RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
Uitspraak ex artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht
de Stichting Mobilisatie Heerenveen en omstreken, gevestigd te Heerenveen, eiseres,
gemachtigde: C.L. Lammerts van Bueren, voorzitter,
het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen, verweerder,
gemachtigde: G. Haanstra, werkzaam in gemeentelijke dienst.
Bij brief van 7 oktober 2003 heeft verweerder eiseres mededeling gedaan van zijn besluit op bezwaar betreffende de toepassing van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).
Tegen dit besluit heeft eiseres beroep ingesteld.
De zaak is behandeld ter zitting van de rechtbank, enkelvoudige kamer, gehouden op 23 augustus 2004. Eiseres is niet verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.
De rechtbank is slechts bevoegd kennis te nemen van het beroepschrift van eiseres van 13 november 2003, voor zover het is gericht tegen de beslissing op bezwaar inzake de vrijstelling voor infrastructuur c.a. ten behoeve van het Museum voor moderne kunst (zaaknr. 3484), zoals neergelegd in verweerders brief van 7 oktober 2003.
Voor zover in het beroepschrift wordt opgekomen tegen andere besluiten, is het met toepassing van art. 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij schrijven van 8 december 2003 doorgezonden aan verweerder.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaarschrift van eiseres van 4 mei 2003 ongegrond verklaard, conform het advies van de Commissie bezwaarschriften van de gemeente Heerenveen van 12 augustus 2003.
Het bezwaarschrift was gericht tegen het besluit van verweerder van 21 maart 2003 (bekendgemaakt op 1 april 2003) waarbij op grond van art. 19 lid 1 WRO vrijstelling is verleend van de bestemmingsplannen "Skoatterwâld" en "Buitengebied" voor de infrastructuur en inrichting van de omgeving van het Centrum voor Moderne Kunst (museum), diverse percelen plaatselijk bekend Skoatterwâld (verlengde van de Oranje Nassaulaan), Woudsterweg/Museumpark Oranjewoud.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van art. 1:2 lid 1 Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In art. 1:2 lid 3 Awb is bepaald dat ten aanzien van rechtspersonen mede als hun belangen worden beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
De statutaire doelstelling van eiseres luidt als volgt:
"De stichting heeft ten doel:
- het bevorderen en het in stand houden van de leefbaarheid van Heerenveen en omgeving, ten behoeve van haar inwoners,
- het ondersteunen van de belangen van de inwoners van Heerenveen en omgeving met betrekking tot aspekten van milieu, landschapsinrichting, voorzieningen-niveau, bestuurlijk klimaat, ruimtelijke ordening, natuur, de vertegenwoordiging bij gerechtelijke en buiten gerechtelijke procedures en voorts al hetgeen met betrekking tot het vorenstaande verband houdt of daartoe direkt of indirekt bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords."
Naar het oordeel van de rechtbank is de statutaire doelstelling van eiseres zo ruim geformuleerd, dat het er op neerkomt dat eiseres het behartigen van het algemeen belang (zoals zij dat ziet) nastreeft. Op grond van art. 1:2 lid 3 Awb, beschouwd in samenhang met de art. 8:1 en 7:1 Awb, kunnen rechtspersonen bij de bestuursrechter echter slechts opkomen voor voldoende gespecificeerde facetten van het algemeen belang, dan wel voor de collectieve belangen die zij blijkens hun statuten behartigen. Op grond van het voorgaande kan niet worden geoordeeld dat eiseres door het onderhavige vrijstellingsbesluit wordt getroffen in een belang dat zij in het bijzonder behartigt. Ook overigens is de rechtbank niet gebleken van omstandigheden op grond waarvan gezegd zou moeten worden dat eiseres (als organisatie) als belanghebbende moet worden aangemerkt.
De rechtbank is dan ook tot de slotsom gekomen dat eiseres geen belanghebbende is bij het besluit van 21 maart 2003. Dit betekent dat het bezwaarschrift door verweerder ten onrechte ontvankelijk is geacht. Het beroep is mitsdien gegrond en het bestreden besluit zal worden vernietigd wegens strijd met art. 7:11 Awb. De rechtbank zal zelf voorzien in de zaak door het inleidende bezwaarschrift alsnog niet-ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling, aangezien van dergelijke kosten aan de zijde van eiseres niet is gebleken. Wel zal de gemeente Heerenveen op grond van art. 8:74 lid 1 Awb worden gelast het griffierecht te vergoeden.
? verklaart het beroep gegrond;
? vernietigt het bestreden besluit;
? verklaart het bezwaarschrift van eiseres van 4 mei 2003 niet-ontvankelijk;
? bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
? verstaat dat de gemeente Heerenveen het griffierecht van € 232,00 aan eiseres vergoedt.
Aldus gegeven door mr. C.H. de Groot, rechter, en door hem in het openbaar uitgesproken op 8 september 2004 in tegenwoordigheid van mr. F.P. Dillingh als griffier.
w.g. F.P. Dillingh
w.g. C.H. de Groot
Tegen deze uitspraak staat voor partijen het rechtsmiddel hoger beroep open. Gelijke bevoegdheid komt toe aan andere belanghebbenden, zulks behoudens het bepaalde in art. 6:13 juncto 6:24 Awb.
Indien u daarvan gebruik wenst te maken dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan:
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Postbus 20019
2500 EA Den Haag
In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt.
Afschrift verzonden op: 8 september 2004