ECLI:NL:RBLEE:2001:AD3855
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot teruggeleiding van minderjarigen naar Griekenland in het kader van het Haags Kinderontvoeringsverdrag
Op 26 september 2001 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak waarin de Centrale Autoriteit van het Ministerie van Justitie verzocht om de teruggeleiding van twee minderjarigen naar Griekenland. De vader, die in Griekenland woont, had via de Centrale Autoriteit een verzoek ingediend, omdat hij stelde dat de moeder de kinderen ongeoorloofd in Nederland had achtergehouden. De moeder voerde aan dat de kinderen inmiddels in Nederland waren geworteld en dat het verzoek tot teruggeleiding te laat was ingediend, aangezien dit meer dan een jaar na de vermeende ongeoorloofde achterhouding was gebeurd. De rechtbank oordeelde dat de minderjarigen inderdaad in hun nieuwe omgeving waren geworteld, onderbouwd door bewijs van hun integratie in de Nederlandse samenleving, zoals school en sociale activiteiten. De rechtbank volgde het standpunt van de moeder en wees het verzoek tot teruggeleiding af. De uitspraak benadrukte de noodzaak om de belangen van de kinderen voorop te stellen en de relevante bepalingen van het Haags verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen. De rechtbank concludeerde dat de terugkeer van de minderjarigen naar Griekenland niet in hun belang zou zijn, en dat de moeder niet ongeoorloofd had gehandeld door de kinderen in Nederland te houden.