ECLI:NL:RBLEE:2003:AH8566

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
24 juni 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/081024-03von
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hervatting van het onderzoek in een strafzaak wegens onvolledige dossiers

In de zaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres], heeft de Rechtbank Leeuwarden op 24 juni 2003 uitspraak gedaan. Tijdens de behandeling van de zaak is gebleken dat niet alle dossiers dezelfde verklaringen van getuigen en/of verdachten bevatten. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het onderzoek ter terechtzitting onvolledig is geweest. De rechtbank heeft de officier van justitie opdracht gegeven om ontbrekende verklaringen aan het dossier toe te voegen, zodat de volledigheid van het dossier kan worden vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er verschillen zijn tussen de dossiers van de verdachte en die van zijn medeverdachten, wat de mogelijkheid doet rijzen dat ook in het dossier van de verdachte verklaringen ontbreken. Om deze reden heeft de rechtbank besloten de zaak aan te houden en het onderzoek te hervatten op een nader te bepalen terechtzitting. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. K.E. Wielenga. De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de officier van justitie om alle relevante verklaringen in het dossier van de zaak te voegen, met betrekking tot de gebeurtenissen die op 1 januari 2003 te Nieuwehorne hebben plaatsgevonden.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 24 juni 2003
Parketnummer: 17/081024-03
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 10 juni 2003.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. K.E. Wielenga, advocaat te Joure.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
BERAADSLAGING
Tijdens de beraadslaging is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat het onderzoek ter terechtzitting onvolledig is geweest.
Tijdens de behandeling ter terechtzitting van de zaken van een aantal van verdachtes medeverdachten is gebleken dat niet in alle dossiers dezelfde verklaringen zijn opgenomen en dat in het dossier van één van deze medeverdachten niet waren opgenomen een viertal processen-verbaal van de politie, waarvan in ieder geval één een voor hem ontlastende verklaring bevat. Door de ongelijke opbouw van de dossiers van verdachte en enige van zijn medeverdachten kan de rechtbank niet op korte termijn vaststellen welke verschillen er tussen de dossiers van de verdachten bestaan. Het is derhalve niet denkbeeldig dat ook in het dossier van verdachte één of meer hem betreffende verklaringen ontbreken. De rechtbank kan de volledigheid van het dossier van verdachte eerst vaststellen als alle door de getuigen en/of medeverdachten afgelegde verklaringen, betreffende hetgeen op 1 januari 2003 te Nieuwehorne is gebeurd, in het dossier van verdachte zijn opgenomen. Teneinde dit laatste te doen bewerkstelligen wordt de zaak van verdachte aangehouden.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Beveelt de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen terechtzitting.
Stelt de stukken in handen van de officier van justitie, teneinde alle door de getuigen en medeverdachten van verdachte afgelegde verklaringen, betreffende hetgeen op 1 januari 2003 te Nieuwehorne is gebeurd, in het dossier van de onderhavige zaak te voegen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.S. Wegener Sleeswyk, voorzitter, mr. G.A.M. Peper en mr. M.R. de Vries, rechters, bijgestaan door mr. F.F. van Emst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 juni 2003.