ECLI:NL:RBLEE:2002:AE5871

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
26 juli 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
53281 KG ZA 02-229
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot levering van onroerende zaken en onderhandelingen over aandelenoverdracht in kort geding

In deze zaak hebben de Vereniging Beheer "Buitenplaats It Wiid" en de Stichting Beheer It Wiid Coorendijck Beleggingen N.V. in kort geding gedagvaard. De eisers vorderden dat Coorendijck zou meewerken aan de levering van verschillende onroerende zaken binnen 24 uur na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom. De onroerende zaken betroffen onder andere percelen grond en een appartementsrecht in Earnewâld. De rechter heeft de vordering toegewezen, waarbij Coorendijck werd veroordeeld tot levering van de onroerende zaken aan de eisers, met een dwangsom van 20.000 euro per dag bij niet-nakoming. In reconventie vorderden Coorendijck, Hooge Raedt Groep B.V. en Stichting tot Behoud van de Buitenplaatsen Mechelen e.o. dat de Vereniging en Stichting It Wiid hoofdelijk zouden worden veroordeeld om verder te onderhandelen over de koop en verkoop van aandelen in de Exploitatiemaatschappij It Wiid B.V. De rechter heeft deze vordering ook toegewezen, met de verplichting om binnen twee dagen na betekening van het vonnis te beginnen met een due diligence onderzoek. De zaak is complex en betreft de continuïteit van het recreatiepark, waarbij de partijen in het verleden al meerdere keren hebben onderhandeld over de overname van onroerende zaken en aandelen. De rechter heeft de partijen aangespoord om constructief samen te werken en heeft de dwangsommen gemaximeerd. De uitspraak is gedaan op 26 juli 2002.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Korte Gedingen
Uitspraak: 26 juli 2002
Kort-geding-nummer: 53281 KG ZA 02-229
VONNIS
van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Leeuwarden, in het kort geding van:
1. de vereniging
VERENIGING BEHEER "BUITENPLAATS IT WIID",
gevestigd te Dalfsen,
hierna te noemen: Vereniging It Wiid,
2. de stichting
STICHTING BEHEER IT WIID,
gevestigd te Eernewoude,
hierna te noemen: Stichting It Wiid,
eisers in conventie,
gedaagden in reconventie,
procureur: mr. P.H. Redeker,
advocaat: mr. O.E. Meijer te Rotterdam,
tegen
1. de naamloze vennootschap
COORENDIJCK BELEGGINGEN N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres sub 1 in reconventie,
hierna te noemen: Coorendijck,
2. de besloten vennootschap
HOOGE RAEDT GROEP B.V.,
gevestigd te Baarn,
eiseres sub 2 in reconventie,
hierna te noemen: Hooge Raedt,
3. de stichting
STICHTING TOT BEHOUD VAN DE BUITENPLAATSEN MECHELEN E.O.,
gevestigd te Baarn,
eiseres sub 3 in reconventie,
hierna te noemen: stichting Mechelen,
procureur: mr. V.M.J. Both,
advocaat: mrs. J.L.M. Fruytier en M.P.M. Fruytier te Amsterdam,
PROCESGANG
Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid hebben Coorendijck in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare zitting van 8 juli 2002. Na aanhouding van de zaak, heeft de mondelinge behandeling van de zaak op 17 juli 2002 plaatsgevonden.
Hooge Raedt en Stichting Mechelen hebben toen een verzoek gedaan tot voeging aan de zijde van Coorendijck, alsmede tot tussenkomst. Omdat Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid hiertegen geen bezwaar hebben gemaakt, is de verzochte voeging en tussenkomst toegestaan.
Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid hebben vervolgens op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd dat de rechter bij vonnis, zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
Coorendijck zal gebieden binnen 24 uur na dagtekening van dit vonnis mee te werken aan de levering van de volgende onroerende zaken:
- het perceel grond met centrale voorzieningen, buitenplaats, wegen en water te (9264 TP) Earnewâld (gemeente Tytjerksteradiel), plaatselijk bekend Koaidijk 4, 6 en 8, kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, nummer 2574, groot (de rechter leest:) 6 hectare, 8 aren en 95 centiaren;
- het perceel grond met water te Earnewâld, plaatselijk bekend Wiidswei (ongenummerd) kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, nummer 2575, groot 4 aren en 65 centiaren;
- het appartementsrecht, kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, complexaanduiding 2586-A, appartementsindex 77, welk appartementsrecht omvat:
a) het 1/78 onverdeeld aandeel in de gemeenschap bestaande uit het perceel grond te Earnewâld, met daarop het gedeelte van het complex "Buitenplaats It Wiid", genaamd Pompeblêd, omvattende 77 bungalows, 22 percelen water en een brug, met aanbehoren, plaatselijke aanduiding ten tijde van de splitsing (de rechter leest:) in appartementsrechten nog niet bekend, ten tijde van de splitsing (de rechter leest:) in appartementsrechten kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, nummer 2577, groot 5 hectaren, 20 aren en 20 centiaren en
b) het recht op het uitsluitend gebruik van de bungalow met grondkavel, water en toebehoren te 9264 TP Earnewâld, plaatselijk bekend Koaidijk 6 277;
Eén en ander binnen 24 uur na betekening van dit vonnis en op straffe van verbeurte van een dwangsom van 20.000,00 euro voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, althans een in goede justitie door de rechter te bepalen bedrag, dat Coorendijck binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan de inhoud van het vonnis te voldoen, met veroordeling van Coorendijck in de kosten van het geding.
