ECLI:NL:RBLEE:2001:AD4683
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.S. Wegener Sleeswijk
- I.M. Dölle
- S.M. van der Schenk
- Rechtspraak.nl
Valse verklaring onder ede afgelegd door getuige in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Leeuwarden op 18 oktober 2001 uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij de verdachte als getuige een valse verklaring heeft afgelegd onder ede. De verdachte, geboren in 1981, werd beschuldigd van meineed, omdat hij tijdens de terechtzitting in de strafzaak tegen een andere persoon, [naam], opzettelijk onjuiste verklaringen heeft afgelegd. De rechtbank heeft het verweer van de raadsman verworpen, die stelde dat het openbaar ministerie de verdachte een transactie had moeten aanbieden. De rechtbank oordeelde dat het openbaar ministerie vrij is in zijn beslissing om al dan niet tot vervolging over te gaan, en dat er geen richtlijnen waren die een transactie in deze zaak vereisten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 15 november 2000 als getuige was opgeroepen en onder ede verklaarde dat hij op een bepaalde datum in Utrecht was, maar zijn verklaring werd als onjuist beoordeeld. De rechtbank heeft de ernst van de valse verklaring in overweging genomen, evenals de omstandigheden waaronder deze was afgelegd. De verdachte had uitdrukkelijk gewaarschuwd kunnen worden voor de gevolgen van het afleggen van een valse verklaring, maar heeft desondanks willens en wetens een onjuiste verklaring afgelegd.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur, met de bepaling dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 60 dagen zal worden opgelegd. De rechtbank heeft de officier van justitie ontvankelijk verklaard in de vervolging en het telastegelegde bewezen verklaard, met uitzondering van andere beschuldigingen die niet bewezen zijn geacht. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is ondertekend door de rechters en de griffier.