ECLI:NL:RBLEE:2002:AD8277

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
17 januari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/080172-01vev
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag en bedreiging met messen in Joure

Op 17 januari 2002 deed de Rechtbank Leeuwarden uitspraak in een strafzaak tegen een verdachte die op 2 juli 2001 in Joure meerdere misdrijven had gepleegd, waaronder poging tot doodslag en bedreiging met messen. De verdachte, geboren op [geboortedatum] en thans gedetineerd in HvB Het Veer te Amsterdam, had met een mes meerdere personen bedreigd en geprobeerd een van hen van het leven te beroven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk met een mes had gestoken naar het hoofd en bovenlichaam van [slachtoffer 1], maar dat de poging niet was voltooid. Daarnaast had hij [slachtoffer 2a] bedreigd met de woorden 'I kill you' en had hij messen gestolen uit een slagerij. De rechtbank nam in haar overwegingen de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd, en de persoon van de verdachte mee, waarbij ook psychiatrische rapportages werden betrokken. De deskundigen concludeerden dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was en dat behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk was. De rechtbank besloot tot een onvoorwaardelijke terbeschikkingstelling met verpleging, naast een gevangenisstraf van 24 maanden. De rechtbank oordeelde dat de onzekere verblijfsstatus van de verdachte geen reden was om af te zien van deze maatregel. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de verdachte en zijn advocaat, mr. R.A. Schütz, en de griffier D.P. Postma-Westerhof. De rechtbank gelastte ook de teruggave van inbeslaggenomen messen aan de eigenaar.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 17 januari 2002
Parketnummer: 17/080172-01
Ter terechtzitting gevoegd parketnummer 17/056222-01.
Ter berechting gevoegd parketnummer 17/056215-01.
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de ter terechtzitting gevoegde zaken van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in HvB Het Veer (PI Over-Amstel) te Amsterdam.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 3 januari 2002.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.A. Schütz, advocaat te Leeuwarden.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis zijn door de griffier gewaarmerkte fotokopieën van de dagvaardingen gehecht, waaruit de inhoud van de telasteleggingen geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telasteleggingen voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
PARTIËLE VRIJSPRAAK
De verdachte moet van het in de zaak met parketnummer 17/080172-01 onder 2. primair en van het in de zaak met parketnummer 17/056222-01 onder 1. primair en subsidiair telastegelegde worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet bewezen acht.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 17/080172-01 onder 1. primair, 2. subsidiair, 3., 4., 5., 6., 7. en het in de zaak met parketnummer 17/056222-01 onder 2. en 3. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
parketnummer 17/080172-01
1.
hij op 2 juli 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, opzettelijk met een mes telkens van (zeer) korte afstand meermalen, met kracht heeft gestoken naar en in de richting van het hoofd en/of het bovenlichaam van voornoemde [slachtoffer 1], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2. A.
hij op 2 juli 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, F.P. [slachtoffer 2a] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met messen stekende en zwaaiende bewegingen gemaakt naar en in de richting van het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2a] en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd (zakelijk weergegeven): "I kill you".
2. B.
hij op 2 juli 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkel (een slagerij, gelegen aan de Midstraat aldaar) heeft weggenomen meerdere messen, toebehorende aan [slachtoffer 2b].
3.
hij op 2 juli 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, A.C.D.C. Gomes, hoofdagent van politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met messen stekende en zwaaiende bewegingen gemaakt naar en in de richting van het lichaam van voornoemde Gomes.
4.
hij op 2 juli 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, (in een winkel (Bentex), gelegen aan de Midstraat aldaar) [slachto[slachtoffer 4a] en [slachtoffer 4b] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met messen stekende en zwaaiende bewegingen gemaakt naar en in de richting van de lichamen van voornoemde [slachtoffer 4a] en [slachtoffer 4b].
5.
hij op 2 juli 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, (op de Midstraat aldaar) [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend messen gericht en gericht gehouden op en/of naar het lichaam van voornoemde [slachtoffer 5].
6.
hij op 2 juli 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, ((na)bij een winkel (de Readshop)) [slachto[slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend aan voornoemde [slachtoffer 6] messen getoond en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd (zakelijk weergegeven): "I will kill you".
7.
hij op 2 juli 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, (op het terrein van het asielzoekerscentrum, gelegen aan de Boeresingel aldaar) opzettelijk en wederrechtelijk een motorfiets (van het merk Yamaha), toebehorende aan [slachtoffer 7], heeft beschadigd.
parketnummer 17/056222-01
2. (parketnummer 056215-01)
hij op 15 juni 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening bij een winkel (gelegen aan de Merk aldaar) heeft weggenomen een tijdschrift/puzzelboekje, toebehorende aan [slachtoffer 8].
3.
hij op 15 juni 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, opzettelijk en wederrechtelijk een aantal tijdschriften/puzzelboekjes, toebehorende aan [slachtoffer 8], heeft vernield.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIE
Het bewezene levert op:
in de zaak met parketnummer 17/080172-01 de misdrijven:
1. primair
Poging tot doodslag.
2. subsidiair
A.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
B.
Diefstal
3.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
4.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
5.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
6.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
7.
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
in de zaak met parketnummer 17/056222-01 de misdrijven:
2.
Diefstal.
3.
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en de psychiatrische - en psychologische rapportage;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het in de zaak met parketnummer 17/080172-01 onder 1. primair, 2. primair, 3., 4., 5., 6., 7. en in de zaak met parketnummer 17/056222-01 onder 1. primair, 2. en 3. telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren alsmede teruggave van de inbeslaggenomen messen aan de eigenaar.
