ECLI:NL:RBLEE:2003:AI0091
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Schulting
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering werkgever tot betaling van boete wegens overtreding non-concurrentiebeding door voormalig werknemer
In deze zaak vorderde RVS Levensverzekering N.V. een boete van €68.520,81 van [gedaagde], een voormalig werknemer, wegens de vermeende overtreding van een non-concurrentiebeding. De kantonrechter van de Rechtbank Leeuwarden oordeelde dat het non-concurrentiebeding niet meer van toepassing was, omdat het in het verleden reeds was vervallen. De werknemer was op 1 januari 1989 in dienst getreden bij RVS Levensverzekering N.V. en RVS Schadeverzekering N.V., maar het non-concurrentiebeding dat eerder was overeengekomen met RVS Verkoopmaatschappij B.V. was niet opnieuw schriftelijk overeengekomen na de beëindiging van zijn dienstverband met de Amfas Groep N.V. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever een nieuw non-concurrentiebeding had moeten overeenkomen, wat niet is gebeurd. Hierdoor was de vordering van RVS niet toewijsbaar.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van RVS, die stelde dat [gedaagde] het non-concurrentiebeding had overtreden, niet kon worden toegewezen. De rechter wees erop dat de voorwaarden voor het aangaan van een non-concurrentiebeding strenger zijn dan voor een arbeidsovereenkomst in het algemeen. De kantonrechter concludeerde dat het non-concurrentiebeding, dat was overeengekomen met RVS Verkoopmaatschappij B.V., was vervallen en dat er geen sprake was van een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 BW. RVS werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan op 15 juli 2003, waarbij de kantonrechter de vordering van RVS afwees en de proceskosten aan RVS oplegde. Dit vonnis benadrukt het belang van schriftelijke overeenkomsten bij het aangaan van non-concurrentiebedingen en de noodzaak voor werkgevers om deze tijdig te herzien bij veranderingen in de arbeidsrelatie.