ECLI:NL:RBLEE:2004:AR2603

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
22 juni 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/086113-03
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schennis van de eerbaarheid gepleegd in het openbaar met ontbloot geslachtsdeel

Op 22 juni 2004 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die in de periode van 24 juli 2003 tot en met 10 augustus 2003 zich meermalen opzettelijk oneerbaar heeft gedragen op openbare plaatsen in Oudebildtzijl. De verdachte werd beschuldigd van schennis van de eerbaarheid, waarbij hij zich met ontbloot geslachtsdeel heeft vertoond. De rechtbank heeft de aard en ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte in overweging genomen. De officier van justitie had een geldboete van €750 en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden geëist, met bijzondere voorwaarden waaronder reclasseringstoezicht en contactverbod met het slachtoffer.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen door libidoremmende middelen te gebruiken en zich aan te melden voor behandeling. Ook is meegewogen dat de verdachte al enige gevolgen heeft ondervonden van zijn daden, zoals het moeten verhuizen door publieke afkeuring. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het telastegelegde feit, maar heeft hem vrijgesproken van andere beschuldigingen. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt tijdens de proeftijd van twee jaar.

De rechtbank heeft ook bepaald dat de benadeelde partij, vertegenwoordigd door een gemachtigde, niet ontvankelijk is in haar vordering tot schadevergoeding, omdat er geen directe schade is geleden door het bewezenverklaarde feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de verdachte werd bijgestaan door een advocaat. De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht toegepast in haar oordeel.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 22 juni 2004
Parketnummer: 17/086113-03
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 8 juni 2004.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht het telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 24 juli 2003 tot en met 10 augustus 2003, te Oudebildtzijl, in de gemeente Het Bildt, meermalen, telkens zich opzettelijk oneerbaar op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten de Krelis Annesstraat en de Tjeerd
Thijssenstraat, telkens met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIE
Het bewezene levert op het misdrijf:
Schennis van de eerbaarheid op of aan een plaats voor het openbaar verkeer bestemd, meermalen gepleegd.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en het voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, d.d. 3 juni 2004;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telastegelegde tot een geldboete ten bedrage van ? 750, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met een proeftijd van twee jaren en met de volgende bijzondere voorwaarden:
*reclasseringstoezicht, hetgeen mede in kan houden dat verdachte zijn contact met de GGZ dient voort te zetten;
* een verbod gedurende de proeftijd, hetzij middellijk hetzij onmiddellijk, contact te zoeken met [slachtoffer].
- het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte zich in de zomer van 2003 meermalen met ontbloot geslachtsdeel op de openbare weg heeft bevonden. Dergelijk aanstootgevend gedrag levert op zich al een forse verstoring van de openbare orde op. In dit geval is van het exhibitionerend gedrag in het bijzonder één geestelijk gehandicapte jonge vrouw getuige geweest. Zij is hiervan zeer uit haar evenwicht geraakt. Als strafverzwarende factor neemt de rechtbank dan ook in aanmerking dat verdachte zich heeft gericht op iemand in een kwetsbare positie.
Als strafverminderende factoren wegen mee:
* dat verdachte verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen door libidoremmende middelen te gaan gebruiken en zich aan te melden voor behandeling door een psychiater;
* dat verdachte al enigermate is gestraft door de gevolgen, nu hij heeft moeten verhuizen als gevolg van de sterke publieke afkeuring in zijn voormalige woonplaats;
* dat verdachte niet meer de jongste is en zijn gezondheid geen taakstraf toelaat.
Mede gelet op het reclasseringsadvies acht de rechtbank het aangewezen een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Als bijzondere voorwaarde wordt aan verdachte opgelegd dat hij zich moet gedragen naar de voorschriften van de reclassering, hetgeen mede kan inhouden dat hij het contact met de GGZ voortzet. Aan het zowel door de officier van justitie als door de raadsman geuite bezwaar dat een geldboete niet geheel gepast is in zaken als de onderhavige, zal de rechtbank trachten tegemoet te komen door te bepalen dat de verdachte hetzelfde bedrag zal moeten voldoen aan het Schadefonds Geweldsmisdrijven, zodat met dit bedrag het belang van slachtoffers van misdrijven in het algemeen kan worden gediend. Voorts is er alle aanleiding om verdachte te verbieden nog in de buurt te komen of zelfs maar contact op te nemen met de gehandicapte jonge vrouw die het meest onder zijn exhibitionisme heeft geleden.
BENADEELDE PARTIJ
[slachtoffer], wettelijk vertegenwoordiger [gemachtigde], heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte telastegelegde en bewezenverklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat het onderhavige bewezenverklaarde feit toeziet op de bescherming van de algemene eerbaarheid, waarbij het niet terzake doet of de eerbaarheid van direct betrokkenen al dan niet is geschonden. Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij geen rechtstreekse schade toegebracht door het bewezenverklaarde feit, nu zij niet is geschonden in een belang dat door dit feit wordt beschermd. De benadeelde partij zal derhalve op grond van het bepaalde in artikel 361 lid 2 onder b Wetboek van Strafvordering niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57 en 239 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Verklaart het telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.
Bepaalt, dat deze gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
- zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland;
- ervoor zorgt dat hij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor genoemde reclasseringsinstelling;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling, hetgeen mede in kan houden dat verdachte contact onderhoudt met de GGZ.
Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde gedurende de proeftijd op geen enkele wijze contact opneemt met [slachtoffer], geboren [geboortedatum], wonende te [adres]l.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde binnen zes maanden na aanvang van de proeftijd een bedrag van ? 750 (zegge: zevenhonderd en vijftig euro) dient te storten in het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer], wettelijk vertegenwoordiger [gemachtigde], niet ontvankelijk is in de vordering en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte ieder de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Kuizenga, voorzitter, mr. K. Post en mr. H.R. Bax, rechters, bijgestaan door mr. B.E. Martini, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 juni 2004.
Mr. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.