Vervolgens hebben partijen hun standpunten nader doen toelichten door hun advocaten, waarbij mr. Meijer zich van een pleitnota heeft bediend. Coorendijck heeft in conventie geen verweer gevoerd, ook niet voor zover de vordering ziet op de directiewoning. Wel heeft zij daarbij aangegeven, dat zij zich wat betreft deze directiewoning alle rechten en weren voorbehoudt.
In reconventie hebben Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen gevorderd, dat de rechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid hoofdelijk -des dat de één betalende de ander zal zijn gekweten- zal veroordelen met Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen verder te onderhandelen over de koop- en verkoop van de aandelen in de besloten vennootschap Exploitatiemaatschappij It Wiid B.V., meer in het bijzonder Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid zal gelasten binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis aan te vangen met een due diligence onderzoek bij de besloten vennootschap Exploitatiemaatschappij It Wiid B.V. door een met goede naam en faam bekend staande accountant, welke zijn bevindingen binnen 2 dagen na afronding van zijn onderzoek aan Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen schriftelijk bekend dient te maken, welk due diligence onderzoek zal inhouden een onderzoek naar de juistheid van de uitgangspunten in de basisovereenkomst tussen partijen die zijn vastgelegd in de brieven van partijen van 22 en 27 november en 18 december 2001, alsmede of het management over de vennootschap in de periode januari 2001 tot op heden naar behoren is gevoerd, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van 15.000,00 euro per dag of per dagdeel dat Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid daarmee in gebreke blijven;
2. Een door de rechter te bepalen ordermaatregel zal nemen voor zover mogelijk in lijn met het bovenstaande;
3. Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid hoofdelijk -des dat de één voldoet de ander zal zijn gekweten- zal gebieden binnen 2 dagen na dagtekening van dit vonnis mee te werken aan de levering van de onroerende zaken welke zijn omschreven in de aangehechte koopakte, conform die akte en onder betaling van de in de akte aangegeven koopsom;
4. Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid zal veroordelen in de kosten van het geding.
Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid hebben geconcludeerd Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen niet-ontvankelijk te verklaren in hun vordering, althans hen deze te ontzeggen, met veroordeling van Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen in de kosten van het geding.
Partijen hebben met wederzijds goedvinden producties in het geding gebracht. Na voortgezet debat is de zaak aangehouden. Mr. Meijer heeft vervolgens bij faxbericht van 22 juli 2002 namens Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid vonnis gevraagd. Mr. M.J. de Vries heeft namens mr. Fruytier bij faxbericht van 23 juli 2002 eveneens vonnis gevraagd namens Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen. Tevens heeft mr. M.J. de Vries namens mr. Fruytier in dit faxbericht (waaraan een productie is gehecht) nog enkele opmerkingen gemaakt, met het verzoek aan mr. Meijer -aan wie blijkens het faxbericht een kopie daarvan is verzonden- om zich per omgaande hierover uit te laten. Vervolgens heeft mr. M.J. de Vries namens mr. Fruytier bij faxbericht van 24 juli 2002 wederom een opmerking gemaakt. Bij faxbericht van 24 juli 2002 heeft de rechtbank op haar verzoek van de procureur van Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen (mr. Redeker) een kopie van de betekende dagvaarding ontvangen. Ten slotte heeft mr. Meijer bij faxbericht van 24 juli 2002 -waarbij een productie is overgelegd- een aantal opmerkingen gemaakt naar aanleiding van het faxbericht van mr. De Vries van 23 juli 2002.
