ECLI:NL:RBLEE:2004:AQ9971
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- O. Anjewierden
- G.A.M. Peper
- H.R. Bax
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en prostitutie: veroordeling van verdachte voor het aanwerven van een persoon met het oog op seksuele handelingen tegen betaling
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 2 september 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De verdachte, geboren op een onbekende datum en woonachtig in een penitentiaire inrichting, werd ervan beschuldigd in de periode van 1 mei 2004 tot en met 29 juni 2004, meerdere vrouwen, waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], te hebben gedwongen tot prostitutie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte deze vrouwen had aangeworven met het oogmerk hen in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen voor seksuele handelingen tegen betaling. Dit gebeurde door middel van geweld, bedreiging en misleiding, waarbij de verdachte hen onderbracht in een prostitutiegelegenheid en hen vertelde dat zij hun verdiensten aan hem moesten afstaan.
De rechtbank achtte het telastegelegde bewezen, met inachtneming van de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd. De verdachte had [slachtoffer 1] van Roemenië naar Nederland gebracht en haar in een gelegenheid ondergebracht waar zij zich kon prostitueren. De rechtbank nam in haar overwegingen de aard en ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit was begaan, en de persoon van de verdachte mee. De officier van justitie had een gevangenisstraf van acht maanden geëist, maar de rechtbank besloot tot een gevangenisstraf van vier maanden, omdat er geen dwang of geweld was gebleken.
De rechtbank verklaarde het telastegelegde bewezen, kwalificeerde het als een misdrijf en achtte de verdachte strafbaar. De uitspraak luidde dat de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met de bepaling dat de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het meer of anders telastegelegde, aangezien dit niet bewezen was verklaard.