ECLI:NL:RBLEE:2003:AF8040

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
23 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
54207 HAZA 02-640
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oneerlijke concurrentie tussen horecaondernemingen en de rol van onderwijsinstellingen

In deze zaak, die op 23 april 2003 door de Rechtbank Leeuwarden is behandeld, stond de vordering van de besloten vennootschap Horecaexploitatie Metropool B.V. centraal. Metropool, die een horecaonderneming exploiteerde in Leeuwarden, vorderde schadevergoeding van de stichting Christelijke Hogeschool Noord Nederland (CHN) wegens onrechtmatige concurrentie. De zaak was aanhangig gemaakt op basis van een dagvaarding van 28 augustus 2002, waarbij partijen verschenen en verschillende processtukken waren gewisseld. Metropool stelde dat CHN, als onderwijsinstelling, oneerlijke concurrentie aanging door horeca-activiteiten te verrichten die in strijd zouden zijn met richtlijnen en wetgeving omtrent marktactiviteiten door overheidsorganisaties.

De rechtbank oordeelde dat CHN niet onrechtmatig handelde jegens Metropool. De rechtbank concludeerde dat Metropool onvoldoende had onderbouwd dat zij schade had geleden door de activiteiten van CHN. Bovendien werd vastgesteld dat CHN geen overheidsorgaan was, maar een particuliere stichting die onderwijs verzorgde. De rechtbank wees erop dat de horeca-activiteiten van CHN plaatsvonden in het kader van onderwijs en dat deze activiteiten niet in directe concurrentie stonden met die van Metropool, die een andere doelgroep bediende. De rechtbank concludeerde dat de belangen van Metropool niet in onevenredige mate geschaad waren door de activiteiten van CHN.

Uiteindelijk wees de rechtbank de vordering van Metropool af en veroordeelde Metropool in de proceskosten van CHN. Dit vonnis benadrukt de grenzen van concurrentie tussen onderwijsinstellingen en commerciële horeca-ondernemingen, en de noodzaak voor een duidelijke onderbouwing van schadeclaims in dergelijke geschillen.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector civiel recht
afdeling handelsrecht
Uitspraak: 23 april 2003
Zaak-/Rolnummer: 54207 / HA ZA 02-640
VONNIS
van de enkelvoudige handelskamer in de zaak van:
de besloten vennootschap
HORECAEXPLOITATIE METROPOOL B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
eiseres,
procureur: mr. R.W. de Casseres,
tegen
de stichting
CHRISTELIJKE HOGESCHOOL NOORD NEDERLAND,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
procureur: mr. R.C.M. Kamsma.
PROCESGANG
De zaak is bij dagvaarding van 28 augustus 2002 aanhangig gemaakt. Partijen zijn verschenen. In de procedure zijn de volgende processtukken gewisseld:
* conclusie van antwoord van de zijde van gedaagde (in het vervolg: CHN);
* conclusie van repliek van de zijde van eiseres (verder: Metropool);
* conclusie van dupliek van de zijde van CHN.
Partijen hebben producties overgelegd.
Ten slotte is door CHN vonnis gevraagd. De rechtbank wijst vonnis op het griffiedossier, waarvan de inhoud als hier herhaald moet gelden.
RECHTSOVERWEGINGEN
1. De vordering
De vordering van Metropool strekt er toe dat de rechtbank, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, CHN veroordeelt om aan Metropool te vergoeden de schade als gevolg van het onrechtmatig handelen jegens Metropool, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, kosten rechtens.
CHN heeft tegen de vordering verweer gevoerd met conclusie Metropool, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in haar vordering niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar deze te ontzeggen, kosten rechtens.
2. Vaststaande feiten
Tussen partijen staat als gesteld en niet of onvoldoende betwist, alsmede op grond van de niet-betwiste inhoud van de overgelegde producties onder meer het volgende vast:
2.1. Metropool heeft tot 31 augustus 2002 in Leeuwarden een horecaonderneming geëxploiteerd bestaande uit een hotel en een restaurant ("Van den Berg State").
2.2. CHN is een organisatie voor hoger beroepsonderwijs. Zij biedt in Leeuwarden in het kader van haar hotelopleiding onder de naam "hotel Wyswert" hotel-, restaurant- en zalenverhuurdiensten aan. Hotel Wyswert is onder meer gesloten tijdens de schoolvakanties en feestdagen alsmede iedere zaterdag vanaf 14.00 uur tot maandag 07.00 uur.