De rechter doet heden uitspraak op basis van het griffiedossier, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
RECHTSOVERWEGINGEN
Vaststaande feiten
In conventie en in reconventie:
1. Voorshands kunnen de navolgende feiten als vaststaand worden aangenomen:
1.1. Tot 7 februari 2001 werd de exploitatie van 314 recreatiebungalows op de Buitenplaats It Wiid voor de eigenaren van die bungalows verzorgd door de besloten vennootschap Buitenplaats It Wiid B.V. Deze vennootschap is -tezamen met nog twee andere vennootschappen die het recreatiepark Buitenplaats de Mechelerhof respectievelijk Buitenplaats Gerner exploiteerden- op 7 februari 2001 in staat van faillissement verklaard. Het faillissement van Buitenplaats It Wiid B.V. was aangevraagd door Vereniging It Wiid.
1.2. Vlak na het faillissement van Buitenplaats It Wiid B.V. is er tussen de twee curatoren, Hooge Raedt en Vereniging It Wiid onderhandeld. Doelstelling van alle betrokken partijen was de continuïteit van het recreatiepark te waarborgen. Afgesproken is dat de exploitatie van het recreatiepark en de verhuur van de bungalows zou worden overgenomen door een op te richten vennootschap (de besloten vennootschap Exploitatiemaatschappij It Wiid B.V.), waarvan de aandelen zouden worden ondergebracht bij een op te richten stichting (Stichting Mechelen). De centrale voorzieningen (zoals zwembad en restaurant) -hierna te noemen: de onroerende zaken- zouden worden overgenomen door Hooge Raedt.
1.3. Bij overeenkomst van 7 maart 2001 is door Hooge Raedt aan Vereniging It Wiid terzake van Buitenplaats It Wiid een optierecht verleend om de onroerende zaken en de aandelen van Exploitatiemaatschappij It Wiid over te nemen op een voor Hooge Raedt kosten neutrale basis. De achterliggende gedachte daarbij was, dat Vereniging It Wiid de onroerende zaken alsmede de exploitatie van het recreatiepark graag in handen zou willen krijgen, doch daartoe op zo'n korte termijn zelf niet in staat was. De optie was aanvankelijk verleend voor een periode van 6 maanden, doch is nadien meerdere keren verlengd.
1.4. Na 7 maart 2001 is er tussen partijen onderhandeld omtrent de overname van de onroerende zaken en de aandelen in Exploitatiemaatschappij It Wiid B.V.
1.5. Bij brief van 22 november 2001 hebben Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid aan Hooge Raedt laten weten dat zij geïnteresseerd zijn om Exploitatiemaatschappij It Wiid eventueel over te nemen. Bij faxbericht van 22 november 2001 hebben zij tevens aan Hooge Raedt laten weten dat zij bereid zijn de onroerende zaken te kopen voor een maximale en verder niet onderhandelbare koopsom van ƒ 4.975.000,00 inclusief eventueel verschuldigde BTW, doch exclusief kosten koper. Laatstgenoemd aanbod is blijkens het faxbericht gedaan onder voorbehoud van het verkrijgen van een hypothecaire geldlening ter grootte van minimaal ƒ 4.000.000,00 en het verrichten van een gedegen "due diligence-onderzoek", waaraan partijen hun volledige medewerking zouden moeten geven en dat zou moeten leiden tot een voor Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid bevredigende uitkomst.
1.6. Bij brief van 27 november 2001 heeft Hooge Raedt aan Vereniging It Wiid medegedeeld, dat zij bereid is het bod op de onroerende zaken te accepteren, echter onder de uitdrukkelijke bijkomende voorwaarde dat op dezelfde datum tevens de overdracht van de aandelen in Exploitatiemaatschappij It Wiid plaatsvindt op voor Hooge Raedt conveniërende voorwaarden.
1.7. Bij kort-geding-vonnis van 2 juli 2002 tussen Hooge Raedt, Coorendijck, Stichting Mechelen en Exploitatiemaatschappij It Wiid als eiseressen en Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid als gedaagden, heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank beslist, dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat partijen daadwerkelijk overeenstemming hebben bereikt omtrent de overname van de aandelen in Exploitatiemaatschappij It Wiid. De vordering strekkende tot overname van de aandelen is om die reden afgewezen. Ook de vordering strekkende tot overname van de onroerende zaken is toen afgewezen. Volgens de voorzieningenrechter heeft Hooge Raedt het bod van Vereniging It Wiid op de onroerende zaken geaccepteerd onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat tevens de overdracht van de aandelen in Exploitatiemaatschappij It Wiid plaatsvindt op voor Hooge Raedt conveniërende voorwaarden, terwijl gesteld noch gebleken is dat Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid hiertegen bezwaar hebben gemaakt. Omdat voorshands niet aannemelijk is geworden dat partijen overeenstemming hebben bereikt omtrent de overname van de aandelen, is ook de vordering strekkende tot overname van de onroerende zaken niet toewijsbaar, aldus de voorzieningenrechter in voornoemd kort-geding-vonnis.
