ECLI:NL:RBLEE:2001:AD7531
Rechtbank Leeuwarden
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van koopovereenkomst en oplegging van dwangsommen in faillissement
In deze zaak heeft de curator van de failliete besloten vennootschap [S.O.] Onroerend Goed B.V. en [S.O.] Afvalsturing Friesland N.V. in kort geding gedagvaard. De curator vorderde dat Afvalsturing zou verschijnen voor notaris mr. H.W. Vellinga te Gorredijk om medewerking te verlenen aan de overdracht van percelen grond, inclusief de daarop rustende vergunningen. De vordering was gebaseerd op een inschrijving van Afvalsturing op 29 november 2001, waarbij zij biedingen had gedaan op verschillende percelen, waaronder perceel I, II en V. De curator stelde dat er een koopovereenkomst tot stand was gekomen, terwijl Afvalsturing betwistte dat zij op de afzonderlijke percelen had willen bieden en stelde dat er geen wilsovereenstemming was.
De president van de rechtbank oordeelde dat het inschrijvingsformulier van Afvalsturing niet anders kon worden uitgelegd dan als biedingen op de afzonderlijke percelen. De president wees de vordering van de curator toe, waarbij Afvalsturing werd veroordeeld om binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis te verschijnen voor de notaris en de koopsommen te betalen. Tevens werd een dwangsom van ƒ 50.000,00 per dag opgelegd voor het geval Afvalsturing niet aan de veroordeling voldeed, met een maximum van ƒ 1.500.000,00. De reconventionele vordering van Afvalsturing werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de kosten van het geding.
De president concludeerde dat de curator op basis van de inschrijving van Afvalsturing de percelen I, II en V aan haar had kunnen gunnen, ondanks dat Afvalsturing had aangegeven niet mee te willen werken aan de overdracht van deze afzonderlijke percelen. De president oordeelde dat de curator gerechtigd was om de percelen afzonderlijk in koop toe te wijzen, en dat de voorwaarden van de inschrijving duidelijk waren, waardoor Afvalsturing niet kon terugkomen op haar biedingen.