ECLI:NL:RBLEE:2002:AF2268
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van opleidingskosten door werkgever aan werknemer na beëindiging arbeidsovereenkomst
In deze zaak vorderde de oorspronkelijk eisende partij, aangeduid als [eiser], betaling van € 2.600,23 van de oorspronkelijk gedaagde partij, aangeduid als [gedaagde], in verband met kosten van een beroepsopleiding voor kandidaat-notaris. De vordering was eerder bij verstekvonnis toegewezen, maar [gedaagde] kwam in verzet tegen dit vonnis. De overeenkomst tussen partijen, gesloten op 24 juni 1997, bepaalde dat bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst binnen twee jaar na voltooiing van de beroepsopleiding, de werknemer de kosten diende terug te betalen. De kantonrechter oordeelde dat de rechtbank bevoegd was om van het geschil kennis te nemen, ondanks het beroep van [gedaagde] op onbevoegdheid en de verwijzing naar een niet meer bestaand scheidsgerecht. De kantonrechter concludeerde dat de overeenkomst bindend was en dat er geen sprake was van misbruik van omstandigheden, aangezien [gedaagde] niet in een ongelijkwaardige positie verkeerde bij het aangaan van de overeenkomst. De kantonrechter bekrachtigde het eerdere vonnis en veroordeelde [gedaagde] in de kosten van de procedure.