1.8. Partijen hebben vervolgens onderhandeld over een zogenaamde activatransactie. Tot een schikking is het echter niet gekomen.
Het geschil en de beoordeling daarvan
In conventie:
2.1. De vordering strekkende tot levering van de onroerende zaken -waaronder de directiewoning- zal worden toegewezen. Tegen toewijzing van deze vordering heeft Coorendijck geen verweer (meer) gevoerd omdat zij financieringsproblemen wil voorkomen bij Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid, aldus het faxbericht van mr. De Vries namens mr. Fruytier van 24 juli 2002, waarbij verwezen wordt naar een tweetal brieven van 15 juli 2002 van mr. Fruytier. In redelijkheid zal de termijn waarbinnen de medewerking aan de levering dient plaats te vinden, worden gesteld op twee dagen na betekening van het vonnis.
2.2. Opgemerkt wordt dat Coorendijck ten aanzien van de directiewoning zich wel alle rechten en weren heeft voorbehouden, met name het voorbehoud van het recht vervangende schadevergoeding te vorderen wat betreft de directiewoning omdat zij niet verplicht was op grond van de overeenkomst tussen partijen dit recht tevens te leveren, aldus Coorendijck. Weliswaar hebben Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid bezwaar gemaakt tegen het door Coorendijck gemaakte voorbehoud, maar nu dit door Coorendijck gemaakte voorbehoud niet aan toewijzing van de vordering in de weg staat, zal de rechter niet op dit punt ingaan.
2.3. Aan het gevorderde gebod strekkende tot levering van de onroerende zaken, zal worden toegevoegd dat hiertegenover staat de verplichting om de overeengekomen koopsom van 2.257.556,57 euro te voldoen.
2.4. Mr. De Vries heeft bij faxbericht van 23 juli 2002 aangevoerd dat levering van de onroerende zaken volgens haar dient te geschieden conform een door haar aan genoemd faxbericht gehechte akte. Mr. Meijer heeft bij faxbericht van 24 juli 2002 eveneens een akte overgelegd, waarvan hij op dat moment niet zeker weet of deze akte correct is, doch waarover hij zich binnen 8 dagen nog zou uitlaten. De rechter constateert dat op dit moment de mate waarin partijen het eens/oneens zijn over de inhoud van de akte onduidelijk is. Mr. De Vries en mr. Meijer hebben pas in een zeer laat stadium (te weten: na de mondelinge behandeling van de zaak) akten in het geding gebracht. De rechter acht het onder die omstandigheden niet verantwoord om op basis van die stukken een beslissing te geven. Ten aanzien van de veroordeling strekkende tot levering van de onroerende zaken zal dan ook in het midden worden gelaten op basis van welke akte deze levering zal dienen te geschieden.
2.5. De rechter constateert dat in het petitum niet is gespecificeerd aan wie er door Coorendijck moet worden geleverd. De rechter heeft uit het verhandelde ter terechtzitting begrepen dat met de vordering tot levering van de onroerende zaken in conventie wordt beoogd dat die levering geschiedt aan Stichting It Wiid. Aangezien partijen hierover echter niet of nauwelijks hebben gedebatteerd en de vordering op dit punt niet nader is gespecificeerd, zal deze vordering aldus worden toegewezen, dat Coorendijck wordt veroordeeld tot levering van de onroerende zaken aan één of beide eiseressen, dat wil dus zeggen aan Vereniging It Wiid en/of aan Stichting It Wiid. Dit strookt ook met hetgeen in reconventie wordt gevorderd.
2.6. De gevorderde oplegging van dwangsommen zal worden toegewezen. De rechter zal een maximum aan de te verbeuren dwangsommen verbinden. Dit laat uiteraard onverlet, dat bij voortgaande overtreding van dit kort-geding-vonnis oplegging van hogere dwangsommen kan worden gevorderd dan wel hernieuwde oplegging van dezelfde dwangsommen.
Het bedrag van zowel de dwangsom als het maximum staat in een redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging.
3. Coorendijck zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. Weliswaar heeft Coorendijck thans geen verweer meer gevoerd tegen toewijzing van het gevorderde, doch aanvankelijk heeft zij aan haar medewerking tot levering voorwaarden gesteld, te weten opheffing van de gelegde beslagen en verder onderhandelen. Tevens heeft Coorendijck aanvankelijk verweer gevoerd voorzover de vordering betrekking had op de directiewoning. Niet gezegd kan dan ook worden dat Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid Coorendijck onnodig in een procedure hebben betrokken.
