd, maar ook een ander type turbine zou worden toegepast. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat de gemeente Littenseradiel het griffierecht van € 232,00 aan eiseres moest vergoeden. Daarnaast werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die € 644,00 bedroegen. De uitspraak bevestigde de noodzaak voor een nieuwe aanvraag bij significante wijzigingen in het bouwplan.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
Uitspraak ex artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nr.: 03/1377 WW44
Inzake het geding tussen
de vereniging It Fryske Gea, gevestigd te Leeuwarden, eiseres,
gemachtigde: mr. J. Veltman, advocaat te Groningen,
en
het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel, verweerder,
gemachtigde: B. Kroese, werkzaam in gemeentelijke dienst.
Procesverloop
Bij brief van 24 oktober 2003 heeft verweerder eiseres mededeling gedaan van zijn besluit op bezwaar betreffende de toepassing van de Woningwet.
Tegen dit besluit is namens eiseres beroep ingesteld.
De rechtbank heeft schriftelijke toestemming van partijen gevraagd om op grond van art. 8:57 Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak te doen buiten zitting. Deze toestemming is niet door alle partijen verleend. De rechtbank heeft daarop besloten tot versnelde behandeling van de zaak op de voet van art. 8:52 Awb.
De zaak is behandeld ter zitting van de rechtbank, enkelvoudige kamer, gehouden op 29 juni 2004. Partijen zijn verschenen bij gemachtigde. Namens de vergunninghouders, de maatschap [A.] en de heer [B.] uit Easterein , is verschenen mr. E. Wiarda, gemachtigde.
Motivering
Op 14 december 2000 hebben de maatschap [A.] en [B.] een aanvraag om bouwververgunning ingediend voor de oprichting van een windturbine met een ashoogte van 40 meter op het perceel Skrok 2 te Easterein.
Verweerder heeft de gevraagde vergunning geweigerd bij besluit van 29 november 2001. Hiertegen is bezwaar gemaakt.
De maatschap [A.] en [B.] hebben gebruik gemaakt van de door verweerder geboden gelegenheid de bouwaanvraag te wijzigen.
Bij de thans bestreden beslissing op bezwaar heeft verweerder de bezwaren gegrond verklaard en -onder intrekking van het primaire weigeringsbesluit- alsnog vergunning verleend voor de oprichting van een windturbine met een ashoogte van 35 meter.
De rechtbank overweegt als volgt.
Verweerder heeft het gewijzigde bouwplan getoetst aan en in overeenstemming geacht met het ten tijde van de indiening van de bouwaanvraag geldende bestemmingsplan "Buitengebied Littenseradiel west". Ingevolge dit plan rust op de bouwlocatie de bestemming "agrarische bedrijfsdoeleinden". Op de als zodanig aangewezen gronden is ingevolge de planvoorschriften per agrarisch bedrijf ten hoogste één windturbine toegestaan met een ashoogte van ten hoogste 35 meter.
Aan de orde is de vraag of verweerder het gewijzigde bouwplan niet als een nieuwe bouwaanvraag had moeten aanmerken, met als gevolg dat de aanvraag voor de oprichting van een windturbine met een ashoogte van 35 meter op grond van art. 50 lid 1 Woningwet had moeten worden aangehouden dan wel wegens strijd met het nieuwe planologische regime had moeten worden geweigerd. Hiertoe overweegt de rechtbank het volgende.
Verweerder behoort te beslissen op de bouwaanvraag zoals die is ingediend, doch daar doet niet aan af dat het college onder omstandigheden bevoegd of zelfs verplicht is de aanvrager in de gelegenheid te stellen de aanvraag te wijzigen of aan te vullen. Daarvoor kan met name aanleiding bestaan indien er door wijziging of aanvulling beletselen voor het verlenen van de vergunning kunnen worden weggenomen. Onder omstandigheden kan een zodanige wijziging leiden tot een nieuwe bouwaanvraag. Indien de wijzigingen van niet-ingrijpende aard zijn, kan nog worden gesproken van hetzelfde bouwplan.
Uit de gedingstukken blijkt dat in het onderhavige geval niet alleen de ashoogte van de windturbine is teruggebracht van 40 naar 35 meter, maar ook dat een ander type turbine zal worden toegepast. Onder deze omstandigheden kan naar het oordeel van de rechtbank niet meer worden gesproken van wijzigingen van ondergeschikte aard, maar is sprake van een geheel nieuw bouwplan.
Niet in geschil is dat het oprichten van een solitaire windturbine ten tijde van het indienen van het nieuwe bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan.
De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat de bouwvergunning door verweerder ten onrechte is verleend. Het beroep zal gegrond worden verklaard en het bestreden besluit zal worden vernietigd wegens strijd met art. 44 Woningwet. De overige argumenten van partijen kunnen onbesproken blijven.
Gelet op het vorenstaande en op het bepaalde in artikel 8:74 lid 1 Awb dient de gemeente Littenseradiel het door eiseres gestorte griffierecht van € 232,00 te vergoeden.
Op grond van art. 8:75 lid 1 Awb veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten. Overeenkomstig het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht bedragen de proceskosten van eiseres € 644,00 terzake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (beroepschrift 1 punt; verschijnen ter zitting 1 punt; gewicht van de zaak: gemiddeld; waarde per punt € 322,00). De rechtbank wijst de gemeente Littenseradiel aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de gemeente Littenseradiel het griffierecht van € 232,00 aan eiseres vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 644,00, aan eiseres te vergoeden door de gemeente Littenseradiel.
Aldus gegeven door mr. C.H. de Groot, rechter, en door hem in het openbaar uitgesproken op 3 september 2004 in tegenwoordigheid van mr. F.P. Dillingh als griffier.
w.g. F.P. Dillingh
w.g. C.H. de Groot
Tegen deze uitspraak staat voor partijen het rechtsmiddel hoger beroep open. Gelijke bevoegdheid komt toe aan andere belanghebbenden, zulks behoudens het bepaalde in art. 6:13 juncto 6:24 Awb.
Indien u daarvan gebruik wenst te maken dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan:
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Postbus 20019
2500 EA Den Haag
In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt.
Afschrift verzonden op: 3 september 2004