2.1. Op 1 december 2000 heeft mr. [K.] in opdracht van [D.] BV een aantal notariële akten verleden ten behoeve van de overdracht van de activa van [D.] BV aan derden.
2.2. [D.] BV is op 21 december 2000 in staat van faillissement verklaard, waarbij mr. [R.] is aangesteld als curator.
2.3. Bij faxbericht van 22 december 2000 heeft mr. [R.] mr. [K.] verzocht om afschriften van de op 1 december 2000 gepasseerde notariële akten. Mr. [K.] heeft dit bij brief van gelijke datum geweigerd met een beroep op zijn ambtsgeheim. Nadat de directeuren van [D.] BV schriftelijk toestemming hebben verleend tot inzage van de stukken door mr. [R.], heeft mr. [K.] de gewenste stukken op 28 december 2000 aan mr. [R.] gezonden.
2.4. Bij brief van 12 januari 2001 heeft mr. [R.] de vernietiging van de op 1 december 2000 verrichte rechtshandelingen ingeroepen op de grond dat de crediteuren van [D.] BV door deze transacties zijn benadeeld voor een bedrag van f 290.000,-.
Mr. [R.] is vervolgens met de kopers in overleg getreden, hetgeen ertoe heeft geleid dat de activa -inclusief een orderportefeuille die bij de vernietigde rechtshandelingen niet was overgedragen- aan dezelfde kopers zijn verkocht voor f 100.000,- meer dan het oorspronkelijke bedrag.
2.5. Mr. [R.] heeft tegen mr. [K.] twee klachten ingediend bij de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden. Deze klachten houden in dat mr. [K.] de afschriften van de akten niet op eerste verzoek aan mr. [R.] heeft afgegeven en dat mr. [K.] -wetende dat een faillissement aanstaande was en dat de activa voor een lagere waarde dan de getaxeerde onderhandse verkoopwaarde werden overgedragen- geen rekening heeft gehouden met de mogelijkheid dat de crediteuren van [D.] BV door de transacties benadeeld zouden worden. Mr. [K.] is bij de mondelinge behandeling van de klacht bijgestaan door de advocaat mr. P. Tuinman.
2.6. Bij uitspraak van 12 maart 2002 heeft de Kamer van Toezicht de klachten van
mr. [R.] ongegrond verklaard.
2.7. Mr. [K.] heeft bij declaratie van 13 juni 2002 een bedrag van 9.123,15 euro aan
mr. [R.] in rekening gebracht. Dit bedrag bestaat -onder meer- uit 4.895,41 euro terzake van verrichte werkzaamheden voortvloeiende uit de door mr. [R.] ingediende klachten bij de Kamer van Toezicht, 165,- euro terzake van werkzaamheden in de maand december 2000 als gevolg van het verzoek tot afgifte van diverse kopieën en 2.975,- euro terzake van kosten die door notaris mr. Holtman aan mr. [K.] in rekening zijn gebracht voor een advies met betrekking tot de klachtprocedure.
2.8. Het honorarium van mr. Tuinman is op grond van een door mr. [K.] afgesloten overeenkomst van rechtsbijstandverzekering door LAR Rechtsbijstand betaald.