In reconventie:
4.1. In het vonnis van 2 juli 2002 heeft de voorzieningenrechter de vordering tot levering van de aandelen afgewezen op grond, dat (kort samengevat) onvoldoende aannemelijk was geworden, dat partijen daadwerkelijk overeenstemming hadden bereikt omtrent de aandelenoverdracht. Sindsdien is niet gebleken van feiten of omstandigheden, die ertoe nopen om dat voorlopig oordeel te herzien. Echter: het afbreken van de onderhandelingen over die overdracht zou in de omstandigheden van dit geval onaanvaardbaar zijn (vgl. HR 23/10/87, NJ 1988/1017). Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen mochten en mogen op de totstandkoming van een overeenkomst tot aandelenoverdracht vertrouwen, op grond van de hiervoor onder 1.1. tot en met 1.6. als vaststaand aangenomen feiten. Uit die feiten blijkt overduidelijk van de intentie van alle betrokken partijen om de onroerende zaken en de exploitatie van het park tezamen aan de Vereniging en/of de Stichting It Wiid over te dragen. De koppeling tussen de onroerende zaken en exploitatie is en wordt kennelijk nog steeds door alle partijen op goede gronden noodzakelijk geacht ter waarborging van de continuïteit van het park als economische productie-eenheid. Aangezien die exploitatie was komen te berusten bij de Exploitatiemaatschappij It Wiid lag het in de rede dat de exploitatie zou worden overgedragen door middel van overdracht van de aandelen in die BV. De nu tussen partijen ontstane moeilijkheden hebben geen betrekking op de nog steeds onbetwiste wenselijkheid en hun gemeenschappelijke intentie om het onroerend goed en de exploitatie van het park in één hand te brengen.
4.2. Het geschil tussen partijen betreft de vraag, ten laste van wie de inmiddels door de Exploitatiemaatschappij It Wiid sinds haar oprichting in of omstreeks maart 2001 tot op heden geleden verliezen moet dragen. Die verliezen zijn te vertalen in de huidige, waarschijnlijk sterk negatieve waarde van de aandelen in die BV. Hoewel de omvang van die negatieve waarde nog niet is komen vast te staan neemt de Vereniging It Wiid kennelijk aan dat die zeer aanzienlijk is, hetgeen ook niet onaannemelijk lijkt nu ter zitting d.d. 17 juli namens Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen in dit verband een bedrag van één tot anderhalf miljoen (gulden?) is genoemd. De scherpte van het geschil zit voor de Vereniging It Wiid in de onzekerheid van die negatieve waarde, waarbij voor de leden van de Vereniging It Wiid met name ook een rol speelt, dat de exploitatie tot nu toe geschiedt onder verantwoordelijkheid van Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen en deze exploitatie door de Vereniging It Wiid tot nu toe niet behoorlijk te controleren valt. De Vereniging It Wiid wijst er bijvoorbeeld op dat de door de Exploitatiemaatschappij It Wiid van derden geïncasseerde huurbedragen niet bevredigend ten behoeve van de recht- en belanghebbende bungaloweigenaren werden en worden verantwoord.
4.3. Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen stellen daartegenover dat bij overeenkomst van 7 maart 2001 aan Vereniging It Wiid een optierecht is verleend om de aandelen en de onroerende zaken over te nemen op een voor Hooge Raedt kosten-neutrale basis, waarmee zij kennelijk bedoelen te benadrukken dat zij zich nooit hebben verplicht en nooit hebben willen verplichten om in te staan voor alle eventueel te lijden exploitatieverliezen. Volgens Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen zijn die verliezen gedurende al bijna twee seizoenen ontstaan als gevolg van de onrust, die werd teweeggebracht door het op 7 februari 2001 uitgesproken faillissement, welke onrust een negatieve uitwerking had op de marktpositie van het bungalowpark, doordat touroperators geen boekingen in It Wiid meer durfden te riskeren. Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen houden Vereniging It Wiid verantwoordelijk voor die onrust op grond, dat het juist Vereniging It Wiid is geweest, die het faillissement heeft aangevraagd. Controle door Vereniging It Wiid op de exploitatie was en is mogelijk, aldus Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen, door middel van een 'due diligence-onderzoek'.