Verdachte heeft op 2 juli 2001 voor grote opschudding en angst gezorgd in het centrum van Joure door aldaar zwaaiend met twee grote slagersmessen het aanwezige publiek te benaderen onder het uiten van bedreigingen. Een van de personen wilde hem afleiden om te voorkomen dat er grote ongelukken zouden gebeuren en is vervolgens daadwerkelijk door verdachte geraakt met de messen. Verdachte mag hierbij van geluk spreken dat het letsel relatief gering was. Ook de gealarmeerde politiemensen zijn door verdachte bedreigd en hebben zich zodanig bedreigd gevoeld dat zij in de drukke winkelstraat hun dienstwapen hebben getrokken om verdachte te laten stoppen. De impact die de gebeurtenissen op zowel het publiek als de betrokken politieagenten heeft gehad is zodanig geweest dat in het kader van de nazorg een speciale bijeenkomst voor deze mensen is georganiseerd.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte is door een psycholoog en een psychiater gerapporteerd. De psycholoog is van oordeel dat er bij verdachte ten tijde van de feiten sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis. De psychiater komt tot de conclusie dat bij verdachte sprake is van zowel een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens als een ziekelijke stoornis in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis en een manisch psychotisch toestandsbeeld ten tijde van het plegen van de feiten. Beiden achten verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar en de kans op recidive groot. Zij zijn van oordeel dat behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk is.
Een behandeling in een regulier psychiatrisch ziekenhuis wordt door beide deskundigen uitgesloten, gelet op eerdere mislukte opnamen en het veiligheidsaspect.
Indien betrokkene van Nederlandse afkomst zou zijn zou de psychiater adviseren tot een voorwaardelijke terbeschikkingstelling met als voorwaarde behandeling binnen een forensisch psychiatrisch kader. Nu verdachte echter een onzekere verblijfsstatus heeft geeft de psychiater als alternatief aan dat verdachte binnen het kader van een gevangenisstraf zou kunnen worden geplaatst binnen een bijzondere zorgafdeling en geresocialiseerd zou kunnen worden naar een AMOG-centrum.
De psycholoog is van oordeel dat een langdurige forensische klinische behandeling noodzakelijk is en adviseert een onvoorwaardelijke terbeschikkingstelling. Mocht dit niet mogelijk zijn in verband met de onzekere verblijfsstatus van verdachte dan sluit de psycholoog zich aan bij het door de psychiater voorgestelde alternatieve traject.
De rechtbank kan zich verenigen met de inhoud van de rapporten, maar neemt de conclusies niet geheel over.
De rechtbank is van oordeel dat alleen de onzekere verblijfsstatus van verdachte geen reden is om af te zien van een oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling. Verdachte is een normaal intelligente man en hij spreekt zowel in de Franse als Engelse taal. De behandeling van verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank kans van slagen. Dit wordt nog eens bevestigd door het feit dat de begeleiding van verdachte in de FOBA op dit moment zeer goed verloopt. Alleen de onzekerheid of verdachte na behandeling terug zal keren in de Nederlandse samenleving dan wel zal worden uitgezet is naar de mening van de rechtbank geen reden af te zien van een behandeling met kans van slagen.
Nu de deskundigen hebben aangegeven dat een langdurige klinische behandeling noodzakelijk is is de rechtbank van oordeel dat deze dient plaats te vinden in het kader van een terbeschikkingstelling met verpleging. Een voorwaardelijke terbeschikkingstelling acht de rechtbank bij de geschetste problematiek en het gebrek aan ziekte-inzicht bij verdachte te vrijblijvend.
Naast de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging acht de rechtbank, gelet op de ernst van de feiten en de mate waarin deze verdachte zijn toe te rekenen, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur op zijn plaats.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 37a, 37b, 45, 57, 285, 287, 310, 350 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 17/080172-01 onder 2. primair en in de zaak met parketnummer 17/056222-01 onder 1. primair en subsidiair is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 17/080172-01 onder 1. primair, 2. subsidiair, 3., 4., 5., 6., 7. en in de zaak met parketnummer 17/056222-01 onder 2. en 3. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van VIERENTWINTIG MAANDEN.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Gelast de teruggave aan [slachtoffer 2b], gevestigd te [adres slachtoffer 2b] van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven twee slagersmessen.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.S. Wegener Sleeswijk, voorzitter, mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme en mr. H.R. Bax, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 januari 2002.
Mr. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING
Parketnummer: 17/080172-01
Ter terechtzitting gevoegd parketnummer 17/056222-01.
Ter berechting gevoegd parketnummer 17/056215-01.
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van bovengenoemde rechtbank op 3 januari 2002.
Tegenwoordig:
mr. R.S. Wegener Sleeswijk, voorzitter,
mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme en mr. H.R. Bax, rechters,
mr. W.J.B. ten Kate, officier van justitie
en D.P. Postma-Westerhof, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De voorzitter belast de oudste rechter met de leiding van het onderzoek.
Het onderzoek vindt plaats met bijstand van mevr. D.A. van Beek, wonende te Leeuwarden, tolk in de Franse taal, nu verdachte heeft aangegeven de Nederlandse taal onvoldoende te beheersen. De tolk legt in handen van de oudste rechter op de bij de wet voorgeschreven wijze de belofte af haar taak als tolk naar haar geweten te zullen vervullen. Het ter terechtzitting gesprokene is vertolkt.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de oudste rechter te zijn genaamd:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ([geboorteland]),
wonende te [adres],
thans gedetineerd in HvB Het Veer (PI Over-Amstel) te Amsterdam.
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. R.A. Schütz, advocaat te Leeuwarden.
De oudste rechter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaats vinden ter terechtzitting van 17 januari 2002 te 13:30 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.