ECLI:NL:RBLEE:2002:AD8789

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
31 januari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/080272-01vev
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Brandstichting en meervoudige diefstal met racistische motieven

Op 31 januari 2002 deed de Rechtbank Leeuwarden uitspraak in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig had gemaakt aan brandstichting en meerdere diefstallen. De verdachte, geboren op [geboortedatum] en thans gedetineerd in PI De Grittenborgh te Hoogeveen, werd beschuldigd van het opzettelijk in brand steken van een schoolgebouw van de Internationale Schakel Klas in Drachten, waarbij gemeen gevaar voor goederen te duchten was. Dit gebeurde in de nacht van 16 op 17 september 2001, toen de verdachte samen met anderen brandbare materialen onder een houten wand van het schoolgebouw plaatste en deze in brand stak. De rechtbank oordeelde dat de brandstichting racistische motieven had, aangezien de school bezocht werd door asielzoekers. Dit leidde tot aanzienlijke materiële schade en een maatschappelijke schade die niet in geld kon worden uitgedrukt.

Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van zeven diefstallen, gepleegd in de periode van augustus tot september 2001, waarbij hij samen met anderen inbraken pleegde in woningen en clubgebouwen. De rechtbank nam in haar overwegingen de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee. De verdachte had erkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de feiten en de rechtbank hield rekening met de psychiatrische rapportage die een licht verminderde toerekeningsvatbaarheid aangaf.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van dertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en reclasseringstoezicht. De rechtbank benadrukte de ernst van de racistische motieven achter de brandstichting en de noodzaak voor de verdachte om met deskundigen te werken aan zijn persoonlijkheidsontwikkeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de zaak werd behandeld in het openbaar.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 31 januari 2002
Parketnummer: 17/080272-01
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI De Grittenborgh te Hoogeveen, Kinholtsweg 7.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 17 januari 2002.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht het onder 1. primair, 2., 3., 4. en 5. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij in de periode omvattende de dagen 16 september 2001 en 17 september 2001 te Drachten, in gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk brand heeft gesticht onder of bij of tegen een schoolgebouw van de I.S.K. (Internationale Schakel Klas) school, gevestigd aan de Van Haersmasingel, aldaar, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededaders toen aldaar, opzettelijk op een of meerdere plaats(en) meerdere kranten en ander brandbaar goed onder of bij of tegen een houten wand van dat schoolgebouw geduwd of gedrukt en vervolgens die meerdere kranten en ander brandbaar goed in brand gestoken, ten gevolge waarvan meerdere klaslokalen en de kantine van dat schoolgebouw geheel zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor voornoemd schoolgebouw en meerdere in dat schoolgebouw bevindende goederen, te duchten was;
2.
hij op 18 augustus 2001 te Drachten, in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning, gelegen aan de [A-straat], aldaar, heeft weggenomen een portable computer en een stereocombinatie en meerdere cd's, toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
3.
hij in de periode omvattende de dagen 30 augustus 2001 en 31 augustus 2001 te Bakkeveen, in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een clubgebouw van de voetbalvereniging Bakkeveen, gelegen aan de Mjumster Wei, aldaar, heeft weggenomen twee ballen en twee tassen en meerdere flessen/flesjes frisdrank en meerdere kratten bier en meerdere dozen snoepgoed en meerdere dozen snacks en meerdere cd's en een televisietoestel en een magnetron en koffie, toebehorende aan de voetbalvereniging Bakkeveen, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming;
4.
hij in de periode omvattende de dagen 6 september 2001 en 7 september 2001 te Beetsterzwaag, in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een kantinegebouw van de voetbalvereniging "De Sweach", gelegen aan de Vlaslaan, aldaar, heeft weggenomen een versterker en een magnetron en een net en meerdere dozen snoepgoed, toebehorende aan de voetbalvereniging "De Sweach", waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming;
5.
hij in de periode omvattende de dagen 14 september 2001 en 15 september 2001, te Drachten, in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een clubgebouw van de postduivenvereniging Vice Versa, gevestigd aan de Houtlaan, aldaar, heeft weggenomen een koffiezetapparaat en een koelkast en een magnetron en een tuner/versterker en meerdere radio's en twee kratten bier en 4 flessen frisdrank en een pakje bakboter en een duivenmand en fietstassen en een radio dispenser en meerdere klokjes en een dekbedovertrek en een lijmpistool en meerdere lampen en een voetbal en een toolkit en een lakroller met verfkwasten en twee deurmatten en meerdere bierglazen en een fruitmand en een lampje en een cd-rombakje en een tas en meerdere cadeaubonnen en een keukendoek en een handdoek en een lantaarn en meerdere tassen en meerdere fototoestellen en een hangertje en duivenvoer en meerdere waardebonnen, toebehorende aan Postduivenvereniging Vice Versa, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIE
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. primair
Medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
2.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
3.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
4.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
5.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, de psychiatrische rapportage en het voorlichtingsrapport;
- de gedane erkenning van de verdachte zich nog aan de overige op de dagvaarding genoemde ad informandum gevoegde strafbare feiten te hebben schuldig gemaakt, welke zaken derhalve hiermee zijn afgedaan;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het onder 1. primair, 2., 3., 4. en 5. telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en reclasseringstoezicht.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan brandstichting en zeven gevallen van diefstal onder verzwarende omstandigheden.
Ten aanzien van de brandstichting overweegt de rechtbank als volgt. Nu aan de brandstichting racistische motieven ten grondslag lagen is er, naast de enorme materiële schade, tevens sprake van een maatschappelijke schade die niet in geld kan worden uitgedrukt. Racisme is een maatschappelijk kwaad dat al sinds mensenheugenis voor zeer grote ellende voor allerlei onschuldige groepen mensen heeft gezorgd. Ondanks de lessen uit het verleden die hierover zijn te leren, wordt veel onheil aangericht doordat er nog steeds mensen zijn die - al dan niet tegen beter weten in - zich vastklampen aan de gedachte dat hun etnische groep verheven zou zijn boven de andere. Zo ook het gezelschap waarin verdachte zich op de avond van de brandstichting bevond.
Verdachte heeft heel bewust met zijn mededaders een school uitgezocht die door asielzoekers werd bezocht, te weten de Internationale Schakel Klas te Drachten. Op de avond van de brandstichting waren verdachte en de mededaders het er, blijkens de verschillende verklaringen bij de politie afgelegd, geheel over eens: er was ook elders in Nederland brand gesticht in scholen en voorzieningen voor asielzoekers en Drachten kon niet achterblijven. Verdachte heeft verder bij de politie verklaard dat hij van mening was dat er een hoop slechte mensen tussen donkere mensen zitten. Ter zitting echter verklaarde verdachte dat hij geen hekel heeft aan buitenlanders maar dat hij geen weerstand kon bieden aan zijn vrienden. Zoals zo vaak blijkt bij mensen die kennelijk zwak in hun schoenen staan, zoeken zij in groepsverband slachtoffers uit die zich in een kwetsbare positie bevinden, zoals asielzoekers. Verdachte heeft zich echter zeer goed rekenschap kunnen geven van zijn daden, zeker ook gelet op de tijd die was gelegen tussen het plan van de brandstichting en de daadwerkelijke uitvoering daarvan. Hieraan doen niet af de conclusies in het psychiatrisch rapport, waarin onder meer vermeld staat dat verdachte zijn daden in licht verminderde mate zijn toe te rekenen. De rechtbank tilt zeer zwaar aan misdrijven op racistische grondslag en is van oordeel dat, mede ook gelet op de overige delicten, een gevangenisstraf van forse duur op zijn plaats is. De rechtbank zal daarbij een gedeelte van die straf voorwaardelijk opleggen met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, opdat verdachte met behulp van deskundigen aandacht kan besteden aan hetgeen in de rapportage omtrent zijn persoonlijkheidsontwikkeling staat vermeld.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 47, 57, 157, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Verklaart het onder 1. primair, 2., 3., 4. en 5. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot zes maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
- zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland;
- ervoor zorgt dat hij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor genoemde reclasseringsinstelling;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling.
Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme en mr. M.C. van der Mei, rechters, bijgestaan door mr. H.A. Attema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 januari 2002.
Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING
Parketnummer: 17/080272-01
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van bovengenoemde rechtbank op 17 januari 2002.
Tegenwoordig:
mr. A.H.M. Dölle, voorzitter,
mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme en mr. M.C. van der Mei, rechters,
mr. J.T.D. Stoffels, officier van justitie
en mr. H.A. Attema, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
thans gedetineerd in PI De Grittenborgh te Hoogeveen, Kinholtsweg 7.
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen.
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaats vinden ter terechtzitting van 31 januari 2002 te 13:30 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.