Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist en op grond van de inhoud van de overgelegde bescheiden, voor zover niet bestreden, staat het volgende tussen partijen vast:
2.1 Tussen Stam en de Friesland Bank bestond op of omstreeks 7 februari 1999 een bankrelatie middels het filiaalkantoor van de Friesland Bank te Alkmaar.
2.2 Op de rechtsbetrekking tussen partijen zijn de Algemene Bankvoorwaarden (hierna: ABV) toepasselijk.
2.3 De voorwaarden bevatten onder meer de volgende artikelen.
Artikel 2: Zorgplicht van de Bank
De bank dient bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen.
Zij zal daarbij naar beste vermogen met de belangen van de cliënt rekening houden, met dien verstande dat zij niet gehouden is gebruik te maken van haar bekende niet openbare informatie, waaronder koersgevoelige informatie.
Artikel 14: Verlies etc. van formulieren
De cliënt dient de door de bank aan hem ter beschikking gestelde formulieren, informatiedragers en communicatiemiddelen zorgvuldig te bewaren en te behandelen.
Indien de cliënt enige onregelmatigheid zoals verlies, diefstal of misbruik met betrekking tot die formulieren, informatiedragers of communicatiemiddelen constateert, dient hij daarvan terstond mededeling te doen aan de bank. Tot het moment waarop de bank deze mededeling ontvangt, zijn de gevolgen van het gebruik van die formulieren, informatiedragers of communicatiemiddelen voor rekening en risico van de cliënt, tenzij die cliënt aantoont dat de bank schuld te verwijten is. Daarna zijn de gevolgen voor rekening en risico van de bank, tenzij de bank aantoont, dat cliënt opzet of grove schuld te verwijten is.
2.4 In de aanhef van de voorwaarden is de volgende zinsnede vermeld:
"In overleg met de Consumentenbond is evenwel wederzijds benadrukt, dat de zorgplicht van de Bank zoals neergelegd in artikel 2 van de voorwaarden te allen tijde voorop staat en dat clausules die aansprakelijkheid beperken, daaraan geen afbreuk doen."
2.5 Op 7 februari 1999 heeft Stam omstreeks 15.00 uur een van haar bedrijfslogo voorziene enveloppe met een drietal verzameloverschrijvingsformulieren, die in totaal zesentwintig overschrijvingen bevatte, naar het kantoor van de Friesland Bank te Alkmaar gestuurd.
2.6 Stam heeft deze enveloppe verzonden via de PTT. De brievenbus waarin Stam zijn opdracht heeft gedeponeerd is een brievenbus op het bedrijventerrein Boekelermeer te Alkmaar.
2.7 Op of omstreeks 10 februari 1999 is Stam door de heer [I.], werkzaam op het hoofdkantoor van de Rabobank, gevestigd te Diemen, gebeld. [I.] heeft Stam gevraagd of hij een bedrag van ruim ƒ 200.000,00 had overgemaakt naar de Make Up academie, ten name van [naam + adres] Stam heeft daarop aan [I.] medegedeeld dat een dergelijke overschrijving onjuist was. De rekening van de begunstigde is vervolgens geblokkeerd. Op dat moment was reeds ƒ 30.000,00 (13.613,41 euro) in contanten opgenomen.
2.8 Na deze mededeling van [I.] heeft tussen Stam en de heer [K.] van de Friesland Bank overleg plaatsgevonden. Tijdens dit overleg kwam naar voren dat bij twee van de zesentwintig overschrijvingen het bedrag, het rekeningnummer en de naam van begunstigde met behulp van correctievloeistof waren gewijzigd. De bedragen waren verhoogd, respectievelijk van ƒ 20.088,30 naar ƒ 220.088,30 en van ƒ 1.915,71 naar
ƒ 201.915,71, terwijl ook het totaalbedrag was aangepast. De namen [namen] waren veranderd in respectievelijk [namen]
2.9 Op 11 februari 1999 heeft Stam bij de Politie te Alkmaar aangifte gedaan van valsheid in geschrifte en het aannemen van een valse naam.
2.10 Behoudens het bedrag van ƒ 30.000,00 (13.613,41 euro) zijn de foutief overgeboekte bedragen teruggestort ten gunste van Stam.
2.11 Stam heeft de Friesland Bank gesommeerd het bedrag van ƒ 30.000,00 ( 13.613,41 euro) aan hem te vergoeden. De Friesland Bank heeft hieraan geen gevolg gegeven.