3. Het standpunt van Metropool
3.1. CHN handelt onrechtmatig jegens Metropool door haar oneerlijke concurrentie aan te doen. Metropool heeft schade geleden in de vorm van verminderde omzet.
3.2. CHN is een door de overheid gefinancierde onderwijsinstelling en voert daarmee een overheidstaak uit; zij handelt echter ten onrechte niet conform de "Aanwijzingen voor het verrichten van marktactiviteiten door de rijksdienst". CHN houdt zich niet aan de "Richtlijnen voor het gebruik van horeca-accommodatie bij de lagere en middelbare horecascholen en de hogere hotelscholen". Op grond van het wetsvoorstel "Markt en Overheid" mag CHN Metropool geen concurrentie aandoen. CHN wil niet meewerken aan een convenant met Koninklijke Horeca Nederland Leeuwarden (verder: KHNL) en handelt in strijd met een conceptconvenant.
3.3. CHN bedient personen en groepen die normaliter van de diensten van Metropool gebruik zouden maken. Deze klanten kiezen voor CHN vanwege de aanzienlijk lagere prijs. CHN hoeft bij haar prijsstelling geen rekening te houden met kosten van personeel en onroerend goed. Daarnaast heeft CHN het voordeel dat onder meer geen rendementseisen worden gesteld en dat zij niet is onderworpen aan belastingheffing. Zij biedt haar waren en diensten beneden kostprijs aan.
4. Het standpunt van CHN
4.1. CHN handelt niet onrechtmatig jegens Metropool. Metropool heeft onvoldoende onderbouwd dat zij schade heeft geleden door toedoen van CHN.
4.2. CHN is geen overheidsorgaan maar een particuliere stichting die onderwijs verzorgt. Zij handelt niet in strijd met de "Aanwijzingen voor het verrichten van marktactiviteiten door de rijksdienst". Naleving van de "Richtlijnen voor het gebruik van horeca-accommodatie bij de lagere en middelbare horecascholen en de hogere hotelscholen" is niet afdwingbaar. Het Bedrijfschap Horeca hanteert deze richtlijnen niet meer, de Onderwijsraad Horeca bestaat niet meer. Het wetsvoorstel "Markt en Overheid" is niet op een hogeschool als CHN van toepassing. De besprekingen met KNHL hebben nog niet geleid tot een voor beide partijen aanvaardbare regeling. Het niet meewerken aan een convenant met KNHL is jegens Metropool niet onrechtmatig, het handelen in strijd met het concept evenmin.
4.3. De horeca-activiteiten van CHN vinden plaats in het kader van het onderwijs. Hotel Wyswert is een leerbedrijf. Men dient een persoonlijke of zakelijke relatie met CHN te hebben om van deze diensten gebruik te kunnen maken. Het gaat om een leerbedrijf dat niet concurreert met reguliere horecabedrijven. Het door Metropool geëxploiteerde hotel had een heel andere doelgroep dan CHN. CHN werkt met marktconforme prijzen. Huidige omstandigheden en toekomstige ontwikkelingen zijn niet relevant omdat Metropool haar onderneming heeft gestaakt.
5. Beoordeling van het geschil
5.1. Metropool verwijt CHN oneerlijke concurrentie als gevolg van de horeca-activiteiten van CHN. In dat verband heeft Metropool een beroep gedaan op de "Aanwijzingen inzake het verrichten van marktactiviteiten door organisaties binnen de rijksdienst" (verder: de aanwijzingen), op de "Richtlijnen voor het gebruik van horeca-accommodatie bij de lagere en middelbare horecascholen en de hogere hotelscholen" van het Bedrijfschap Horeca, opgesteld in overleg met de Onderwijsraad Horeca (verder: de richtlijnen), alsmede op het wetsvoorstel "Markt en Overheid" (verder: het wetsvoorstel). Voorts heeft Metropool een beroep gedaan op de gesprekken die CHN voert met KHNL. De rechtbank overweegt het volgende.
