ECLI:NL:RBLEE:2001:AD4835

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
25 oktober 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/080019-01vev
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • R.S. Wegener Sleeswijk
  • C.E.M. Daan-van Brink
  • H.R. Bax
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van asielzoeker voor brandstichting in asielzoekerscentrum

Op 25 oktober 2001 heeft de Rechtbank Leeuwarden een 31-jarige asielzoeker veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf voor het opzettelijk in brand steken van zijn slaapkamer in het asielzoekerscentrum. De brand, die door de verdachte was aangestoken uit wanhoop over zijn uitzichtloze situatie, leidde tot een grote uitslaande brand die andere bewoners in gevaar bracht. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, zoals vastgesteld door deskundigen. De verdachte had 's nachts brand gesticht in de unit waar hij woonde, wat leidde tot forse schade en gevaar voor andere bewoners. Dankzij het snelle optreden van anderen is een rampzalige afloop voorkomen. De rechtbank overwoog aanvankelijk de eis van de officier van justitie van drie jaar gevangenisstraf te volgen, maar besloot uiteindelijk tot een straf van dertig maanden, rekening houdend met de psychische toestand van de verdachte. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer, waarbij de verdachte werd bijgestaan door een advocaat. De rechtbank achtte het telastegelegde bewezen, met uitzondering van enkele andere beschuldigingen, en sprak de verdachte vrij van het overige.

Uitspraak

Arrondissementsrechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 25 oktober 2001
Parketnummer: 17/080019-01
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1969 te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI De Wieling, locatie De Marwei te Leeuwarden.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 15 oktober 2001.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.A. Pots, advocaat te Leeuwarden.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht het telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 23 januari 2001, te Dokkum, in de gemeente Dongeradeel, opzettelijk brand heeft gesticht in een beneden verdieping van Unit G van het Asielzoekerscentrum, te weten in slaapkamer 4 van Unit G, immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk (in genoemde kamer) een gedeelte van de vloer en/of een doos met papier besprenkeld met benzine, en vervolgens met een aansteker (een prop) papier in brand gestoken en vervolgens hiermee die met benzine besprenkelde doos met papier in brand gestoken, ten gevolge waarvan die slaapkamer en het merendeel van de andere (slaap)kamers van Unit G zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor de inventarissen in Unit G en de belendende (slaap)kamers in Unit G en de belendende andere woonunits van het Asielzoekerscentrum, en levensgevaar voor de in Unit G verblijvende personen en de in andere units verblijvende personen te duchten was.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIE
Het bewezene levert op het misdrijf:
Opzettelijk brand stichten terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor een ander te duchten is.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister;
- het voorlichtingsrapport;
- de psychiatrische rapportage;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren.
Verdachte heeft 's nachts brand gesticht in de unit van het asielzoekerscentrum waar hij woonachtig is. Uiteraard is naast forse schade groot gevaar ontstaan voor andere units en voor degenen die daar lagen te slapen. Door adequaat optreden van anderen is een rampzalige afloop voorkomen.
Uiteraard rekent de rechtbank verdachte zijn handelen in beginsel zeer zwaar aan en zou zij de officier van justitie wel hebben willen volgen in zijn eis van drie jaren gevangenisstraf. De rechtbank wil echter meer rekening houden met het feit dat verdachte door de deskundigen als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden aangemerkt. Verdachte zou wanhopig zijn geweest door de uitzichtloze situatie waarin hij was komen te verkeren. Dit leidt de rechtbank ertoe verdachte een gevangenisstraf op te leggen van dertig maanden.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Verklaart het telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van DERTIG MAANDEN.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.S. Wegener Sleeswijk, voorzitter, mr. C.E.M. Daan-van Brink en mr. H.R. Bax, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 oktober 2001.
Mr. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.