In dit kort geding gelden onder meer de navolgende feiten als vaststaand.
1.1. De Friesland is een ziekenfonds-/zorgverzekeraar in de zin van de Ziekenfondswet (ZFW). Eisers zijn apothekers in het werkgebied van De Friesland.
1.2. Op grond van de ZFW hebben ziekenfondsverzekerden aanspraak op verstrekkingen ter voorziening in hun geneeskundige verzorging, waaronder farmaceutische zorg.
1.3. De ziekenfondsverzekeraars, waaronder De Friesland, sluiten op grond van artikel 44 lid 1 ZFW overeenkomsten, zogenaamde medewerkersovereenkomsten, met onder andere apothekers, zodat zij aan de verzekerden verstrekkingen kunnen doen. Deze overeenkomst tussen de ziekenfondsverzekeraars en de apothekers kan alleen schriftelijk en steeds voor een periode van ten hoogste één jaar worden gesloten. Uit hoofde van de gesloten overeenkomst zijn de gecontracteerde apothekers jegens de ziekenfondsverzekeraars verplicht aan de verzekerden zorg te verlenen. De ziekenfondsverzekeraar voldoet de aan deze zorg verbonden kosten aan de apothekers.
1.4. Een overeenkomst tussen een ziekenfondsverzekeraar en een apotheker moet op grond van artikel 44 lid 4 ZFW overeenstemmen met een goedgekeurde uitkomst (genoemd: Uitkomst van Overleg, dan wel UvO) of met een tot stand gekomen modelovereenkomst (een en ander behoudens toestemming van het College voor Zorgverzekeringen om van de UvO of de modelovereenkomst af te wijken).
1.5. In 1996 is een UvO voor de apothekers en de ziekenfondsen tot stand gekomen door overleg tussen Zorgverzekeraars Nederland en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie. Deze UvO is sindsdien ieder jaar stilzwijgend verlengd.
1.6. Vanaf 1996 heeft De Friesland op basis van de UvO met de individuele als eisende partijen optredende apothekers een medewerkersovereenkomst voor een bepaalde periode gesloten. Een medewerkersovereenkomst omvat de volgende onderdelen: de Uitkomst van Overleg zorgverzekeraar-apotheker deel 1 persoonsgebonden deel, de Uitkomst van Overleg zorgverzekeraar-apotheker deel 2 algemeen deel, de administratieve afspraken en een bijlage 1 Addendum Regionale Afspraken.
1.7. De apothekers zijn de laatste schakel in de farmaceutische distributieketen. De apothekers kopen hun geneesmiddelen in bij de farmaceutische groothandel. De groothandels voeren een groot assortiment van specialités (originele geneesmiddelen) en daarnaast één of meer generieke merken of labels ( kopieën van de specialités die op de markt komen als het octrooi op de specialités is verlopen). Elke fabrikant voert een eigen label. De apotheker kiest in het algemeen een vast label.
1.8. De apotheker declareert overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 lid 1 van het Verstrekkingenbesluit Ziekenfondsverzekering op basis van de zogenaamde Taxe, ook wel Z-index genoemd. Van deze lijst verschijnt maandelijks een nieuwe versie. In deze lijst zijn de detailshandelsadviesprijzen opgenomen van alle geneesmiddelen, zoals die door importeurs en groothandels wordt opgegeven. De opgegeven prijzen hebben geen relatie met de werkelijke transactieprijzen. De declaratieprijs (taxeprijs) ligt hoger dan de echte inkoopprijs. Het verschil tussen deze prijzen (het inkoopvoordeel) mag de apotheker behouden.
1.9. Omdat het inkoopvoordeel voor de apothekers door het werken met de Taxelijsten te groot werd, is in 1998 de zogenaamde "claw back" ingevoerd. Dit houdt in dat bij elke declaratie een korting van 6,82% op de taxeprijs (met een maximum van € 6,80 per voorschrift) wordt toegepast, zulks ongeacht de vraag of het gaat om een specialités of generiek geneesmiddel en ongeacht de vraag of op een product korting is verleend. Met betrekking tot generieke geneesmiddelen geldt als vergoedingsprijs de taxeprijs van het betreffende geneesmiddel van de goedkoopste leverancier die de gehele markt kan voorzien.