5.1.1. Het beroep van Metropool op de aanwijzingen slaagt niet. Uit de inleiding bij en uit hoofdstuk 1 van deze aanwijzingen, zoals door Metropool overgelegd, blijkt dat de aanwijzingen alleen gelden voor ministeries en de daaraan gelieerde diensten en agentschappen, niet voor lokale overheden, andere overheidsorganisaties, zoals zelfstandige bestuursorganen en private organisaties waaraan een overheidstaak is opgedragen.
Gesteld noch gebleken is dat CHN een organisatie is die krachtens de bepalingen van deze aanwijzingen onder het bereik daarvan valt.
Het door CHN bestreden standpunt van Metropool dat CHN op één lijn moet worden gesteld met een overheidsorgaan, is -voor zover dat door CHN bestreden standpunt al juist is- evenmin aanleiding de werking van de aanwijzingen uit te breiden omdat de werking van de aanwijzingen beperkt is tot de rijksdienst. Metropool kan derhalve aan de betreffende aanwijzingen jegens CHN geen rechten ontlenen.
5.1.2. CHN heeft bij antwoord gesteld dat de richtlijnen niet meer door het Bedrijfschap Horeca worden gehanteerd en dat de Onderwijsraad Horeca niet meer bestaat. Daaraan heeft CHN toegevoegd, dat de richtlijnen nog wel worden gehanteerd door de stichting BEM (Bureau Eerlijke Mededinging), die een door de branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland opgerichte kliklijn exploiteert, maar dat deze richtlijnen het karakter van een gentlemen's agreement zouden hebben waarvan naleving juridisch niet afdwingbaar is. Metropool is bij repliek in het geheel niet ingegaan op deze stellingen, hetgeen gelet op het vérstrekkende karakter daarvan wel van haar verwacht mocht worden.
Voor zover CHN handelt in strijd met de richtlijnen, maakt dit haar naar het oordeel van de rechtbank niet schadeplichtig jegens Metropool, omdat nakoming van een gentlemen's agreement in rechte niet kan worden afgedwongen. Metropool heeft geen feiten of omstandigheden gesteld die een andere conclusie rechtvaardigen. Zij kan derhalve jegens CHN aan de betreffende richtlijnen evenmin rechten ontlenen.
5.1.3. De stelling dat CHN niet zou voldoen aan de eisen die het wetsvoorstel verbindt aan het oprichten van bedrijven door overheidsorganisaties, leidt evenmin tot de slotsom dat CHN jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld. Terecht heeft CHN er op gewezen dat het daarbij slechts gaat om een voorstel van wet. De rechtbank wenst vanuit oogpunt van rechtszekerheid niet vooruit te lopen op bepalingen die nog geen kracht van wet hebben.
Dit geldt temeer nu Metropool op 31 augustus 2002 de bedrijfsvoering van haar hotel en restaurant "Van den Berg State" reeds heeft gestaakt en het handelen van CHN dient te worden beoordeeld naar het recht zoals dat ten tijde van de gewraakte handelingen van CHN toepasselijk was.
De rechtbank komt derhalve niet toe aan bespreking van het verweer van CHN dat het onderhavige wetsvoorstel niet van toepassing is op een hogeschool als CHN.
5.1.4. Het feit, dat CHN in haar overleg met Koninklijke Horeca Leeuwarden nog geen overeenstemming heeft bereikt over een convenant en dat CHN volgens Metropool in strijd met het conceptconvenant handelt, brengt niet mee dat CHN reeds daardoor onrechtmatig handelt jegens Metropool. Gesteld noch gebleken is immers dat Metropool bij die onderhandelingen zelf partij is, laat staan dat het concept afspraken behelst waaraan CHN thans reeds -door Metropool- zou kunnen worden gehouden. Bijzondere feiten of omstandigheden die een andere conclusie rechtvaardigen, heeft Metropool niet gesteld.
5.2. De rechtbank is voorts van oordeel dat CHN ook niet anderszins -dus los van de aanwijzingen, de richtlijnen, het wetsvoorstel en het (concept-) convenant als bedoeld in rechtsoverweging 5.1.- onrechtmatig jegens Metropool heeft gehandeld.
5.2.1. CHN heeft Metropool naar het oordeel van de rechtbank namelijk geen wezenlijke concurrentie heeft aangedaan. Daartoe wordt het volgende overwogen.
