Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
Uitspraak: 19 augustus 2003
Parketnummer: 17/080033-03
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI Noord, HvB De Blokhuispoort te Leeuwarden.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 5 augustus 2003.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R. Smit, advocaat te Drachten.
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
De verdachte moet van het onder 3 telastegelegde worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet bewezen acht.
De rechtbank acht het onder 1 primair, 2 en 4 telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij in de periode van 29 oktober 1998 tot en met 28 mei 2002, te Houtigehage, in de gemeente Smallingerland, meermalen, een inlichtingenformulier AAW/WAO en toeslagenwet en/of een formulier "opvragen gegeven" (inzake WAO, Wajong, WAZ en Toeslagenwet), telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, telkens valselijk heeft opgemaakt, telkens in voornoemde periode, telkens met voormeld oogmerk, telkens valselijk op die formulieren te vermelden of te doen en/of aan te kruisen (zakelijk weergegeven) dat hij, verdachte, telkens (vorig jaar en/of dit jaar) geen werkzaamheden heeft verricht en/of (naast zijn, verdachtes, AAW/WAO uitkering) geen (andere) inkomsten heeft genoten, zulks terwijl hij, verdachte, telkens werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van
- het exploiteren van een parenclub en een seksclub/bordeel en een
camping ("[naam camping]") en een horecagelegenheid en
- de handel in pornofilms/porno-dvd's en
- het verzorgen en onderbrengen van meerdere kostgangers (in verdachtes woning en/of meerdere caravans op het perceel [adres]) en
- de verhuur van (een) kamer(s) en
telkens inkomsten heeft genoten uit bovengenoemde werkzaamheden en exploitatie, telkens door ondertekening van dat formulier, telkens in strijd met de waarheid te verklaren (zakelijk weergegeven) alle op dat formulier voorkomende gegevens telkens naar waarheid te hebben ingevuld.
2.
hij
A.
op 1 januari 1996 tot en met 28 februari 2003, te Houtigehage, in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk heeft afgeleverd en verstrekt en vervoerd, hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaine en heroine en amfetamine (speed), zijnde cocaine en heroine en amfetamine elk een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
en B.
op 3 maart 2003 te Houtigehage, in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 6,3 gram van een materiaal bevattende, amfetamine en ongeveer 7,6 gram van een materiaal bevattende, herione, zijnde amfetamine en heroine elk een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
4.
hij op 1 januari 1997 tot en met 3 maart 2003 te Houtigehage, in de gemeente Smallingerland, zonder daartoe strekkende vergunning van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland, in een perceel aan de [adres], aldaar, het horecabedrijf als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet heeft uitgeoefend.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. primair:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
2.A.
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, eerste lid onder B, van de Opiumwet gegeven verbod,
2.B.
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, eerste lid onder C, van de Opiumwet gegeven verbod,
4.
Overtreding van het voorschrift gesteld bij artikel 3 van de Drank- en Horecawet.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het onder 1 primair, 2, 3 en 4 telastegelegde tot een gevangenisstraf van twaalf maanden met aftrek voorarrest alsmede vier weken hechtenis.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de misdrijven valsheid in geschrift alsmede het overtreden van de Opiumwet. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het overtreden van de Drank- en Horecawet. De valsheid in geschrift in de vorm van sociale fraude heeft zich uitgestrekt over een aanzienlijke periode. Hierdoor heeft verdachte oneigenlijk gebruik gemaakt van ons sociaal zekerheidsstelsel waardoor verdachte jarenlang onterecht een (te hoge) uitkering heeft ontvangen. Het sociaal zekerheidsstelsel is gebaseerd op het solidariteitsbeginsel en dat houdt onder meer in dat iedereen via de belastingen een bijdrage levert aan een gemeenschappelijke pot waarmee de uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid worden gefinancierd. De rechtbank neemt het verdachte dan ook zeer kwalijk dat hij niet alleen misbruik heeft gemaakt van gemeenschapsgelden, doch tevens inbreuk heeft gemaakt op het solidariteitsbeginsel dat, zeker naarmate er door meer mensen een beroep op moet worden gedaan, als een groot goed moet worden gekoesterd. Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank de straf zoals hieronder vermeld dan ook passend.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht alsmede de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 en 4 telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
ten aanzien van de misdrijven:
Een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot vier maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
ten aanzien van de overtreding:
Hechtenis voor de tijd van vier weken.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Kuizenga, voorzitter, mr. M.R. De Vries en mr. H.R. Bax, rechters, bijgestaan door mr. S.H.C. Nijs, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 augustus 2003.
Mr. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING
Parketnummer: 17/080033-03
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 5 augustus 2003.
Tegenwoordig:
mr. B. Kuizenga, voorzitter,
mr. M.R. De Vries en mr. H.R. Bax, rechters,
mr. G.R.C. Veurink, officier van justitie en
mr. S.H.C. Nijs, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
thans gedetineerd in PI Noord, HvB De Blokhuispoort te Leeuwarden
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. R. Smit, advocaat te Drachten.
De officier van justitie deelt bij zijn requisitoir mede voornemens te zijn een vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaats vinden ter terechtzitting van 19 augustus 2003 te 13:30 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.