1.10. Teneinde de kortingen en bonussen van de apothekers te beteugelen is met ingang van 6 maart 2003 de zogenaamde "De Geus maatregel" geïntroduceerd. Deze beleidsregel van de minister van VWS is gericht aan het College Tarieven Gezondheidszorg en tracht te bewerkstelligen dat bij elke declaratie van de apothekers een korting van 8% wordt toegepast voor specialités en van 40% voor generieke geneesmiddelen, zulks ongeacht de vraag of op een product korting door de leverancier aan de apothekers is verleend. Het hiertegen ingestelde bezwaar is inmiddels ongegrond verklaard.
1.11. De tussen de afzonderlijke apothekers en De Friesland tot stand gekomen individuele medewerkersovereenkomsten voor het jaar 2002 zijn aangegaan voor de periode van een half jaar en zijn op 31 december 2002 beëindigd. Deze medewerkersovereenkomsten zijn echter op grond van artikel 44 lid 8 ZFW met een periode van zes maanden verlengd, omdat partijen nog geen nieuwe medewerkersovereenkomsten hadden gesloten. Dit houdt in dat de medewerkersovereenkomsten voor het jaar 2002 op 30 juni 2003 zijn geëindigd en dat de apothekers vanaf 1 juli 2003 geen farmaceutische hulp aan verzekerden kunnen declareren bij De Friesland.
1.12. Vooruitlopend op het eindigen van de medewerkersovereenkomsten voor het jaar 2002 heeft De Friesland op 24 december 2002 aan de apothekers een concept contract toegestuurd, teneinde een medewerkersovereenkomst voor het jaar 2003 overeen te komen. Het contractsvoorstel van De Friesland bestaat uit:
- Uitkomst van Overleg zorgverzekeraar-apotheker Deel 1 Persoonsgebonden deel;
- Bijlage 1 Addendum Regionale afspraken Ziekenfonds;
- Bijlage 2 Kwaliteitscriteria;
- Administratieve Afspraken.
1.13. De apothekers hebben niet met het concept contract ingestemd, omdat zij het niet eens zijn met het bepaalde in artikel 8 van bijlage 1 Addendum Regionale Afspraken Ziekenfonds (korting van 40% op de generieke geneesmiddelen en het aanwijzen van de fabrikant door De Friesland) en met het bepaalde in artikel 9 van bijlage 1 Addendum Regionale Afspraken Ziekenfonds (controle van de recepten).
1.14. Artikel 8 van Bijlage 1 Addendum Regionale Afspraken Ziekenfonds bevat onder meer de volgende bepalingen:
(...)
artikel 8 UvO Declaratieverkeer en Honorering
(...).
(...)
b. Gedurende de looptijd van de overeenkomst kan de zorgverzekeraar in overleg treden met de apotheker, om in het kader van de Pilot Farmacie, prijsafspraken te maken voor de productgroepen maagzuurremmers en cholestorolverlagers, die in de plaats treden van het onder a. overeengekomen tarief. Indien het CTG andere prijzen of tarieven vaststelt vervallen deze afspraken en kan desgewenst in overleg een nieuwe prijsafspraak worden gemaakt.
c. 1. De zorgverzekeraar kan bij een nader tussen partijen overeen te komen selectie van geneesmiddelen uit één en dezelfde farmacotheperapeutische groep en met één en dezelfde werkzame geneesmiddelsubstantie, bepalen dat artikelen met de laagste prijs door de apotheker worden afgeleverd.
2. De apotheker blijft voor deze artikelen declareren volgens de Z-index, danwel voor een lagere prijs als de apotheker dit mogelijk is en goeddunkt.
3. De apotheker verleent toestemming aan de SFK om nader overeen te komen gespecificeerde gebruiksgegevens beschikbaar te stellen aan de zorgverzekeraar, teneinde de zorgverzekeraar in staat te stellen het door haar uitgezette beleid te toetsen. Deze gegevens zijn echter eigendom van SFK, de apotheker kan verstrekking niet afdwingen.