ECLI:NL:RBLEE:2004:AR2298

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
8 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
04/653 BESLU
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herplantplicht na onrechtmatige kap van bomen in Heerenveen

In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser, wonende te [B.], en het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen, verweerder, over een opgelegde herplantplicht na de onrechtmatige kap van bomen. Eiser had eerder een kapvergunning gekregen voor het vellen van een gemengde boswal, maar heeft in strijd met de voorwaarden van deze vergunning een van de te sparen eiken gekapt en een els beschadigd. Verweerder heeft daarop besloten om eiser een herplantplicht op te leggen, waarbij eiser twee nieuwe eiken diende te planten. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit is ongegrond verklaard. Eiser stelt dat de herplantplicht niet redelijk is, omdat er verwarring was over welke bomen gespaard moesten blijven en dat hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de kap van de verkeerde bomen. De rechtbank overweegt dat verweerder op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) bevoegd is om een herplantplicht op te leggen. De rechtbank concludeert dat de beslissing van verweerder om de herplantplicht op te leggen in stand kan blijven, omdat eiser niet heeft gehandeld conform de verleende vergunning. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
Uitspraak ex artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nr.: 04/653 BESLU
Inzake het geding tussen
[A.], wonende te [B.], eiser,
en
het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen, verweerder,
gemachtigde: J. Hofstee, werkzaam bij verweerders gemeente.
Procesverloop
Bij brief van 20 april 2004 heeft verweerder eiser mededeling gedaan van zijn besluit op bezwaar betreffende een herplantplicht.
Tegen dit besluit heeft eiser op 2 juni 2004 beroep ingesteld.
De zaak is behandeld ter zitting van de rechtbank, enkelvoudige kamer, gehouden op 3 september 2004. Eiser is in persoon verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.
Motivering
Bij besluit van 6 mei 2002 is aan eiser op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) een kapvergunning verleend voor het vellen van een gemengde boswal, gelegen langs de noordzijde van eisers terrein aan het adres [adres] te [B.]. Bij de verleende kapvergunning is als voorwaarde onder meer gesteld dat de gemerkte bomen, te weten 2 eiken en een 6-stammige els, gespaard blijven. Het merken van de bomen (met een verfstip) die gespaard moesten blijven heeft voorafgaand aan de vergunningverlening plaatsgevonden in het bijzijn van eisers echtgenote. Tegen de verleende kapvergunning en de hieraan verbonden voorwaarden zijn door eiser geen rechtsmiddelen aangewend.
Bij brief van 19 december 2003 heeft verweerder eiser bericht dat geconstateerd is dat in strijd met de gestelde voorwaarde in de kapvergunning één van de te sparen eiken is gekapt en dat de 6-stammige els is beschadigd. Verweerder heeft besloten aan eiser een herplantplicht op te leggen met twee eiken, te weten Quercus robur in de minimale maat 18/20 centimeter. Aangegeven is dat de herplant vóór 1 maart 2004 moet worden uitgevoerd.
Het door eiser tegen dit besluit gerichte bezwaar is overeenkomstig een advies van de commissie bezwaarschriften ongegrond verklaard. Hierbij is de termijn waarbinnen herplant dient plaats te vinden verlengd tot uiterlijk 31 november 2004.
Eiser stelt zich in beroep op het standpunt dat de opgelegde herplantplicht niet redelijk is. Aangevoerd is dat er overleg heeft plaatsgevonden met de gemeente en dat er zelfs mensen van de gemeente zijn ingehuurd om de kapwerkzaamheden uit te voeren. Er is iets fout gegaan en de verkeerde eik en een verkeerd elzenbos is gekapt. Echter een andere eik en els zijn blijven staan. Eiser stelt dat de adviezen van de gemeente tegenstrijdig zijn geweest.
De rechtbank overweegt het volgende.
Aan verweerder komt op grond van de APV de bevoegdheid toe om een verplichting tot herbeplanting op te leggen indien houtopstand, waarvoor een kapverbod geldt, zonder vergunning is geveld.
Niet in geding is dat in strijd met de op 6 mei 2002 verleende kapvergunning een eik en een els zijn geveld. Van onduidelijkheid voor wat betreft de bomen die gespaard moesten blijven is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake geweest. De bomen waren met een verfstip gemerkt en voorafgaand aan de vergunningverlening was hierover met eisers echtgenote gesproken. Voorts is het de verantwoordelijkheid van eiser om overeenkomstig de verleende vergunning te kappen, ook als hij hierbij de hulp van derden inschakelt. Eisers stelling, wat hier verder ook van zij, dat de consequenties van het kappen van de verkeerde 6-stammige els verwaarloosbaar zijn, kan aan eisers verantwoordelijkheid om conform de verleende vergunning te handelen niet afdoen.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in redelijkheid kunnen besluiten tot het opleggen van de onderhavige herplantplicht. De rechtbank acht het niet onredelijk dat in plaats van de gekapte els en de gekapte eik, die blijkens het verhandelde ter zitting een omvang had van ongeveer 100 centimeter, twee nieuwe eiken met een omvang van minimaal 18/20 centimeter geplaatst moeten worden. Voorts is niet gebleken dat de plaatsen waarop de bomen geplant moeten worden niet reëel zijn. Bij de plaatsbepaling is rekening gehouden met de nog aanwezige bomen en het aanwezige wortelstelsel van de gekapte eik. Eiser heeft nog aangevoerd dat hij het niet redelijk acht om de door hem gespaarde eik alsnog te kappen. Verweerder heeft echter aan eiser niet de verplichting opgelegd om de gespaarde eik te kappen, aan eiser is op dit punt door verweerder slechts een advies gegeven.
Op grond van het vorenstaande komt de rechtbank tot de conclusie dat verweerders na bezwaar gehandhaafde beslissing om aan eiser een herplantplicht op te leggen in stand kan blijven. Het beroep van eiser wordt daarom ongegrond verklaard.
De rechtbank acht geen termen aanwezig voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door mr. A.J. Rietveld, rechter, en door haar in het openbaar uitgesproken op 8 september 2004 , in tegenwoordigheid van mr. P.R.M. Poiesz als griffier.
w.g. P.R.M. Poiesz
w.g. A.J. Rietveld
Tegen deze uitspraak staat voor partijen het rechtsmiddel hoger beroep open. Gelijke bevoegdheid komt toe aan andere belanghebbenden, zulks behoudens het bepaalde in art. 6:13 juncto 6:24 Awb.
Indien u daarvan gebruik wenst te maken dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan:
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Postbus 20019
2500 EA Den Haag
In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt.
Afschrift verzonden op: 8 september 2004