4.4. Partijen zoeken een uitweg uit dit geschil, waarbij hun op dit moment niet zozeer een appellabel kortgedingvonnis voor ogen staat als wel een vorm van arbitrage door deze voorzieningenrechter, zo nodig en zo mogelijk in diens hoedanigheid van kantonrechter op basis van art. 43 R.O.. In reconventie wordt thans onder meer in zeer algemene termen gevorderd 'een door de rechter te bepalen ordemaatregel'. Onder deze omstandigheden kan de voorzieningenrechter het zich met de kennelijke instemming van beide partijen veroorloven om de motivering en het dictum vrijer te formuleren dan gebruikelijk is, waarbij ook aansluiting kan worden gezocht bij het informele overleg ter terechtzitting ter verkenning van de mogelijkheden van een compromis.
4.5. Een constructieve benadering zou kunnen zijn om onderscheid te maken tussen enerzijds op korte termijn te treffen maatregelen in het belang van alle bij het park betrokken partijen, en anderzijds de financiële belangen van de procespartijen op een iets langere termijn. In een eerste fase zouden de exploitatie van het park en het onroerend goed, in overeenstemming met de oorspronkelijke en onveranderde intentie van alle betrokken partijen, zo snel mogelijk in handen van Vereniging It Wiid kunnen worden gebracht. Ongestoorde voortzetting van de exploitatie door Vereniging It Wiid (rechtstreeks dan wel via een door haar gecontroleerde rechtspersoon) is dan mogelijk. Dat dient het herstel van het rendement op de particuliere investeringen van de individuele bungalow-eigenaren doordat de verhuur via de touroperators weer goed op gang kan komen, en dat is dus ook in het belang van de op het park werkzame werknemers. In een tweede fase zou vervolgens een voor partijen aan beide zijden aanvaardbaar onderzoek kunnen worden ingesteld naar de financiële positie van Exploitatiemaatschappij It Wiid en daarmee naar de feitelijke waarde van de aandelen. Die waarde heeft op dit moment waarschijnlijk weinig meer te maken met de nominale waarde van ƒ 35.000,-, voor welk bedrag ze zouden worden verkocht. Op basis van zo'n door accountants te verrichten onderzoek, alsmede op basis van hieronder nader uit te werken uitgangspunten, en zo nodig op basis van aanvullende 'arbitrage' door deze voorzieningenrechter in een procedure ex art. 43 R.O., kan tenslotte een financiële afrekening tot stand worden gebracht.
4.6. Een afrekening kan worden gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- Het staat Vereniging It Wiid niet vrij om zich te onttrekken aan voortgezette onderhandelingen over de aandelenoverdracht (zie hiervoor onder 4.1) dan wel voortgezette onderhandelingen over een ook in het belang van Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen redelijk te achten alternatief voor een aandelenoverdracht, zoals een activatransactie in combinatie met een verrekening of compensatie voor de sterk negatieve waarde van de aandelen;
- Dit betekent, materieel gezien, dat Vereniging It Wiid in redelijkheid geen aanspraak kan maken op een eindresultaat dat hierin bestaat, dat zij én het onroerend goed verkrijgt én de exploitatie van het park overneemt door middel van een activatransactie, waartegenover Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen zonder enige compensatie 'blijven zitten' met de naar verwachting zwaar negatieve waarde van de aandelen in Exploitatiemaatschappij It Wiid;
- Vereniging It Wiid draagt immers mede de verantwoordelijkheid voor die negatieve waarde, omdat het in de rede ligt om aan te nemen dat het waardeverlies (althans mede) is veroorzaakt door exploitatieverliezen, die (althans mede) het gevolg waren van de onrust, veroorzaakt door het op aanvraag van Vereniging It Wiid op 7 februari uitgesproken faillissement van Buitenplaats It Wiid BV, welke aanvraag voorzienbaar kon leiden tot ernstige haperingen in de continuïteit van het park;
- Anderzijds dragen ook Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen mede de verantwoordelijkheid voor die aanloopverliezen. Zij hebben in het park geïnvesteerd na het uitspreken van het faillissement en konden voormelde onrust en verliezen toen dus redelijkerwijs voorzien. Dit hebben zij, naar valt aan te nemen, in de indertijd betaalde prijs verdisconteerd;
- Nu de exploitatie van het park sinds de oprichting van Exploitatiemaatschappij It Wiid is uitgevoerd onder hun regie hebben Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen (naar valt aan te nemen) steeds een goed en volledig inzicht gehad kunnen hebben in de financiële positie van Exploitatiemaatschappij It Wiid, welk inzicht tot op heden niet aan Vereniging It Wiid is verschaft, bijvoorbeeld door overlegging van (kopieën van) complete boekhoudkundige bescheiden;
- Beide partijen, en dus ook Vereniging It Wiid, hebben er groot belang bij op om hun financiële posities in de voortgezette onderhandelingen en de mogelijke financiële consequenties van hun daarin te nemen beslissingen goed te kunnen overzien. Daarom ligt het in de rede dat eerst in opdracht van beide partijen een accountantsonderzoek plaatsvindt naar de huidige waarde van de aandelen in Exploitatiemaatschappij It Wiid, bij voorbeeld uit te voeren door drie accountants, waarvan beide partijen er ieder één benoemen, waarna beide accountants samen een derde accountant aanwijzen;
- In afwachting van de uitkomst van het accountantsonderzoek vindt (nog) geen aandelenoverdracht plaats. Na het accountantsonderzoek vindt (al dan niet onder gelijktijdige overdracht van de aandelen) een zodanige verrekening tussen partijen plaats, dat elk van beide partijen de helft van de (naar verwachting negatieve) waarde van die aandelen voor haar rekening neemt;
- Indien een dergelijke verdeling op basis van de dan voorliggende waardering van de aandelen voor één of voor beide partijen onaanvaardbaar is, zal deze rechter, in het kader van een procedure ex art. 43 R.O. in hoogste instantie beslissen op basis van een door partijen gezamenlijk in te dienen en ter terechtzitting te behandelen verzoek.
