ECLI:NL:RBLEE:2002:AE4453

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
20 juni 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
02/663 GEMWT
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake sloop en bouw van brug in beschermd stadsgezicht Franeker

Op 20 juni 2002 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening aangevraagd door de vereniging Vrienden van de Stad Franeker. De verzoekster heeft op 18 juni 2002 een verzoek ingediend bij de voorzieningenrechter, omdat de gemeente Franekeradeel was begonnen met de sloop van een karakteristieke brug zonder de vereiste sloop- en bouwvergunningen. De brug maakt deel uit van het beschermd stadsgezicht van Franeker, en verzoekster vreesde dat de werkzaamheden zouden doorgaan zonder dat de benodigde vergunningen waren aangevraagd.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente Franekeradeel niet bereid was om de werkzaamheden te staken, ondanks het verzoek van verzoekster om bestuursdwang toe te passen. De rechter heeft overwogen dat de werkzaamheden aan de brug in strijd met de wet plaatsvinden, omdat er geen vergunningen zijn afgegeven. Gezien de evidente onrechtmatigheid van de situatie heeft de voorzieningenrechter besloten om een bouwstop op te leggen aan de gemeente Franekeradeel.

De beslissing houdt in dat de gemeente onmiddellijk moet stoppen met alle sloop- en bouwwerkzaamheden aan de brug bij het Leeuwardereind en de Zilverstraat te Franeker, totdat de voorzieningenrechter uitspraak doet op het verzoek om een voorlopige voorziening. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar en is niet vatbaar voor rechtsmiddel.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
Uitspraak ex artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nr.: 02/663 GEMWT
Inzake het geding tussen
de vereniging Vrienden van de Stad Franeker, gevestigd te Franeker, verzoekster,
gemachtigde: J. Niemeijer, voorzitter,
en
het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel, verweerder.
Motivering
Verzoekster heeft zich bij fax van 18 juni 2002 tot de voorzieningenrechter gericht met het verzoek om ingevolge het bepaalde in art. 8:81 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening te treffen.
Uit het verzoekschrift blijkt, dat door verzoekster is geconstateerd dat onder verantwoordelijkheid van de gemeente Franekeradeel de brug bij het Leeuwardereind en de Zilverstraat te Franeker is gesloopt en dat is aangevangen met de plaatsing van een nieuwe brug. Volgens verzoekster vinden deze werkzaamheden plaats zonder dat hiervoor een sloop- en bouwvergunning zijn afgegeven. Volgens verzoekster maakt de karakteristieke gebogen brug onderdeel uit van het beschermd stadsgezicht, voor de bescherming waarvan verzoekster zich in het bijzonder inzet. Door verzoekster is verder aangegeven, dat de gemeente heeft aangegeven dat de bouwvergunning nog moet worden aangevraagd, doch dat de werkzaamheden worden voortgezet.
Verzoekster heeft vervolgens verweerder op 17 juni 2002 schriftelijk verzocht over te gaan tot het toepassen van bestuursdwang en de onderhavige brug in de oude toestand te herstellen, althans onmiddellijk over te gaan tot stopzetting van de illegale werkzaamheden. De raadsvrouwe van verzoekster, mr. M.R. Rauwerda (advocaat te Leeuwarden), heeft op 18 juni 2002, nadat gebleken is dat burgemeester en wethouders niet bereid zijn een besluit te nemen tot toepassing van bestuursdwang en dat de gemeente de werkzaamheden aan de brug zal voortzetten en onder geen enkele voorwaarde bereid is de werkzaamheden te staken, een bezwaarschrift ingediend tegen de fictieve weigering te beslissen op het verzoek van 17 juni 2002. Hangende dit bezwaarschrift is het verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.
Naar aanleiding van het verzoek om voorlopige voorziening heeft de griffier van de rechtbank onderzocht of verweerder bereid is de gevraagde voorlopige maatregelen te nemen, hetgeen niet het geval blijkt te zijn. Namens verweerder is aangegeven dat de werkzaamheden zijn gestart als groot onderhoud, doch dat daarbij is gebleken dat ingrijpender maatregelen moesten worden genomen op grond waarvan een sloop- en bouwvergunning nodig zijn. Uit de telefonisch ingewonnen informatie blijkt verder, dat voor de onderhavige werkzaamheden wellicht ook een vergunning op grond van de Monumentenwet is vereist, maar dat daarvoor nog nader onderzoek nodig is.
De voorzieningenrechter overweegt het volgende.
Ingevolge art. 125 Gemeentewet is het gemeentebestuur bevoegd tot toepassing van bestuursdwang. De bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college van burgemeester en wethouders, indien de toepassing van bestuursdwang dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.
Op grond van de informatie die thans voorhanden is, moet er van worden uitgegaan dat de werkzaamheden aan de brug zonder de vereiste vergunningen, en derhalve in strijd met de wet, plaatsvinden. Verweerder moet daarom bevoegd geacht worden tot toepassing van bestuursdwang. Gegeven verweerders weigering om hiertoe over te gaan, mede in aanmerking genomen de evidente onrechtmatigheid van de zonder de vereiste vergunningen uitgevoerde werkzaamheden, zal de voorzieningenrechter doen wat verweerder had behoren te doen.
De voorzieningenrechter zal daarom, bij wijze van ordemaatregel, aan de gemeente Franekeradeel een bouwstop opleggen. Deze voorlopige voorziening geldt totdat door de voorzieningenrechter uitspraak zal zijn gedaan op het door verzoekster op 18 juni 2002 ingediende verzoekschrift.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
- treft de voorlopige voorziening dat de gemeente Franekeradeel wordt gelast om met onmiddellijke ingang alle sloop- en bouwwerkzaamheden aan de brug bij het Leeuwardereind en de Zilverstraat te Franeker te (doen) staken en gestaakt te houden tot het tijdstip waarop de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van de vereniging Vrienden van de Stad Franeker.
Aldus gegeven door mr. C.H. de Groot, voorzieningenrechter, in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2002, in tegenwoordigheid van F.P. Dillingh als griffier.
w.g. F.P. Dillingh
w.g. C.H. de Groot
Tegen deze uitspraak kan geen rechtsmiddel worden aangewend.
Verzonden per fax op: 20 juni 2002