Metropool heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken, dat CHN zelf de grootste klant van hotel Wyswert zou zijn en dat haar eigen boekingen voor ontvangsten, vergaderingen, kamers, lunches of diners, onder meer in verband met open dagen en selectiedagen, 79,6% van de omzet genereren. Bovendien is Metropool bij repliek in het geheel niet ingegaan op de verwijzing door CHN naar een artikel in de Leeuwarder Courant van 31 augustus 2002 waarin [B.], aandeelhouder van Metropool, wordt aangehaald. Volgens [B.] waren de klanten van Van den Berg State voornamelijk buitenlandse zakenlui en kwam er voor de bruidssuite apart publiek.
De rechtbank volgt derhalve de stelling van CHN dat de hotel- en horecaonderneming die Metropool exploiteerde, een totaal andere doelgroep kende dan de hotelschool. De stelling van Metropool dat de klantenkringen elkaar in belangrijke mate overlapten, wordt om die reden verworpen.
Metropool is evenmin ingegaan op de stelling van CHN dat Van den Berg State niet te vergelijken was met de hotel- en horecafaciliteiten die de hotelschool onder restricties aanbiedt, waarbij de servicegraad van hotel Wyswert gezien de leersituatie beperkt is, evenals de menukeuze en de openingstijden. Onder deze omstandigheden acht de rechtbank de stelling van Metropool, dat CHN waren en diensten levert die ten minste soortgelijk zijn aan de door Metropool geleverde waren en diensten, niet begrijpelijk.
5.2.2. Voor zover er al sprake is geweest van enige mate van concurrentie, is de rechtbank van oordeel dat deze niet onrechtmatig is geweest.
Gesteld noch gebleken is dat de wet beperkingen stelt aan het aanbieden van horecadiensten door een onderwijsinstelling. De vrijheid van een -naar CHN erkent, grotendeels door de overheid gefinancierde- onderwijsinstelling als CHN om dergelijke diensten aan te bieden, ook aan een breder publiek dan alleen studenten en medewerkers van CHN en hun familieleden, weegt in dit geval op tegen het belang van een ondernemer als Metropool om tegen het aanbieden dergelijke diensten te worden beschermd.
Met CHN is de rechtbank namelijk van oordeel dat de onderhavige horeca-activiteiten van CHN bedoeld en nodig zijn als leeractiviteit voor de studenten en gerechtvaardigd zijn door het algemene belang dat met een goede horecaopleiding gediend is.
Deze afweging zou mogelijk tot een andere uitkomst hebben kunnen leiden, indien CHN haar horecadiensten tegen niet marktconforme voorwaarden zou verrichten en de kosten daarvan niet zou doorberekenen in haar prijzen. Op dit punt heeft Metropool echter niet aan haar stelplicht voldaan. CHN heeft immers gemotiveerd en met stukken onderbouwd aangevoerd dat zij marktconforme prijzen hanteert voor wat betreft de overnachtingen, het restaurant en de vergaderruimtes. Daarop mocht Metropool niet volstaan met de enkele en in algemene bewoordingen vervatte stelling dat CHN voor haar overnachtingen een vergoeding vraagt die de helft bedraagt van vergelijkbare hotels. Aldus is Metropool in het geheel niet ingegaan op het verweer van CHN voor wat betreft de restaurant- en vergaderdiensten en heeft Metropool voorts nagelaten te onderbouwen om welke reden en in welke mate de prijzen van de hoteldiensten van CHN niet markt-conform zouden zijn.
Onder deze omstandigheden zijn de belangen van Metropool naar het oordeel van de rechtbank niet in onevenredige mate geschaad door de horeca-activiteiten van het leerbedrijf van CHN.
5.3. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de stellingen van Metropool de vordering niet kunnen dragen, zodat deze dient te worden afgewezen.
5.4. De verdere stellingen en verweren behoeven geen bespreking meer nu dit niet tot een andere beslissing leidt.
5.5. Gezien het bovenstaande dient Metropool als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van CHN te worden verwezen, zoals hieronder nader zal worden aangegeven.
BESLISSING
De rechtbank
wijst de vordering af;
veroordeelt Metropool in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van CHN begroot op 193,00 euro aan verschotten en 780,00 euro aan salaris procureur;
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M.C. van der Mei en in het openbaar uitgesproken door de rolrechter op 23 april 2003.
fn 384