4.7. De rechter zal de reconventionele vordering sub 1., strekkende tot voortzetting van de onderhandelingen over de koop- en verkoop van de aandelen in Exploitatiemaatschappij It Wiid, aldus toewijzen dat partijen worden veroordeeld om de onderhandelingen voort te zetten op basis en met inachtneming van de hiervoor sub 4.6. opgesomde uitgangspunten.
4.8. Naar het oordeel van de rechter hebben Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid terecht aangevoerd, dat een veroordeling tot verder onderhandelen slechts toewijsbaar is jegens Vereniging It Wiid en niet jegens Stichting It Wiid. Hooge Raedt heeft bij overeenkomst van 7 maart 2001 immers slechts een optierecht verleend om (onder meer) de aandelen van Exploitatiemaatschappij It Wiid over te nemen aan Vereniging It Wiid en niet aan Stichting It Wiid. Gesteld noch gebleken is, dat partijen nader zijn overeengekomen dat de aandelen in afwijking van de overeenkomst van 7 maart 2001 (mede) aan Stichting It Wiid zullen worden geleverd.
4.9. Vereniging It Wiid heeft ter terechtzitting verweer gevoerd tegen de gevorderde oplegging van dwangsommen. Het verweer zal worden gehonoreerd. Nog afgezien van de omstandigheid dat Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen ter terechtzitting niet op dit verweer zijn ingegaan, zou oplegging van dwangsommen naar het oordeel van de rechter een te ongunstig effect hebben op de te voeren onderhandelingen.
5.1. Voorts vorderen Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen een gebod voor Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid om (hoofdelijk) mee te werken aan de levering van de onroerende zaken welke zijn omschreven in de aangehechte koopakte, conform die akte en onder betaling van de in de akte aangegeven koopsom. De onroerende zaken betreffen dezelfde onroerende zaken als waarvan in conventie medewerking aan de levering wordt gevorderd, met uitzondering van de directiewoning.
5.2. De rechter zal de vordering -waartegen behoudens hetgeen in conventie aan de orde is geweest geen verweer is gevoerd- toewijzen zoals na te melden, onder verwijzing naar hetgeen in conventie is overwogen en beslist. Met name verwijst de rechter naar hetgeen hiervoor sub 2.1 is overwogen omtrent de directiewoning.
5.3. Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid hebben aangevoerd, dat aan het toe te wijzen gebod een voorbehoud dient te worden gekoppeld ter zake van financiering. De rechter constateert dat Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid bij brief van 22 november 2001 hebben laten weten dat zij bereid zijn de onroerende zaken over te nemen onder voorbehoud van het verkrijgen van een hypothecaire geldlening ter grootte van minimaal ƒ 4.000.000,00 (1.815.120,86 euro) van een in Nederland gevestigde bankinstelling onder normale voorwaarden en tarieven. In de brief van 27 november 2001 van Hooge Raedt, waarbij het bod op de onroerende zaken is geaccepteerd, is tegen dit financieringsvoorbehoud geen bezwaar gemaakt. Omdat gesteld noch gebleken is dat het financieringsvoorbehoud op enig moment is komen te vervallen en Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen ter terechtzitting ook geen bezwaar hebben gemaakt tegen dit voorbehoud, zal aan het op te leggen gebod voormeld financieringsvoorbehoud worden toegevoegd.
6. Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid zullen als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
BESLISSING
De rechter, rechtdoende in kort geding:
In conventie:
1. gebiedt Coorendijck om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis tegen betaling van de overeengekomen koopsom van 2.257.556,57 euro mee te werken aan de levering van de volgende onroerende zaken aan Vereniging It Wiid en/of Stichting It Wiid:
- het perceel grond met centrale voorzieningen, buitenplaats, wegen en water te (9264 TP) Earnewâld (gemeente Tytjerksteradiel), plaatselijk bekend Koaidijk 4, 6 en 8, kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, nummer 2574, groot (de rechter leest:) 6 hectare, 8 aren en 95 centiaren;
- het perceel grond met water te Earnewâld, plaatselijk bekend Wiidswei (ongenummerd) kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, nummer 2575, groot 4 aren en 65 centiaren;
- het appartementsrecht, kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, complexaanduiding 2586-A, appartementsindex 77, welk appartementsrecht omvat:
c) het 1/78 onverdeeld aandeel in de gemeenschap bestaande uit het perceel grond te Earnewâld, met daarop het gedeelte van het complex "Buitenplaats It Wiid", genaamd Pompeblêd, omvattende 77 bungalows, 22 percelen water en een brug, met aanbehoren, plaatselijke aanduiding ten tijde van de splitsing (de rechter leest:) in appartementsrechten nog niet bekend, ten tijde van de splitsing (de rechter leest:) in appartementsrechten kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, nummer 2577, groot 5 hectaren, 20 aren en 20 centiaren en
d) het recht op het uitsluitend gebruik van de bungalow met grondkavel, water en toebehoren te 9264 TP Earnewâld, plaatselijk bekend Koaidijk 6 277;
2. bepaalt dat Coorendijck een dwangsom verbeurt van 20.000,00 euro voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Coorendijck niet aan het hiervoor genoemde gebod voldoet;
3. verbindt aan de aldus sub 2 te verbeuren dwangsommen een maximum van 400.000,00 euro;
4. veroordeelt Coorendijck in de kosten van het geding, aan de zijde van Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid begroot op 270,56 euro aan verschotten en op 703,00 euro aan salaris procureur;
5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6. wijst af het anders of meer gevorderde;
In reconventie:
7. veroordeelt Vereniging It Wiid om met Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen verder te onderhandelen over de koop- en verkoop van de aandelen in de besloten vennootschap Exploitatiemaatschappij It Wiid B.V. en wel op basis en met inachtneming van de hiervoor sub 4.6 opgesomde uitgangspunten;
8. gebiedt Vereniging It Wiid en/of Stichting It Wiid om, onder voorbehoud van het verkrijgen van een hypothecaire geldlening ter grootte van minimaal 1.815.120,86 euro van een in Nederland gevestigde bankinstelling onder normale voorwaarden en tarieven, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis en met betaling van de overeengekomen koopsom van
2.257.556,57 euro mee te werken aan de levering van de volgende onroerende zaken aan Vereniging It Wiid en/of Stichting It Wiid:
- het perceel grond met centrale voorzieningen, buitenplaats, wegen en water te (9264 TP) Earnewâld (gemeente Tytjerksteradiel), plaatselijk bekend Koaidijk 4, 6 en 8, kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, nummer 2574, groot (de rechter leest:) 6 hectare, 8 aren en 95 centiaren;
- het perceel grond met water te Earnewâld, plaatselijk bekend Wiidswei (ongenummerd) kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, nummer 2575, groot 4 aren en 65 centiaren;
- het appartementsrecht, kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, complexaanduiding 2586-A, appartementsindex 77, welk appartementsrecht omvat:
e) het 1/78 onverdeeld aandeel in de gemeenschap bestaande uit het perceel grond te Earnewâld, met daarop het gedeelte van het complex "Buitenplaats It Wiid", genaamd Pompeblêd, omvattende 77 bungalows, 22 percelen water en een brug, met aanbehoren, plaatselijke aanduiding ten tijde van de splitsing (de rechter leest:) in appartementsrechten nog niet bekend, ten tijde van de splitsing (de rechter leest:) in appartementsrechten kadastraal bekend gemeente Burgum, sectie H, nummer 2577, groot 5 hectaren, 20 aren en 20 centiaren en
f) het recht op het uitsluitend gebruik van de bungalow met grondkavel, water en toebehoren te 9264 TP Earnewâld, plaatselijk bekend Koaidijk 6 277;
9. veroordeelt Vereniging It Wiid en Stichting It Wiid in de kosten van het geding, aan de zijde van Coorendijck, Hooge Raedt en Stichting Mechelen begroot op 350,00 euro aan salaris procureur;
10. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
11. wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en in aanwezigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 juli 2002.
fn 82