ECLI:NL:RBLEE:2002:AE8144
Rechtbank Leeuwarden
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor overdracht erfpachtsrecht en hypotheekbezwaar in kort geding
In deze zaak hebben de erven van dr. L.J. [L.] de Gemeente Leeuwarden in kort geding gedagvaard. De erven vorderden dat de Gemeente zou worden verboden zich te beroepen op een beding in de koopakte van het erfpachtsrecht, dat het niet toegestaan was om het erfpachtsrecht te bezwaren met een hypotheek zonder toestemming van de Gemeente. De erven stelden dat de Gemeente geen redelijk belang had bij het handhaven van dit beding en dat de bepaling dat geen vervreemding aan een Rooms Katholiek mocht plaatsvinden niet meer van deze tijd was. De Gemeente verweerde zich door te stellen dat zij niet verplicht was toestemming te geven voor het bezwaren van het erfpachtsrecht met een hypotheek en dat de rechten van de erven niet in gevaar zouden komen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het recht van opstal kan worden bezwaard met een hypotheek en dat de Gemeente niet op enige wettelijke grondslag kon stellen dat de uitoefening van dit recht gebonden was aan haar toestemming. De rechter concludeerde dat de bepaling in de overeenkomst tussen de Gemeente en dr. [L.] in strijd was met de wet. De primaire vordering van de erven werd afgewezen omdat er geen spoedeisend belang was, maar de subsidiaire vordering werd toegewezen. De Gemeente werd veroordeeld tot het geven van toestemming voor de overdracht van het erfpachtsrecht aan E.F.W. [V.], en het verbod om zich te beroepen op het beding in de koopakte werd opgelegd, met een dwangsom voor overtredingen. De Gemeente werd ook veroordeeld in de proceskosten.