ECLI:NL:RBLEE:2002:AE6069
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en dekking onder aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren na ontuchtelijke handelingen
In deze zaak heeft de rechtbank Leeuwarden op 24 juli 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en Achmea Schadeverzekeringen N.V. De eiser had een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) afgesloten bij FBTO, de rechtsvoorgangster van Achmea. De zaak is aanhangig gemaakt na een veroordeling van de eiser door de rechtbank te Arnhem wegens ontucht met zijn minderjarige dochter. De eiser had zijn verzekering ingeschakeld na aansprakelijkstelling door zijn dochter, die schadevergoeding eiste voor het door hem gepleegde misbruik. De rechtbank moest beoordelen of de schade die de dochter had geleden, gedekt was onder de AVP van de eiser.
De rechtbank overwoog dat de polisvoorwaarden uitsluitingen bevatten voor schade veroorzaakt door opzet of schade die het zekere gevolg is van het handelen van de verzekerde. De rechtbank concludeerde dat de eiser, door zijn herhaalde ontuchtelijke handelingen, bewust schade heeft veroorzaakt bij zijn dochter. De rechtbank oordeelde dat de eiser had moeten weten dat zijn daden schade zouden toebrengen en dat de uitsluitingsclausules van toepassing waren. Hierdoor kwam de eiser geen vergoeding toe op basis van zijn AVP.
De rechtbank wees de vorderingen van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van ouders en de gevolgen van ontuchtige handelingen binnen een gezinsrelatie, evenals de toepassing van uitsluitingsclausules in verzekeringspolissen.