ECLI:NL:RBLEE:2004:AO2276
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een instructeur bij een ongeval tijdens marathonrijden
In deze zaak, die voor de Rechtbank Leeuwarden werd behandeld, stond de aansprakelijkheid van een instructeur centraal na een ongeval tijdens een marathoncursus voor beginners. De eiser, die deelnam aan de cursus, liep letsel op toen hij met zijn pony een hindernis nam. De instructeur, gedaagde, had de cursisten voorafgaand aan de hindernis instructies gegeven, maar de eiser kwam onder de wagen terecht toen deze kantelde. De eiser stelde dat de instructeur tekort was geschoten in zijn verplichtingen, omdat hij niet op de bok was gaan zitten om tijdig in te grijpen en omdat hij de eiser niet had moeten toelaten tot de cursus gezien zijn en de pony's ervaring.
De rechtbank oordeelde dat het ongeval zich voordeed tijdens een cursus en dat de vraag was of de instructeur toerekenbaar tekort was geschoten in zijn instructies. De rechtbank verwierp het verweer van de gedaagde dat de eiser zelf aansprakelijk was op grond van artikel 6:179 BW, omdat het ging om een vermeende fout van de instructeur en niet om een ongeval veroorzaakt door een mede-cursist. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde als deskundig instructeur had gehandeld en dat er geen sprake was van grove schuld. De exoneratieclausule die de gedaagde had ingeroepen, werd geaccepteerd, omdat er geen bewijs was dat de gedaagde bewust roekeloos had gehandeld.
Uiteindelijk werd de vordering van de eiser afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van instructeurs in sportieve situaties en de toepassing van exoneratieclausules in dergelijke gevallen.