ECLI:NL:RBLEE:2001:AB1987

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
11 mei 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/383 BESLU
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verkeersbesluit door de vereniging 'Plaatselijk Belang Warga'

In deze zaak heeft de vereniging 'Plaatselijk Belang Warga' op 21 maart 2001 een bezwaarschrift ingediend tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden, dat op grond van de Wegenverkeerswet was genomen. De vereniging verzocht de president van de rechtbank om een voorlopige voorziening te treffen, zodat het bestreden besluit geschorst zou worden. Dit verzoek werd gedaan op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De president heeft de stukken van verweerder ontvangen, maar besloot dat een zitting voor de behandeling van het verzoek niet nodig was, conform artikel 8:83 lid 3 Awb.

De president overwoog dat volgens artikel 8:81 Awb een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist, rekening houdend met de betrokken belangen. Het voorlopig oordeel van de president was dat het bezwaarschrift tegen het besluit gegrond verklaard zou moeten worden, mits het belang van de verzoekster rechtstreeks bij het besluit betrokken was. De president concludeerde dat de doelstelling van de vereniging, namelijk de leefbaarheid van het dorp Wergea te bevorderen, onvoldoende aanknopingspunten bood om te oordelen dat het belang van de verzoekster rechtstreeks bij het verkeersbesluit was betrokken. De doelstelling was te algemeen en stond te ver van de rechtsgevolgen van het verkeersbesluit.

Hierdoor kwam de president tot de conclusie dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard moest worden en dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk ongegrond was. De president besloot het verzoek af te wijzen en sprak geen proceskostenveroordeling uit. De uitspraak werd openbaar gedaan op 9 mei 2001, met de schriftelijke uitspraak verzonden op 11 mei 2001. Tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE LEEUWARDEN
Sector Bestuursrecht
Uitspraak ex artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nr.:01/383 BESLU
Inzake
de vereniging 'Plaatselijk Belang Warga', gevestigd te Wergea, verzoekster,
tegen
het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden, verweerder.
Procesverloop
Op 21 maart 2001 heeft verweerder een besluit op grond van de Wegenverkeerswet genomen, waartegen verzoekster een bezwaarschrift gedateerd 24 april 2001 heeft ingediend. Tevens heeft verzoekster zich bij brief van 24 april 2001 tot de president van de rechtbank gewend met het verzoek om ingevolge het bepaalde in art. 8:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening te treffen in die zin dat het bestreden besluit wordt geschorst.
Verweerder heeft de op het verzoek betrekking hebbende stukken ingezonden.
Behandeling van het verzoek op een zitting is gelet op het bepaalde in art. 8:83 lid 3 Awb achterwege gebleven.
Motivering
Art. 8:81 Awb bepaalt, dat de president van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening kan treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Aan een verzoek als het onderhavige kan in beginsel worden voldaan, indien het voorlopig oordeel van de president in de hoofdzaak luidt dat het bezwaarschrift tegen het aangevallen besluit gegrond verklaard zal moeten worden.
De president overweegt als volgt.
Bij het besluit waarvan schorsing wordt verzocht heeft verweerder besloten door plaatsing van borden aangeduid als C12 in bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990 de Wergeasterdyk te Goutum in noordelijke richting, op het punt direct ten noorden van de afslag naar het crematorium, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 09.00 uur, af te sluiten voor alle motorvoertuigen, dit met uitzondering van lijnbussen.
Op grond van art. 1:2 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Art. 1:2 lid 3 Awb bepaalt dat ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede worden beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
Blijkens art. 2 lid 1 van haar statuten heeft verzoekster ten doel de leefbaarheid van het dorp Wergea te bevorderen. Naar het oordeel van de president biedt deze doelstelling onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat het belang van verzoekster rechtstreeks bij het verkeersbesluit is betrokken. De doelstelling is daarvoor onvoldoende concreet en staat in een te ver verwijderd verband met de rechtsgevolgen waarop het verkeersbesluit ziet.
Het voorgaande leidt de president tot het voorlopig oordeel dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard zal moeten worden. Het verzoek is derhalve kennelijk ongegrond.
De president ziet geen aanleiding om een proceskostenveroordeling uit te spreken.
Beslissing
De president van de rechtbank:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Aldus gegeven door mr. D.J. Keur, fungerend president, en door hem in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2001, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Bouma als griffier.
w.g. G.J. Bouma
w.g. D.J. Keur
Tegen deze uitspraak kan geen rechtsmiddel worden aangewend.
Schriftelijke uitspraak verzonden op: 11 mei 2001