ECLI:NL:RBLEE:2004:AQ5886
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.H.M. Dölle
- J.J. Beswerda
- H.R. Bax
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verlenging terbeschikkingstelling na tegenstrijdige deskundigenrapportages
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 5 augustus 2004 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde. De behandeling van de zaak begon op 27 december 2003 en werd meerdere keren aangehouden om deskundigen te horen en rapportages op te stellen. De rechtbank heeft verschillende deskundigen geraadpleegd, waaronder psychologen en psychiaters, die uiteenlopende conclusies trokken over de geestelijke toestand van de veroordeelde. De kliniek adviseerde om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gebaseerd op de constatering van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis en een hoog recidiverisico. Echter, andere deskundigen, waaronder dr. [deskundige 3] en prof. dr. [deskundige 4], concludeerden dat er geen sprake was van een psychotische stoornis of een persoonlijkheidsstoornis volgens de DSM-IV criteria. De rechtbank overwoog dat de deskundigenrapportages tegenstrijdig waren en dat er geen eenduidige diagnose was gesteld. Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling niet kon worden toegewezen, omdat de deskundigen in onderlinge samenhang niet de conclusie rechtvaardigden dat er bij de veroordeelde sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of een stoornis van de geestvermogens. De rechtbank wees de vordering van de officier van justitie af, met de overweging dat de ernstige feiten die aan de veroordeling ten grondslag lagen niet voldoende waren om de verlenging van de maatregel te rechtvaardigen.